Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 12 juni 2017

Marjolijn van Heemstra over En we noemen hem, VPRO Boeken, 11 juni 2017


Kennisoverdracht is een Chinees fluisterspel

Een jaar geleden toerde Marjolijn van Heemstra rond met het theaterprogramma Bommenneef. Inmiddels ligt er een boek, een roman zelfs, waarin ze de geschiedenis van haar oud-oom nog eens oprakelt. Voorzover dat mogelijk is, zegt ze, want er moet nog meer onderzoek naar gedaan worden. Carolina Lo Galbo ontlokt haar alvast enkele gedachten daarover, waaruit blijkt dat we ons meer moeten verdiepen in ons eigen nationaal bewustzijn en daar best een kritische houding tegenover mogen aannemen.

Lo Galbo karakteriseert En we noemen hem als een mooie roman, die ook op haar eigen leven gebaseerd is omdat ze van haar oma een ring kreeg die aan haar oud oom Frans, alias bommenneef, een vermeende verzetsheld, geweest was. De vraag hield haar bezig of ze haar eerste kind naar hem moest vernoemen.
Van Heemstra toont de ring die ze om haar vinger draagt, met het wapen van haar adellijke familie erin. Haar oom zou, zo wilde de legende, een verzetsheld zijn die een bommetje bij een NSB-er legde. Zelf hield ze daar op de basisschool een spreekbeurt over die goed ontvangen werd en haar trots maakte. Door gesprekken met kennissen van haar oom, krantenartikelen en archiefonderzoek ontdekte ze dat het allemaal anders lag. Het maakte haar gevoelig voor hetgeen we doorgeven aan onze kinderen, witte vlakken, die grotendeels door de ouders ingevuld worden.

Lo Galbo vraagt wat haar verraste tijdens het onderzoek.
Van Heemstra zegt dat de ontmoeting met de familie, zeventig jaar na dato, van een zeventienjarig dienstmeisje dat bij de aanslag de dood vond en uit de geschiedenis verdween, haar de ogen opende voor de onmacht van een arme familie die in de geschiedenis weinig betekenen, terwijl de machtigen de dienst uitmaken. Zelf voelde ze zich verantwoordelijk voor het reproduceren van de mythe door middel van de spreekbeurt. Ze zegt dat ze een dynamiek op het spoor kwam die men overal ziet.

Helaas ging Lo Galbo niet in op deze laatste opmerking, maar merkt ze op dat Van Heemstra van haar oom een heel ander persoon maakte.
Van Heemstra antwoordt dat de man daar wel van zal balen. Haar vader kreeg door het lezen van de roman juist weer sympathie voor Frans die zijn moeder op jonge leeftijd verloor en later ook nog een dochtertje.

Lo Galbo stelt dat En we noemen hem door het ingaan op deze verzachtende omstandigheden een roman is geworden.
Van Heemstra wil niet zeggen wat er precies verzonnen. Ze heeft meerdere personen tot één persoon ingedikt.

Lo Galbo vond dat ze mooi over de zwangerschap schreef, toch een moeilijk onderwerp in de literatuur.
Van Heemstra antwoordt dat ze dat echt wilde vanuit haar ergernis dat die vaak overgeslagen wordt, terwijl het een gigantische belevenis is, omdat men van één persoon opeens twee personen wordt. De zwangerschap past ook wel bij het onderwerp dat erom gaat wat een mens is. Zelf maakte ze het twee keer mee. Ze schreef dit boek tijdens haar tweede zwangerschap omdat ze de eerste keer aan hoge bloeddruk leed.
Ze hoopt dat haar zoon later zich meer bewust wordt van de verantwoordelijkheid voor de verhalen die men doorgeeft aan een nieuwe generatie. Van Heemstra geeft zelf het goede voorbeeld. Ze noemt de overdracht een Chinees fluisterspel, waarbij onze vroegere nationale helden het er slecht van af brengen. Dat weerhoudt haar niet om de waarheid te vertellen.

Op de laatste vraag van Lo Galbo naar wie ze haar zoon dan wel vernoemd heeft, antwoordt Van Heemstra dat dit de Friese amateur-astronoom Eise Eisinga (1744-1828) is, die zelf een planetarium bouwde.

Hier mijn bespreking van Bommenneef, hier de eerste bladzijden van En we noemen hem op de site van Athenaeum Boekhandel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten