Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 6 september 2011

Recensie: Windstilte van de ziel (oktober 2010), Joke Hermsen


Filosofe ontworstelt zich moeizaam aan het keurslijf van de wetenschap.

Joke Hermsen werd al op jonge leeftijd geïntrigeerd door het verschijnsel tijd en besteedde daar een flink deel van haar studie en beroepsleven aan. Ze vermoedde al snel dat de wetenschap daarover niet het laatste woord had. In De Profielschets (2004) vertelt ze over haar werkzaamheden over dat onderwerp als assistent in opleiding (AIO) en de onwil van haar baas, hoogleraar Donkersloot, om mee te gaan met haar voorzichtige poging om het over een andere boeg te gooien, omdat die onwetenschappelijk zou zijn. In Stil de tijd (2009), dat veel media aandacht kreeg, kwam Hermsen met een uitgebreide theoretische benadering van de tijd aan de hand van opvattingen van filosofen. Ze besteedde veel aandacht aan Henri Bergson, die de kloktijd onderscheidde van de tijd als duur, door anderen ook wel innerlijke tijd genoemd en aan Ernst Bloch die kloktijd als een economisch ordeningsprincipe zag met een verschaling van het menselijke tot gevolg. Hermsen richt zich op een evenwicht tussen de twee soorten tijd. Ze begrijpt dat de kloktijd onmisbaar is om het maatschappelijk leven te reguleren, maar die mag niet ten koste gaan van de eigen tijdsbeleving. Anders dan Femke Halsema meent ze, dat het geen kwestie is van een beetje onthaasten en een beetje gelukkiger zijn met minder. Een fundamentele analyse van het verschijnsel tijd acht Hermsen noodzakelijk.

In Windstilte van de ziel - de titel is ontleend aan haar favoriete filosoof Nietzsche - wil Hermsen na alle theoretische exercities op een meer persoonlijke manier de begrippen tijd en ziel met elkaar in verband brengen. Ze heeft met de uitgever afgesproken dat ze op vakantie in Frankrijk een dagboek gaat bijhouden waarin ze haar gedachten over het onderwerp zal meedelen. De eigen ervaring staat daarbij centraal.

Als ik aan zielservaringen denk zie ik momenten uit mijn leven voor me zoals de geboorte van mijn dochter, de dood van zijn vader of een bijzondere stilte in de natuur, waarin de tijd leek stil te staan en ik alleen maar existentie was. Deze ervaringen vind ik maar met mondjesmaat terug in Windstilte van de ziel. Hermsen ervaart wél dat haar geest (en wellicht ook de ziel, denkt ze) meer tot rust komt in het kleine dorpje in de Bourgogne. Dat brengt haar tot gedachten over de noodzaak van zondagsrust. Helaas blijft ze erg gebonden aan de theorie. Graag komt ze in het dagboek terug op een beschouwing uit Stil de tijd, doet ze gedachtegangen van filosofen zoals Bergson nog eens dunnetjes over. Ze worstelt met een materie die natuurlijk ook niet in een zomerdagboek uit de doeken gedaan kan worden. Ziel en tijd is een onderwerp met vele kanten, zoals ik-vergetelheid of de bijbelse armen van geest die Hermsen naar mijn mening toch te dom maakt. Interessanter was het inzicht van Simone Weil over het ik als scheidende instantie.

Pas op het eind komt Hermsen meer los. Ze realiseert zich inmiddels dat ze er niet mee komt door meer in de boeken te duiken. Het plukken en inmaken van pruimen geeft haar meer voldoening. Ze besluit om op haar stoel te gaan zitten, naar buiten te kijken en na elke klokslag op te schrijven wat ze mijmerde. Wachten onpersoonlijkt, ervaart ze, maar het moet ook niet te lang duren. Daarom trekt ze er vervolgens opuit. Ze loopt een deel van de route van het pelgrimspad vanuit Vézelay en ervaart daarin genoegdoening. Wandelen is het luchten van de ziel. Helaas zit de haar toegemeten ruimte er op. Ze heeft net nog een plaatsje voor een (fragment van) een gedicht van Szymborska over de ziel uit de bundel Einde en begin, waarin ze stelt dat de ziel het enige is dat ons rest. Op haar kunnen we rekenen als we nergens meer zeker van zijn. 
(zie voor een portret van de dichteres een eerder artikel op dit blog:  http://www.blogger.com/blogger.g?blogID=6953080787659083022#editor/target=post;postID=678820885443404941 )

Het is teleurstellend, wat er in dit dunne boekje overblijft van het idee zichzelf te verhouden tot ziel en tijd. De geïnteresseerde en betrokken lezer verwacht meer, ook over het persoonlijke beleven van de schrijfster. Een uitstapje naar meditatie en, wat de theorie betreft, de yogi’s die op het gebied van de ziel eeuwenoude wijsheid in pacht hebben, had voor de hand gelegen. Windstilte van de ziel is uiteindelijk een gemiste kans om iets over het onderwerp te delen met de lezer.



1 opmerking:

  1. Ik heb Stil de Tijd net uit, en daarin vond ik wel iets meer persoonlijke betrokkenheid. Je stuk geeft precies aan waarom ik vaak minder heb met filosofie, het blijft vaak te rationeel.

    BeantwoordenVerwijderen