Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 6 maart 2017

Graa Boomsma over Leven op de rand, VPRO Boeken, 5 maart 2017


Biografie over een gepromoveerd als getraumatiseerd schrijver

Schrijver en dichter Graa Boomsma (1953) schreef onder de titel Leven op de rand een biografie over de schrijver A. Alberts die geboren werd in Haarlem in augustus 1911 en in december 1995 in Amsterdam stierf. Alberts was koloniaal ambtenaar in Nederlands Indië en zat gevangen in een Jappenkamp. Het oorlogstrauma dat hij daardoor opliep, loopt als een rode draad door zijn leven en tekent zijn werk, waarvoor hij in 1995 de P. C. Hooftprijs kreeg.

Jeroen van Kan noemt Alberts een man van weinig woorden, iemand die dunne boeken schreef waarin hij veel vertelde.
Boomsma beaamt dat tussen de regels door veel te begrijpen valt. De korte zinnen van Alberts zeggen meer dan er staat. Er zat veel werk aan zijn verhalen en romans, waarin hij zich een effectief en veelzeggend schrijver toonde.

Van Kan begint over zijn roman De vergaderzaal dat in 1954 voor vier vijfde deel voltooid was, maar pas in 1974 werd gepubliceerd. Het verhaal gaat over een man, Dalem, die niet goed weet wat tijdens een vergadering van hem wordt verwacht.
Boomsma betwist dat Alberts met een writersblock te maken had gehad, zoals dat door de uitgever bij de presentatie werd voorgesteld. De gebroken man die eind jaren veertig uit Indië naar Nederland terug kwam, probeerde in De Groene Amsterdammer uit te leggen hoe de vork in de oude kolonie in de steel stak. Hij was een van de scherpste criticasters van de toenmalige Nederlandse politiek. Zelf hing hij met zijn duidelijke politieke stellingname tussen wal en schip, zegt Boomsma.

Van Kan refereert aan het trauma dat Alberts in Indië meemaakte.
Boomsma legt een relatie tussen de traumatische ervaringen en het afmaken van De vergaderzaal. Alberts was zowel gepromoveerd als getraumatiseerd. Die gespletenheid komt voor in de roman. Vandaar de worsteling om die tot een eind te brengen. Boomsma vertelt dat de naam van de hoofdpersoon Dalem verwijst naar het privévertrek in het paleis van de vorst met daarachter de vergaderzaal. Alberts voelde zich zowel ambtenaar als privépersoon. Dat liep door elkaar heen. Eind veertig viel hij geestelijk uiteen omdat hij het trauma niet kon beheersen.

Van Kan zegt dat in alle verhalen de rol van de buitenstaander gekozen wordt.
Boomsma antwoordt dat de lezer er zelf achter moet komen wat de observator drijft. De kern van zijn werk bestaat uit de vraag wie de afwezige persoon is. Zelf reikte Alberts verschillende mogelijkheden aan. Voor een biograaf is het moeilijk de waarheid te achterhalen. In het televisieprogramma De schrijvers uit 1981 zegt Alberts tegen Hella Haasse en Harry Mulisch dat hij altijd eerst de eindzin moest weten als hij aan een roman begon. Boosma betwijfelde of dat echt altijd zo was. In het geval van De vergaderzaal doen alle vergaderaars op het eind een stap terug als Dalem zich na lange tijd weer in hun midden voegt. Dat zegt iets over het isolement waarin de hoofdpersoon verkeerde. Zelf nam Alberts ontslag bij De Groene om weer als ambtenaar aan de slag te gaan. Dit omdat hij zijn pensioen als koloniaal ambtenaar was kwijtgeraakt. In zijn woonplaats werd hij wel de sfinx van Blaricum genoemd. Af en toe bezocht hij het café om de ellende weg te drinken.

Van Kan zegt dat het werk van Alberts door diens bescheidenheid werd besmet.
Boomsma antwoord dat hij gewaardeerd werd in het literaire circuit. Arjen Fortuin noemde hem onlangs in de NRC een van de grootste naoorlogse schrijvers van ons land, maar toch heeft hij meer waardering verdiend. Boomsma vindt de roman De bomen (1953) of de novelle De vrouw met de parasol (1991) prachtig. Hij betwijfelt of de schrijver, naar het idee van zijn vrouw, zich beter Bert Alberts had kunnen noemen, want de afstandelijkheid past hem wel. Zelf wilde hij niet meer op televisie. Hij verkoos de luwte in Blaricum.   

Hier het artikel van Arjen Fortuin met de titel Het mooiste raadsel van de Nederlandse literatuur (NRC, 16 februari 2017).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten