Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 31 oktober 2011

Herman Pleij over Anna Bijns, VPRO-boeken, 30 oktober 2011




Een spraakmakende dichteres.

Pleij somt op wat we van deze zestiende-eeuwse dichteres weten: Anna Bijns werd 82 jaar oud, kwam uit een welgestelde familie, gaf les op een schooltje, eerst samen met haar broer en daarna alleen en werd beroemd om haar verbale vermogen.

Brands zegt dat Pleij in zijn dikke boek Anna Bijns van Antwerpen vooral de wereld om haar heen schetst.

Pleij antwoordt dat haar geboortehuis nog steeds aan de Grote Markt in Antwerpen staat. Haar vader was een succesvol ondernemer in het broekenmakersgilde. Zijn kinderen kozen niet voor dat vak, maar voor de woordkunst. Haar vader was ook lid van een rederijkerskamer, waarin men welsprekendheid oefende. Haar broer ging in het onderwijs. Het schooltje was een bewaarschooltje voor kinderen van drie tot zeven jaar, want ook vrouwen werkten en wel in de handel. Antwerpen bloeide sterk op in de zestiende eeuw. Het liep eerst achter op andere Vlaamse steden, maar de stad aan de Schelde ontwikkelde zich pijlsnel en kon zich met zijn inwoneraantal van honderdduizend meten met Parijs en Londen.

Hoe rook het daar in de stad? vraagt Brands.

Niet slecht, vanwege de specerijenhandel, zegt Pleij, maar anderzijds zouden we het er geen vijf minuten uithouden vanwege de stank uit de openbare riolen. Het leven speelde zich af binnen de vijftiende eeuwse stadsmuren, ook op de kerkhoven. De dood stond midden in het leven.

Anna Bijns was behalve als onderwijzeres ook actief als dichteres. Bijns reageerde in haar werk op die maatschappij. Pleij zegt dat men niet zeker weet of zij op negentien jarige leeftijd een prijs won, maar gezien de perfecte en het feit dat ze werd aangeduid als jonge maagd, is het vrijwel zeker dat zij het was.

Brands zegt dat haar gedichten bijzonder waren, over de onbereikbare geliefde.

Pleij heeft haar een trauma toegedicht over de bedrogen liefde. Een kwart van haar werk gaat daarover. Ze behandelt het onderwerp vanuit verschillende kanten. Soms is de ik-figuur ook de bedriegende minnaar of het gezond verstand. Pleij vond daarin de sleutel hoe Anna Bijns te werk ging. Zelf noemde ze het inwendig gekijf.

Brands waarom dat zo goed is.

Volgens Pleij kreeg ze door dat innerlijk debat greep over haar verdriet.

Zie ook het interessante interview van Jeroen Vullings met Herman Pleij. Anna Bijns (1493- 1575) is een van de honderd schrijvers die een plaatsje heeft gevonden in Het Pantheon van het Letterkundig Museum in Den Haag.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten