Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 18 oktober 2013

Alexander Reeuwijk over Reizen tussen de lijnen, Athenaeum Boekhandel Haarlem, 17 oktober 2013



Op zoek naar de paradijsvogel

Alexander Reeuwijk volgde de tocht door Indonesië, die bioloog Alfred Russell Wallace anderhalve eeuw geleden maakte. Wallace legde zijn bevindingen neer in The Malay Archipelo (1869), opgedragen aan Darwin. In deze eerste officiële lezing over Reizen tussen de lijnen, met als ondertitel Dwars door Indonesië met Alfred Russell Wallace vertelt Reeuwijk over zijn bevindingen.

Aanleiding tot dit boek was Reeuwijks vorige boek Darwin, Wallace en de anderen (2011). Hoewel hij niet zoveel van de evolutietheorie wist, raakte hij ervan op de hoogte door gesprekken met Tijs Goldschmidt, Midas Dekkers, Kester Freriks en Redmond O’Hanlon.
Aldus raakte hij geïnteresseerd in de Brit Wallace (1823-1913), die uit een middleclass gezin kwam, maar moest werken om het verloren gegane familiekapitaal aan te vullen. Hij werkte op een school in Leicester en zwierf met zijn vriend Henry Walter Bates door de velden om kevers te verzamelen. Samen lazen ze The voyage of the Beagle. In brieven aan Bates schreef Wallace al over zijn ideeën over het ontstaan van de soorten. In 1848 trokken ze naar Brazilië om onderzoek te doen. Helaas ging bijna al het materiaal verloren tijdens een scheepsramp vin 1852. Wallace liet het er niet bij zitten. Hij schreef, gaf lezingen en vertrok in 1854 voor acht jaar naar de Maleisische Archipel om daar biogeografisch werk te doen: dat gaat erover waarom bepaalde dieren ergens voorkomen en niet elders.

Wallace ontdekte een scheidslijn tussen Borneo en Sulawesi en tussen Bali en Lombok, afkomstig door de verschillende aardplaten waarop de gebieden liggen. Aan de westerse, Aziatische kant verschillen de dieren sterk met de oosterse, Australische kant. Later werd die lijn betwist en kwamen er meerdere lijnen, tot men zich afvroeg of er niet teveel lijnen waren. Inmiddels zijn er drie zones. Tussen de genoemde twee zones bevindt zich een overgangszone.

Reeuwijk was in de drie zones en vijftien jungles. Hij begon zijn tocht op Sumatra, waar grote landzoogdieren voorkomen. Op Flores leeft de komodovaraan die wel drie meter lang kan worden. Op Sulawesi ging hij op zoek naar soorten die alleen daar voorkomen. Op Borneo zag hij neusapen en in het wild levende oerang oetans. Hij leest daarover voor uit zijn boek. De neusaap wordt op Borneo ook wel Hollandse man genoemd omdat hij een grote neus heeft, een dikke buik en niets uitvoert. Aan de hand van The Malay Archipelo kan worden vastgesteld in hoeverre de biodiversiteit veranderd is: in Singapore komen geen tijgers meer voor door de verstedelijking, de Sumatrasche neushoorn is een bedreigde diersoort en veel vlinders op Sulawesi zijn gegoten in hars.  

Op het vulkanische Halmahera bleef hij langere tijd, net als Wallace, die daar zijn evolutietheorie noteerde. Reeuwijk verbleef bij een vogelkenner in zijn huisje aan de rivier en ging met hem mee het bos in om de gouden vogelvlinder te zien (als enige gekleurd op de omslag met mooie tekeningen van Ria Winters) en de Wallace paradijsvogel, die herkenbaar is aan de opmerkelijke bijna loszittende witte schouderpennen.

Vervolgens ging hij naar Papua, de Viervorsteneilanden en de Aru-eilanden, die in het Australische deel liggen. De bevolking is meer aboriginal-achtig. Er komen, anders dan in het westerse gedeelte, veel papagaaien en kakatoes voor die veel herrie maken. Ook leven er paradijsvogels, zoals de koningsparadijsvogel en de klassieke grote paradijsvogel.
Aru ligt in een vergeten hoek en was moeilijk bereikbaar. Tegenwoordig vindt er veel ontbossing plaats voor palmolie- en suikerplantages. Reeuwijk hoorde dat hij op Maikoor dansende paradijsvogels zou zien. Onder leiding van gids Henkie ging hij het bos in. Die vertelde hem dat men tegenwoordig, hoewel dat officieel verboden is, niet meer op de vogels schiet met stompe pijlen maar met een luchtbuks. Reeuwijk drukte hem op het hart niet op de vogels te schieten.

Hier meer op Wikipedia over Alfred Russell Wallace die een boeiend leven kende, hier een recensie van Reizen tussen de lijnen door Gemma Venhuizen.    


Geen opmerkingen:

Een reactie posten