Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 4 februari 2015

Erik Jan Harmens over Hallo muur, Nooit meer slapen, 30 januari 2015



Dichten en drinken horen bij elkaar

In het VPRO radioprogramma Nooit meer slapen ontvangt Pieter van der Wielen schrijver en dichter Erik Jan Harmens, die in zijn persoonlijke roman Hallo muur onverbloemd over zijn alcoholverslaving schrijft, waarvan hij inmiddels alweer twee jaar van genezen is, hoewel de aanvechting nog steeds wel aanwezig is. Het gesprek gaat eerst vooral over zijn drankgebruik en daarna over zijn autistische zoon en de daarop volgende echtscheiding en vindt plaats op de avond van de overval op de NOS studio toen het nog gissen was naar de precieze achtergrond daarvan.

De vierenveertigjarige Harmens kijkt met enig leedvermaak terug op zijn alcoholverslaving. Hij beschrijft openhartig de reflex dat hij aan het eind van de middag nog steeds een borrel wil nemen en de logistieke operatie die nodig was om ervoor te zorgen dat hij in zijn woonplaats Landsmeer altijd drank achter de hand had. Door de opmerking van zijn dochtertje dat hij ’s ochtends altijd heel anders was dan ’s avonds, realiseerde hij zich dat hij verkeerd bezig was. Hij wilde niet, net als zijn eigen vader, onbetrouwbaar was, vond dat onverdraaglijk en is blij en opgelucht dat hij niet meer drinkt. Hij loopt hard, drinkt gezond en voelt zich vrijer en gelukkiger, ook door de therapie die hij gedaan heeft, al heeft hij, als hij de rolcontainer aan de weg zet, wel het idee dat er iets niet klopt aan zijn burgermansbestaan. Dichten en drinken horen immers bij elkaar.

Van der Wielen voelt met hem mee en troost Harmens met het idee dat deze openhartige succesroman er nooit gekomen zou zijn als hij niet met drinken gestopt was. Het is wellicht moeilijk om hele persoonlijke bekentenissen, zoals over zijn twijfel over een nieuwe geliefde, in druk te zien staan, maar het is ook des schrijvers om geen blad voor de mond te nemen.
Het verbaasde Harmens dat de alcohol niet bepalend was om persoonlijke ontboezemingen te uiten. Zonder drank ging hij nog dieper op zijn ervaringen in.

Van der Wielen begint over zijn autistische zoon Julian, die inmiddels veertien jaar oud is. Zijn vrouw schreef zelfs een boek over hem.
Harmens vertelt dat Julian een heel ander kind was dan hun dochter. Hij huilde de eerste zes maanden veel. Nadat de oorzaak daarvan gediagnosticeerd was, bleek Julian nog steeds anders. Hij keek hen niet aan en hield niet van knuffelen. De diagnose klassiek autisme op drie jarige leeftijd was een opluchting omdat er de nodige zorg geregeld kon worden. Harmens was nooit kwaad op Julian, maar ziet hem als een persoon. Hij reed graag met Julian door tunnels omdat de jongen daardoor gefascineerd werd en deed een communicatiecursus om beter met hem om te gaan. Julian zou met enige steun zelfstandig kunnen wonen en Harmens is daar trots op.

Vervolgens komt de echtscheiding ter sprake die volgde op een moeilijke periode.
Harmens vertelt dat hij en zijn vrouw samen veel meemaakten, ook allerlei sterfgevallen, en dat ze daardoor niet meer dicht bij elkaar konden zijn. 

Van der Wielen laat het liedje Hello walls horen van Willie Nelson dat Harmens voor zijn titel gebruikte. Hij vertelt dat hij op zijn vijftiende al dichtte en dat hij op zijn achttiende voordroeg met daarbij het nodige bier, want dat hoorde erbij. Drinkende schrijvers als Kerouac, Hemingway en Bukowski waren zijn voorbeelden. Tijdens zijn optredens had hij geen last van verlegenheid, die hem anders parten speelde. In zijn werk reflecteert hij over zijn eigen bestaan. Hij fantaseert minder over succes sinds hij meer bekendheid geniet. Dat zal gezien de inmiddels vijfde druk van Hallo muur alleen maar meer worden. 

Hier het gesprek dat Wim Brands had met Erik Jan Harmens over zijn vorige boek De man die in zijn eentje de Olympische Spelen organiseerde. Daarin niets over zijn persoon, wel over zijn persoonlijke opvatting wat betreft managers, hier het nummer Hello Walls door Willie Nelson.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten