Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 25 april 2011

Wim Brands in gesprek met Cees Nooteboom, VPRO-boeken 24 april 2011


De grote wegbereider van ons allemaal, aldus Jan Brokken.

Vorige week kondigde Brands al aan dat de winnaar van de Bob den Uyl-prijs - schrijver van reisverhalen bij uitstek - deze week bij hem aan tafel zou zitten. Dat werd niemand minder dan Cees Nooteboom, van wie er naast het bekroonde Scheepsjournaal een hele berg boeken op tafel ligt als getuigen van een lange succesvolle carrière.

Ergens in het gesprek gaat het over de herinnering, een geliefd thema in de boeken van Nooteboom. Naar aanleiding van de opmerking van Brands dat de herinnering een hond is die gaat liggen waar hij wil, zegt Nooteboom dat hij zich nooit kan herinneren hoe lang of wanner hij ergens is geweest. Zijn hoofd zou dan ook te vol worden. Hij herinnert zich zaken die een ander vergeet en dat hij vergeet wat een ander zich herinnert. Vandaar wellicht ook dat er tegenwoordig een site is De wereld een reiziger zie: http://www.ceesnooteboom.com/?page_id=710, waarop de plekken staan opgetekend waar Nooteboom is geweest en wat zich daar heeft afgespeeld, zoals Spitsbergen waar de Russen tot 1995 de bodem exploiteerden en daarna een bijzonder landschap achterlieten of New York waar Nooteboom voor het eerst in het huwelijk trad aan de Morningside Ave en waar hij Het raadsel van het licht schreef.
Nooteboom had al vroeg een instinct om van huis weg te gaan, om maandenlang de wereld in te trekken, om plaatsen te zien, waar zestig jaar geleden nog maar weinig Nederlanders kwamen. Vooral het licht in het Zuiden, zo anders dan in het sombere Noorden, sprak hem aan. Hij voelt zich daar nog steeds thuis, past zich aan, doet mee, al blijft hij in zijn hart een Noorderling.

Brands vraagt aan het begin van het gesprek naar zijn ervaringen in de Achelse Kluis, een klooster aan de rand van Nederland en België, waar Nooteboom op zijn achttiende jaar door de abt aan het vertalen werd gezet. Hij wist echter al snel dat de gelofte van stabilitas loci niet aan hem besteed was en dat hij daar niet als oude man in een pij onder de grond gestopt zou worden. Kloosters zoals het Christ in the desert in de VS bleven hem zijn hele leven boeien vanwege het circulaire karakter van de tijd waarin het leven zich daar afspeelt. Het grensgebied met België had ook een grote aantrekkingskracht op Nooteboom. Tijdens zijn eerste fietstocht beschreven in Rode regen fascineerde hem het idee van de grens als een onzichtbare scheidslijn tussen de weilanden.

Na het klooster werkte Nooteboom een tijdje bij een bank. Hij bracht op de fiets geld naar deftige dames in het Gooi en stopte dan bij kasteel Groeneveld in Baarn, alwaar hij naar de ramen keek en mijmerde - schreef zoals hij het nu zou noemen - over de mensen die daar woonden. Die waren van een ander slag dan hij gedacht had: een man uit het verzet én bruidsfotograaf nodigde hem uit daar te komen wonen. Nooteboom schreef er De verliefde gevangene. In die tijd (1954) had hij zijn debuut Philip en de anderen al geschreven. Brands noemt het de magie van het verhaal dat het zoveel invloed had op anderen zoals op Safranski die het bejubelde.

Al zijn boeken zijn gebaseerd op reisnotities, zegt Nooteboom. Tijdens zijn reizen valt hem vaak op dat overal hetzelfde grondpatroon geldt met nuanceverschillen per cultuur. Zelf is hij ook veranderd. Hij gelooft in een zielsverhuizing tijdens het leven, waarmee hij bedoelt dat hij grote veranderingen heeft meegemaakt en dat hij lang niet meer dezelfde is als op zijn achttiende. Hij geeft toe dat hij op reis ook wel eens het idee heeft dat hij niet weet wat hij op zijn hotelkamer doet en dat hij dan denkt dat hij beter thuis had kunnen blijven, maar thuis voelt hij zich ook wel eens niet op zijn plaats.

Brands komt herhaaldelijk terug op de kloosterervaring en wil bijvoorbeeld weten of de ervaring van Nooteboom om in New York te kunnen verdwijnen in de massa daarmee te maken heeft. Omdat Nooteboom daar niet echt op ingaat, komt de vonk in het gesprek niet  tot stand. We moeten daarvoor terecht in boeken als Philip en de anderen, Rituelen en ’s Nachts komen vossen en wellicht ook in Scheepsjournaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten