Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 2 april 2015

Recensie: In memoriam Mizzi (2015), Ida Simons



Optimistisch verhaal over een hond die troost biedt in het kamp

De novelle In memoriam Mizzi uit 1956 is een eerbetoon aan een hond Mizzi, die in de oorlogsjaren een troost was voor kinderen in Westerbork. Ida Simons hanteert in het autobiografische verhaal dezelfde positieve pen als in De dwaze maagd (1963). Te midden van de kaalslag onder lotgenoten bewaart Simons haar zonnige humeur. Mede omdat ze het verhaal schrijft voor haar zieke zoon Jan, aan wie de novelle ook is opgedragen.

Mizzi is een bijzonder beest. Het gevluchte Duitse stel Keppler heeft den hond, die lacht uit Wenen meegenomen en toestemming gekregen hem in Westerbork bij zich te houden. Tijdens de bezoeken van Ida aan de kampdokter, die zorg draagt voor haar aan difterie lijdende zoon Jan, vertelt zij over de troost die van het spelen met de hond uitgaat. De dokter, vanwege zijn bochel de Kleine Dokter genoemd, heeft een andere patiënte, Hannele, die gebaat zou zijn met de omgang met de hond. Het meisje heeft ernstige longproblemen en kan ook wel wat afleiding gebruiken. Lang duurt de toestand van harmonie niet. Hannele, haar ouders en de Kepplers worden op transport gesteld en nemen de hond in een doos mee.

In het vervolg (dat in het leven niet vaak gegund is, zo staat geschreven) hervindt het gezin Simons de anderen in kamp Theresiënstadt ten noorden van Praag. Onderkoeld schrijft Ida over het transport naar Theresiënstadt met de zieke Jan op schoot. ‘Sindsdien ben ik heel wat onverschilliger geworden wat hygiënische maatregelen aangaat.’ De hond blijkt ingevorderd door de kampcommandant en wordt nog later door een officier meegenomen naar Praag. Keppler, die denkt dat de oorlog snel voorbij zal zijn, zegt tegen Ida dat ze straks nog langs Praag moeten om de hond op te halen. Later wordt dat een omweg langs Dresden, waar de hond mee naartoe wordt genomen, omdat het in Praag te gevaarlijk wordt. Maandelijks krijgt Keppler bericht over de toestand van zijn hond, maar na het bombardement op Dresden hoeven ze daar ook niet meer naartoe en kunnen ze gewoon meteen naar huis.

Alles heeft een voordeel, hoor ik Ida Simons denken. Altijd is wel iets goeds te distilleren uit het kwaad. Het menselijk optimisme is onuitroeibaar, ook al is de Kleine Dokter, die na spertijd nog een patiëntje bezocht, doodgeschoten en heeft ook de hond het loodje gelegd.

In het uitgebreid Nawoord geeft uitgever Eva Cossee informatie over het verloop van de oorlogsjaren voor het gezin Simons. Na een verblijf in een kasteel in Barneveld en in de kampen in Westerbork en Theresiënstadt verkrijgen ze bij een uitruil van gevangenen in Zwitserland in februari 1945 de vrijheid, waarna Ida haar pianocarrière omzet in een literaire. Het geven van concerten werd haar te zwaar. In 1946 debuteert ze met de dichtbundel Wrange oogst waarin ze zich volgens Cossee veel somberder uitte over het nabije verleden en in 1956 bracht ze onder pseudoniem de bundel Slijk en sterren uit met twee novellen, waaronder In memoriam Mizzi.

Het is de vraag waarom de andere novelle niet bij is gevoegd. Dat had meer gewicht gegeven aan dit wel erg karige boekje, waarin elke letter lijkt meegenomen. Hondenliefhebster Charlotte Mutsaerts is in ieder geval de perfecte ambassadrice voor dit verder fraai uitgegeven boekje met mooie tekeningen en foto’s, onder andere van Ida Simons uit 1933, voordat ze een pianorecital geeft.

Hier mijn bespreking van De dwaze maagd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten