Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 11 november 2012

Het verdriet van Westfriesland (2012), documentaire van Leen van den Berg


Werken en feesten tot je niet meer kunt

Het aantal zelfmoorden onder Westfriese jongeren is een bron van zorg. Peter Zantingh schreef er de indringende roman Een uur en achttien minuten over. Joey heeft zich in het donker teruggetrokken tussen de weilanden en neemt daar een overdosis pillen in met sterke drank. Op het laatste moment stuurt hij nog een sms-je naar een oude vriend die in Utrecht studeert. Deze Johan keert terug naar Schagen om samen met de oude vriendengroep de dood van Joey te verwerken. De vraag blijft hoe het komt dat zoiets juist in Westfriesland voorkomt. Leen van den Berg praatte met verschillende inwoners uit de Streek die bij het onderwerp betrokken zijn. Het is, omdat de namen van de personen alleen in het begin getoond worden, niet gemakkelijk om altijd te traceren wie wat zegt.

De eerste casus betreft boerendochter Merel, die vertelt dat ze op een avond bij haar thuis gingen voorzitten, een ander woord voor indrinken. Op weg naar het café raakte ze bewusteloos. Haar vriendin Ilse raakte in paniek. Iemand belde de ambulance. Het had niet veel langer moeten duren, zegt Merel vrij onbewogen. Ze zegt ook dat het geen coma zuipen was, dat ze het niet opzocht, maar dat het gebeurde. Het hoort bij hun leven om in het weekend te drinken en uit te gaan. Haar moeder zegt dat Merel op die avond niet eens een jas aan had. Zij vroeg zich af of Merel in de buurt over de tong ging, maar het bleek juist een aanleiding om aan tafel eens over de uitgaansgewoonten te praten.

Volgens barman Harold Boldewijn overheerst in de dorpen de schone schijn. Die kostte het leven aan Stefan Bekkema, een behulpzame jongen, geliefd bij de meisjes, maar volgens zijn moeder ook een volger en onzeker. Hij sprong op een avond voor de trein. Zijn ouders zijn gescheiden en er, net als zijn zussen Chantal en Monique, nog kapot van. Volgens Chantal gebruikte Stefan ook wel eens coke. Hij zei eens tegen zijn moeder dat hij geen twenner wilde worden vanwege de verantwoordelijkheden die dat met zich meebracht. De dood van zijn vriend Tim die met zijn scooter verongelukte had hem zeer aangegrepen. Zijn vader merkte wel dat hij zwaar op de hand was, maar kon begrijpen dat zijn zoon niet altijd over zijn moeilijkheden wilde praten. Ieder jaar gaat hij op de bewuste avond naar de spoorwegovergang waar Stefan een eind aan zijn leven maakte. Chantal gaat uit verbondenheid en ter nagedachtenis aan haar broertje met hem mee. De vader vraagt zich af of het ook gebeurd zou zijn als de scheiding niet gebeurd was. Er staat nog een computer van Stefan boven, maar veel zin om het wachtwoord te kraken hebben ze niet.

Westfriezen zijn gesloten, zegt pastor Co Kuin. Jongeren durven zich in een grote groep niet te uiten. Vooral voor jongens is dat moeilijker, zegt Nynke Volbeda, die aan een middelbare school verbonden is, ze praten niet over hun gevoelens. Matthijs heeft daar ook geen behoefte aan, zegt Matthijs. Niemand doet dat. Ank is nuchter, zegt ze. Ze is niet zo’n prater, haar moeder trekt het er wel uit als er iets is.

Op de kermis dansen de jongens met een ontbloot bovenlijf. Het is een buurtfeest voor het dorp. Vier dagen lang laat men de touwtjes vieren.

Bart begon met drugs te experimenteren en kwam daarmee ook in een andere vriendengroep. Hij vond het spannend. Hij was dan niet onzeker, maar de keerzijde was dat hij uit balans raakte. Dat had invloed op school en werk, maar hij wilde dat niet onder ogen zien. Door de scheiding van zijn ouders kreeg hij een laag zelfbeeld, zegt hij. Hij voelde zich alleen gelaten, niet gezien. Pas toen hij in een ander open en huiselijk gezin werd opgevangen begon hij weer te leven.

Roos kwam door de scheiding van haar ouders op een andere school en zag haar vader veel minder vaak. Ze kreeg ruzie thuis en had geen zijn meer in het leven. De pijn sneed ze uit zichzelf weg. Ze droeg een masker, maar werd door haar vriendinnen gered.     

Merel schrijft gedichten, Matthijs heeft zich aangesloten bij een drumband, Roos danst.  
Bart wil medewerker maatschappelijke zorg worden, Roos wil de mode in, Merel wil na de Pabo een jaar in Afrika werken.

Boeiende portretten, die volgens mij nog geen afdoende verklaring bieden voor de zelfmoorden onder Westfriese jongeren. Wel dat scheiding zwaar ingrijpt. Misschien lichtte boer Arie Schouten, die de uitzending opende, een tipje van de sluier op. Hij zegt dat de Westfriezen een geïsoleerd volkje zijn die veel met elkaar samenwerkt en en daarna graag samen een biertje drinkt. Werken en feesten met de blik op oneindig, maar waar sommigen onderdoor gaan. Dat vraagt om een nadere sociologische analyse.    

Hier de trailer. 

2 opmerkingen: