Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 18 oktober 2014

Recensie: Een dwaze maagd (2014), Ida Simons


Jonge getalenteerde vrouw blijft overeind in moeilijke levensomstandigheden

Een dwaze maagd is een heruitgave van de gelijknamige titel uit 1959. Eva Cossee zag de roman bij haar ouders in de kast staan en begon erin te lezen. Ze raakte zo geboeid door het min of meer autobiografische verhaal van Ida Simons dat ze het zonde vond dat de roman uit de schijnwerpers verdwenen was. In de laatste (en eerste) aflevering van Schwobfest werd Een dwaze maagd door Arjen Fortuin gepitcht.

Het verhaal gaat over de twaalfjarige joodse Gittel, die - net als Ida Simons - in Antwerpen wordt geboren maar vanwege de oorlog nemen haar ouders de wijk, eerst naar Scheveningen en later Den Haag. Haar ouders kunnen niet goed met elkaar omgaan. Op zon- en feestdagen vochten ze als kat en hond, luidt de statement daarover in de roman. Haar vader is daarbij ook nog eens onhandig in zaken. Gittel heeft veel steun van haar schoolvriendinnetje Mili. Als de huwelijkscrisis te hoog oploopt gaat Gittel met haar moeder Thea naar haar grootmoeder in Antwerpen. Het geheen-en-weer tussen Nederland en Antwerpen en een keer zelfs ook Berlijn, vormen de getijdenbewegingen van dit boek.

In Antwerpen woont grootmoeder in een enorm huis met de nodige dienstboden en verderop woont een eraan vastgeknoopte familie met een mater familias, die oma Hofer wordt genoemd. Tegenover grootmoeder woont een welgestelde bankier Mardell met zijn bijna dertig jarige dochter Lucie die met Gittel contact aanknoopt omdat ze in haar huis op de vleugel kan oefenen. Elders woont nog een barones en haar aanhang die door de moeder en Gittel wordt opgezocht als de vuur onder hun voeten te warm wordt.

Langzamerhand wordt de integere Gittel, die later graag concertpianiste wil worden, de speelbal van de ingewikkelde familieverhoudingen. De intriges rond de verloving van Lucie met de 23-jarige bankwerknemer Gabriel kost de goedgelovige Gittel haar gemoedsrust. Lucie wil dat ze de relatie geheim houdt, maar bij toeval raakt oma Hofer ervan op de hoogte, waardoor Gittel ook in haar netten verstrikt raakt en tenslotte nog in die van weduwenaar Mardell die haar in vertrouwen neemt en de doem uitspreekt als Gittel dat beschaamt.

Simons schrijft de belevenissen van Gittel met vaart, humor en ironie op maar soms worden al die cholerische familiebetrekkingen, zoals Gittel die zelf noemt, wel een beetje veel. Ik hoorde de naam Joop ter Heul tijdens het lezen in mijn oren rond zoemen, hoewel ik nooit een boek over haar gelezen heb. Het is een soort meisjesliteratuur, een chicklit uit de betere kringen en dan nog spelend in een joods milieu. De taal doet soms wat ouderwets aan, maar misschien komt dat door de Vlaamse invloed, zoals dat er geen kijk op was dat ze het eerste halfjaar naar Nederland zouden teruggaan, waar wij zicht schrijven.

De schildering van een knap meisje dat verslagen maar toch onverschrokken naar ons kijkt de op de omslag moet de lezer naar het boek toetrekken. Gittel is helemaal niet knap, zegt ze zelf. Wel weer aardig is dat Simons oog heeft voor de fantasiewereld waarin Gittel nog leeft. Samen met Mili speelt ze een fictief spel van de mevrouwen Antonius en Nielsen. Later wordt deze fantasiewereld minder onder invloed van het ouder worden van Gittel. Alleen de spin Klembem laat nog af en toe van zich horen. ‘Een heel enkele keer hoorde ik nog wel zijn akelige stemmetje en ik wist dat ook dat gauw over zou zijn.’

De titel van de roman is ontleend aan een uitspraak van meneer Mardell waarmee hij Gittel waarschuwt om later als ongetrouwde vrouw niet met lege handen te staan, Hij refereert aan een parabel uit de bijbel waarin wijze maagden olie in hun lampen meenamen en de dwaze niet. De integere Gittel blijft overeind ondanks de geschetste moeilijke leefomstandigheden.  

In het nawoord Een wijze vrouw schrijft oud docente Nederlands Mieke Tillema, die ook een biografie van Ida Simons (1911-1960) bezig is, over de goede receptie van de roman in 1959 en de ontsteltenis over haar vroege dood. Wellicht horen we in de biografie meer over de moeder van Ida, want in de roman blijft die onderbelicht.  

Hier mijn verslag van een les poëzie door Mieke Tillema, hier Arjen Fortuin over De dwaze maagd op Schwobfest.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten