Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 13 oktober 2017

Recensie: Eenrichtingstraat (1994), Walter Benjamin



 Zwierige lijst met alle mogelijke onderwerpen

Eenrichtingstraat - toen nog met een enkele s in het midden geschreven - is een verzameling aforismen, tekstfragmenten en notities die in 1928 in Duitsland het licht zag. Walter Benjamin noteerde invallen en bundelde die lang voordat zijn jeugdherinneringen in Berlijnse jeugd gepubliceerd werden. Ik vond dat laatste werk erg beschouwelijk en herkende dat in een recensie van Cyrille Offermans (De Groene Amsterdammer, 5 augustus 2015). Die schrijft in een artikel met de titel Kroniek van een Berlijnse jeugd dat Benjamin het schrijven van Berlijnse jeugd veroverde op een nog niet fatale depressie.

Eenrichtingstraat - waarop de naam van de documentaire One way street gebaseerd is - is lichter en strijdbaarder van toon, al is het, net als ik in mijn bespreking van Berlijnse jeugd schreef, soms niet zo duidelijk welke kant Benjamin op wil. Hij opent met een stukje Tankstation, waarin hij stelt dat belangrijke literatuur alleen effectief wordt als handelen en schrijven strikt genomen worden afgewisseld. vandaar ook dat hij de vorm van een pamflet of de brochure de voorkeur geeft boven het boek. ‘Alleen deze prompte taal blijkt effectief opgewassen tegen het moment. Meningen zijn voor het reusachtige apparaat van het maatschappelijke leven wat olie is voor machines; men gaat niet voor een turbine-motor staan en overgiet deze met machineolie. Men spuit een beetje daarvan in verborgen nippels en naden, die men moet kennen.’

Onder kopjes die onderstreept zijn om aan te geven dat een nieuw onderwerp wordt aangesneden, gaat het, net als in Berlijnse jeugd, vaak over herinnering maar daarnaast is ook sprake van een revolutionair elan. Het langere stuk Keizerspanorama, dat ook een titel van een hoofdstuk is in Berlijnse jeugd, gaat dit keer over de inflatie, zoals die zich na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland aftekende. Benjamin signaleert ook het verval van het intellect in de Duitse burgerij, het verdwijnen van een ongereflecteerd vertrouwen in de maatschappij en een sterke toename van de armoede die de mens tot schande is. Zelfs de vrijheid van gesprek gaat door de geldontwaarding verloren. Hij sluit het stuk heel actueel af met een oproep tot eerbied voor de natuur. Elders pleit hij voor een snelle afschaffing van de bourgeoisie, ook al zal die ten gunste van het proletariaat toch wel aan innerlijke tegenspraken ten gronde gaan. Geld en regen horen bij elkaar, stelt hij verderop.  

Onder het kopje Leermiddelen schrijft Benjamin over Principes van de dikke pil of de kunst volumineuze boeken te maken. Aan het eind daarvan staat de zin:
Een periode die, metrisch van conceptie, naderhand op een enkele plek in haar ritme gestoord wordt, levert de mooiste prozazin op die zich denken laat. Onder het kopje Verboden aan te plakken! behandelt hij de techniek van de schrijver in dertien thesen. Een daarvan luidt dat men zijn pen stug dient te houden tijdens ingevingen, terwijl hij anderzijds beweert dat men nooit moet ophouden met schrijven omdat niets men meer invalt. Het maakt de gedachtewereld van Benjamin wel eens lastig te volgen. Hij is iemand die in zijn notities ruimte laat voor meerdere interpretaties en meerdere manieren om de werkelijkheid te bezien. Verrassend is een stuk onder het kopje Bierhal dat gaat over matrozen, die zich overal ter wereld thuis voelen, zolang er maar bier is en leuke meiden. Hij brengt hun verblijf op zee in verband met allerlei kroegen overal ter wereld die daar dichtbij elkaar liggen waardoor tijd en ruimtebesef verdicht worden.

Het werk is opgedragen aan zijn Letse vriendin Asja Lacis en gezet in een aparte lay-out met een bijzonder ontwerp van Sasha Stone. In een nawoord getiteld Doortocht schrijft vertaler Michel van Nieuwstadt - die niet dit werk maar ander werk van de Frankfurters vertaalde - dat de term eenrichtingsstraat verwijst naar de gang van de geschiedenis die maar een kant op kan. Ook vertelt hij over de ontstaansgeschiedenis van dit boek en over de invloed die hij op Menno ter Braak had. Het marxistische begrip verdinglijking vat Benjamin anders en breder op dan zijn collega’s van de Frankfurter Schule, maar daarover heeft hij later meer geschreven in Het kunstwerk in het tijdperk van zin technische reproduceerbaarheid (1936).

Hier mijn bespreking van Berlijnse jeugd, hier die van One way street, hier het artikel Kroniek van een Berlijnse jeugd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten