Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 17 juni 2017

Recensie: De bloemen (2009), Koen Peeters


Samenhang der generaties voorbeeldig vastgelegd door zoon, die inmiddels zelf vader is

Het gesprek dat Pieter van der Wielen begin deze maand met Koen Peeters had over De mensengenezer, maakte me razendbenieuwd naar zijn eerdere roman De bloemen. Omdat ik die nog in de kast had staan, kon ik er meteen aan beginnen. De bloemen vertelt het verhaal van de familie van Peeters in twee delen. In het eerste deel wordt het leven van de grootvader Louis en zijn vrouw Hortence beschreven, in het tweede deel horen we een deel hiervan terug in de beschouwing over het leven van René, de vader van de schrijver. Deze laatste, inmiddels alweer zelf vader, laat tussendoor zelf ook van zich horen. De schakeling tussen heden en verleden geeft dynamiek aan de familiegeschiedenis. In zijn beschouwing van de hedendaagse gang van zaken loopt Peeters vaak vooruit op wat er in het verleden nog komen moet. Een mooi voorbeeld hiervan is de Gille, een carnvalspop die zijn vader in het plaatsje Binche aantreft, nadat die eerder door zijn zoon in een museum werd gezien. Dit soort verbanden werpt een bijzonder licht op de tijd die daarmee versmald wordt.

Het drama begint klein maar is desalniettemin aangrijpend. De kleine Louis, geboren in 1901 in het dorp Gierle in de Kempen walgt ervan dat zijn varken doodgemaakt wordt en versneden. Hij wordt dan ook een handelaar in boter en eieren in Antwerpen en laat zijn oog vallen op een dienstmeisje bij een rijke familie. Die hem kan helpen aan een woning waarin zijn vrouw, naast het werk voor de familie, ook zuivelproducten kan verkopen. Veel tijd om de kinderen geboren te laten worden laat Peeters niet. René en zijn oudere broer gaan naar het kleinseminarie en Hortence stopt altijd een brief bij de levensmiddelen die de priesterstudenten blijkbaar van huis meegestuurd kregen. God is duidelijk aanwezig in het gezin en ook in het dorp. De godsdienstigheid van Hortence neemt alleen maar toe als haar dochtertje Maria door een wiek van een molen wordt getroffen, nadat René haar geroepen heeft dat ze thuis moest komen. Het schuldgevoel daarover maakt dat René zijn hele leven bezig zal blijven om iets goeds voor de wereld te doen.

In het tweede deel krijgt de roman meer diepte omdat we vanuit het perspectief van René kijken. Als tienjarige probeerde hij te ontsnappen aan het seminarie, maar hij werd hoogstpersoonlijk door zijn vader naar het pastoorsfabriekske, zoals het seminarie genoemd werd, teruggebracht. René werd redenaar en politicus die de toorn van de Vlaamse nationalisten opwekte en zwaar gewond in het ziekenhuis belandde. De kinderen hadden opeens een vader thuis die in een nekharnas gegoten zat en allergisch was voor geluid. Peeters zelf was woedend toen hij de proces-verbalen over de zaak las die in de doofpot belandde. Later als hij de vermoedelijke dader opzoekt, beseft hij dat hij weinig verhaal meer zal krijgen.  

De relatie met God is een bijzondere in deze roman. Net als in Vader van God van Martin Michael Driessen is God heel menselijk. Anders dan bij Driessen blijft God niet in de hemel maar vertoont zich ook in de wereld als iemand die af en toe bij de levenden aanschuift. De oubolligheid van een God die te pas en te onpas zich aandient is wel een beetje teveel van het goede. Ook de overleden vader en grootvader komen vaak even langs om te vernemen of de schrijver al een beetje opschiet met het familieverhaal. René is het er niet mee is dat God tegelijk met hem door zijn zoon dood wordt verklaard. In een derde deel schrijft Peeters nog een brief aan God, die zich nauwelijks meer tssen de mensen vertoont. Daarin klinkt de nodige sentimentaliteit door over het feit dat het leven verder gaat en dat het verleden afsterft, maar met een chroniqueur als Peeters blijven de vroegere mensen in ieder geval nog wat langer in leven. 

Hier mijn verslag van het gesprek van Pieter van der Wielen met Koen Peeters, hier mijn bespreking van Vader van God.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten