Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 30 juni 2018

Halfjaarbericht Allerhande maar vooral literatuur 2018



 Samen uit het moeras

Aan alles komt een eind. Het einde van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw nadert en daarmee ook mijn blog. Ik startte dat in 2010 naar aanleiding van een uitspraak van Antony Hegarty, dat deze jaren van groot belang achtte voor de toekomst van de wereld. Met aandacht keek ik naar de maatschappelijke ontwikkelingen om zijn uitspraak te testen. Hoewel ik eerder van plan was nog een jaar door te gaan, vind  ik het op dit moment wel genoeg. In het zicht van de haven strijk ik de zeilen. Ik heb idee dat ik mijn punt wel gemaakt heb en dat de rest vooral herhaling zou zijn.

De wereld maakt moeilijke tijden door en dat zal in een jaar tijd niet veranderen. Hufters met grote monden hebben steeds meer lak aan de democratische spelregels en doen alsof de wereld van hen is. Veel tegenspel krijgen ze niet. Burgers wachten gelaten af en hopen op betere tijden. De restauratieve tendens is sterker dan gedacht. Het moeras waarin we ons bevinden lijkt zich voorlopig nog  ver uit te strekken. Stukken vaste grond onder onze voeten worden weggeschopt door dwazen die als een kip zonder kop ook wat menen te moeten roepen en de wanorde alleen maar vergroten. Wellicht dat alle onrust tot bezinning leidt over de vraag wat we hier met zijn allen aan het doen zijn. Dat zou misschien nog iets zijn. In het andere geval ziet de toekomst er somber uit.

Oorzaak van de huidige ellende is de overheersende invloed van het kapitalisme dat iedereen in toenemende mate in zijn greep heeft. De neo-liberale tijdgeest, ingezet door Thatcher en Reagan, wil maar niet wijken. We hebben allemaal onze bijdrage geleverd aan de toestand zoals die nu is en ondervinden inmiddels de gevolgen. Iedereen heeft boter op het hoofd, maar vooral bestuurders dienen zich de toestand aan te rekenen. Zeker degenen die zichzelf verrijkt hebben met gemeenschapsgeld.

Kunst reikt ons een spiegel aan en zet ons, net als het werk van kritische journalisten, aan het denken. In de afgelopen jaren heb ik getracht literatuur te beoordelen aan de hand van authenticiteit, voor mij het criterium van goede literatuur, al is er ook nog de vorm die de inhoud op smaak brengt. Zonder een aansprekende stijl is het immers moeilijk genieten. Dit geldt ook voor andere kunstvormen zoals het theater. Pas als het ethische en het esthetische aspect in elkaar grijpen, kan er een vonk ontstaan, die iets kan laten ontbranden in het bewustzijn van de lezer.

In de indrukwekkende documentaire I am not your negro (2016) portretteert Raoul Peck de zwarte activist en schrijver James Baldwin, die zich verzette tegen het racisme in de Verenigde Staten, een verschijnsel dat de laatste jaren weer toeneemt en misschien nooit weg is geweest. Baldwin beklaagt zich over de morele apathie van de witte elite ten opzichte van de zwarte medemens. Zijn klacht kan vandaag de dag ook worden toegepast op het gebrek aan verantwoordelijkheid ten opzichte van de aarde. Onze nakomelingen zullen het ons niet in dank afnemen, dat we kortstondige genoegens laten prevaleren boven de instandhouding van ons leefmilieu.

Al is de toekomst verontrustend, in hogere mate zelfs dan in 2010 toen ik met dit blog begon, toch valt niet uit te sluiten dat er plotseling een andere mentaliteit kan ontstaan en een sfeer van samenwerking en verbondenheid. Elke keer als ik een zwangere vrouw zie, stel ik vast dat de hoop nog niet verloren is. De onrust kan, geholpen door goede informatie en een betrokken activisten, een besef teweegbrengen dat het anders kan Samen kunnen we elkaar uit het moeras trekken. Ik heb gezegd.

Hier mijn verslag van I am not your negro.



Filmrecensie: Truman (2015), Cesc Gay


Weinig opzienbarend maar sympathiek portret over een mannenvriendschap

De Spaanse regisseur Cesc Gay (Barcelona, 1967), wiens naam voluit Francesc Gay i Puig luidt, maakte met Truman een film over de van oorsprong Argentijnse acteur Julián (links op de poster) die in Madrid woont en vanwege longkanker op zijn laatste benen loopt. Hij krijgt bezoek van een oude jeugdvriend Tomás die inmiddels in Canada woont. De twee gaan vier dagen lang door allerlei heuvels en dalen, zoals dat past bij een afscheid van goede vrienden.

Gay begint met Tomás die afscheid van zijn gezin neemt en de reis naar Madrid maakt. Hij staat opeens voor de deur bij Julián die nergens vanaf weet maar zijn oude vriend warm in de armen sluit. De twee hebben een eerlijke verhouding met elkaar en durven elkaar te waarheid te zeggen, hetgeen meteen al de nodige spanning veroorzaakt. Vooral Julián vindt het niet gemakkelijk om anderen de waarheid te zeggen , al is hij daarover wel duidelijk als anderen hem in een restaurant straal voorbij lopen. Alleen zijn nicht Paula is op de hoogte van de terminale toestand waarin hij verkeert. Julián maakt het haar niet gemakkelijker door te kiezen voor een zelfgekozen levenseinde maar uiteindelijk legt zij zich daarbij neer.

Een belangrijk onderwerp is de toekomst van Truman, de oude hond van Julián, die als een kind voor hem is naast zijn zoon Nicolás die in Amsterdam studeert. Julián wil hem graag onderbrengen bij andere hondenliefhebbers en komt in contact met een lesbisch Russisch stel met een zoon die graag een hond wil. Ze dringen er tijdens het kennismakinggesprek zelfs op aan om de hond een dag bij hen te laten en willen die dag zelfs nog een keer verlengen, maar helaas blijken zij toch niet de geschikte pleegouders.

Een uitstapje maakt de film met het bezoek van de twee vrienden aan Nicolás in Amsterdam. Hoewel Tómas zijn vriend bezweert dat hij eerlijk tegen zijn zoon moet zijn over zijn ziekte, vindt Julián het te moeilijk om het daar over te hebben. Na een lunch met zijn drukbezette zoon en zijn Franse vriendin nemen ze afscheid van elkaar waarbij Nicolás zijn vader een extra knuffel geeft. Eenmaal terug in Madrid hoort Julián dat zijn ex zijn zoon al op de hoogte gesteld had van zijn toestand, hetgeen natuurlijk schaamte opwekt. Tomás raadt hem aan zijn zoon te bellen, maar weet aan de andere kant dat hij in ieder geval spoedig voor een tegenbezoek naar Madrid komt.  

Dan zijn de vier dagen alweer voorbij en moet Tomás terug naar Canada. Julián heeft echter nog een verrassing voor hem als ze op de luchthaven afscheid nemen. Hoewel de film weinig opzienbarend is, is het wel een sympathiek portret van de vriendschap tussen twee oudere mannen.  

Javier Cámara en Ricardo Darín spelen de onafscheidelijke vrienden Tómas en Julián met veel overtuiging. Cámara speelde eerder de rol van Pepe in Lucia y sexo (2001), die van Benigno Martin in Hable con ella (2002), Paca in La mala education (2004) en Ricardo in Los girasoles ciegos (2008). Darín was eerder te zien als Esposito in El secreto de sus ojos (2009)

Hier de Nederlandse trailer die begint met de mooie gitaarklanken, waarmee de film omlijst is, hier mijn bespreking van El secreto de sus ojos.

Filmrecensie: Up in the air (2009), Jason Reitman


Vrijgevochten crisismanager wordt op relationeel gebied getest

Een jaar voordat hij de mooie hoofdrol Jack speelde in The American van Anton Corbijn, droeg George Clooney Up in the air, gebaseerd op de gelijknamige roman van Walter Kirn en een film, die ook in figuurlijke zin veel van een vliegtuigfilm weg heeft. Net als Jack is Ryan Bingham een nogal eenzame man, maar hij heeft zijn leven geheel in dienst gesteld in het ontslaan van mensen, hetgeen op zich al een behoorlijk asociaal is. Als crisismanager reist hij de wereld rond en is persoonlijk vooral geïnteresseerd in het verzamelen van zoveel mogelijk airmiles, in 2018 een onverantwoorde daad ten opzichte van de opwarming van de aarde.

In het begin van de film zien we de vele negatieve reacties op de zakelijke manier waarop Bingham personeelsleden te verstaan geeft dat ze niet meer nodig zijn in hun bedrijf. Hij verpakt dat als een nieuwe uitdaging en raadt hen aan niet te lang te treuren maar meteen het vizier op de toekomst te richten. Daarnaast geeft hij ook lezingen waarin hij het belang van een lichte rugzak benadrukt.

In Dallas ontmoet hij Alex Goran, een vrouw die ook vaak in de lucht zit. De twee brengen de nacht met elkaar door en kijken meteen op hun laptops wanneer ze elkaar weer kunnen treffen. Daarnaast krijgt Bingham van zijn zus Kara de opdracht om in Las Vegas een foto te maken van bekende plaats met daarop de afbeelding van haar dochter Julie en haar vriend Jim, die spoedig met elkaar in het huwelijk zullen treden, geen geld hebben voor een huwelijksreis en met denkbeeldige foto’s hun huwelijk opsieren.

In Omaha, waar het hoofkantoor van het bedrijf staat waar Bingham voor werkt, krijgt hij van zijn baas Craig te horen dat hun manier van werken te duur en is dat dit in de toekomst door middel van videogesprekken zal gaan. De jonge medewerkster Natalie Keener legt uit hoe een en ander in zijn werk gaat. Bingham vreest dat zijn vrije leven op het spel komt te staan, heeft veel kritiek op de presentatie van Natalie en krijgt van Craig gedaan dat Natalie met hem meegaat om te zien hoe hij zijn werk doet.

Wat volgt zijn nogal flauwe scènes waarin de tegenstelling tussen de efficiënte Bingham en de onhandige Natalie uitgekauwd wordt. Als de laatste Alex ontmoet vraagt ze Bingham of hij geen behoefte heeft aan een diepgaander relatie. Zelf is ze er hevig van overstuur als haar vriendje het uitgemaakt heeft, met een sms nog wel, waarmee zij als voorstander van digitale vooruitgang als het ware een koekje van eigen deeg krijgt.   

Als Craig vindt dat de twee genoeg gedeeld hebben, gaat Natalie terug naar Omaha, terwijl Bingham nog een foto moet nemen in Las Vegas en daarna met Alex door gaat naar de bruiloft van zijn nichtje Julie met Jim. Zijn zus Kara heeft het nodige te stellen op relatiegebied en zit in een proefscheiding en de hulp van Bingham is nodig om de verhouding tussen Julie en Jim vlot te trekken, al wordt de angst van Jim om zich te binden wel wat erg clichématig opgevoerd.

De ervaringen maken echter dat Bingham bij zichzelf te rade gaat en een diepgaander relatie met Alex wil. Hij komt daarin echter bedrogen uit en voelt zich daarover zo teleurgesteld dat zelfs het behalen van de mijlpaal van een miljoen airmiles geen betekenis meer heeft. Hij stuurt de helft van de airmiles naar Julie en Jim zodat die tenminste nog een huwelijksreis kunnen maken. Dat de digitale vernieuwing toch niet het gewenste resultaat heeft, is een doekje voor het bloeden voor Bingham. Terwijl Natalie heel wat socialer werk is gaan doen, kan hij in ieder geval weer de lucht in.

Tijdens de aftiteling horen we het lied Up in the air, geschreven door een jongeman die regisseur Jason vraagt of hij daarin misschien nog interesse heeft. 

Hier de trailer, hier mijn bespreking van The American.

vrijdag 29 juni 2018

Filmrecensie: Under the skin (2013), Jonathan Glazer


Mannenlokster uit de ruimte probeert menselijk te worden

Under the skin moet niet verward worden met de gelijknamige film van de Britse regisseuse Carine Adler uit 1997. Daarin gaat het over de manier waarop twee zussen, Rose en Iris omgaan met de dood van hun moeder. De eveneens Britse regisseur Jonathan Glazer (Londen, 1965) verbeeldde met zijn film een intrigerend bezoek van een buitenaards wezen aan onze planeet.

De film opent met futuristische beelden van een tocht vanuit de ruimte waarin het wezen ook meteen de Engelse taal leert. Vervolgens zien we haar in een bestelwagen over de Schotse wegen naderbij komen. Het wezen heeft hulp van een motorrijder die een vrouwelijk slachtoffer ophaalt en in achterin de wagen tilt, waarop het wezen haar meeneemt naar haar nogal duistere verblijfplaats en zich in de kleren van de jonge vrouw hult. Terwijl ze de jonge vrouw nog eens bekijkt ontdekt ze een vliegje op haar onderlichaam en staart daar vol verwondering naar.

Glazer legt in de film niets uit maar laat de beelden voor zichzelf spreken. De toeschouwer dient zelf actief mee te werken om de beelden te interpreteren, hetgeen niet zo gemakkelijk is. Het is bijvoorbeeld de vraag waarom het wezen in haar auto mannen wil oppikken. Wordt ze daartoe gestuurd en wat gebeurt er precies met de mannen die ze verleidt?

Voordat we daar een tipje van de sluier van opvangen zien we dat het wezen, gespeeld door Scarlett Johansson, zich in een bontjas steekt en haar lippen met lipstick extra aanzet. Ze rijdt door Glasgow en doet het voorkomen dat ze de weg kwijt is. Ze nodigt de mannen die haar de weg wijzen, uit een stukje met haar mee te rijden en brengt ze in haar duistere woning, waar ze heel verleidelijk de mannen voorgaat die echter in hun opwinding niet zien dat ze langzamerhand in een donkere vloeistof ten onder gaan.

Als ze twee mannen als vliegen in haar web heeft gevangen zien we dat deze verschrompelen en door het riool weggespoeld worden, maar de betekenis daarvan wordt niet duidelijk. Een van de meest aangrijpende scènes speelt zich af aan de kust waarin een Tsjechische kampeerder een docent redt die te ver in zee gegaan was omdat hij zijn vrouw of kind wilde redden. Op het moment dat de Tsjech hem levend aan de vloedlijn heeft gekregen gaat de docent opnieuw terug.

Er treedt een wending op als het wezen een man met een mismaakt gezicht een lift aanbiedt. De nog tamelijk jonge man is een paria die nog nooit een vrouw gehad heeft en zich met enige aarzeling laat verleiden. Ook hij komt in de zwarte olie terecht maar weet daaruit op een of andere manier, die mij ontgaan is, te ontsnappen. De motorrijder brengt hem echter met veel geweld terug.  

In dezelfde tijd ontsnapt het wezen zelf ook hetgeen tot een gevoelsmatig contact leidt met een aardige man. De eerste seksuele ervaring maakt haar aan het schrikken en ze bekijkt zichzelf met een schemerlamp. Daarop vlucht ze het bos in waar ze een vrachtwagenchauffeur tegen komt die eerst nog aardig tegen haar is, maar wat later zijn zinnen op haar gezet heeft., Hij overweldigt haar, maar schrikt van de zwarte huid die onder haar blanke huid zichtbaar wordt.
  
Under the skin is een bewerking van het gelijknamige boek van Michel Faber

Hier de trailer.

Filmrecensie: Reality (2012), Matteo Garrone


Visverkoper levert zich uit aan illusies

Zo schokkend als Gomorra (2008) van de Italiaanse regisseur Matteo Garrone (Rome, 1968) begint zijn volgende film Reality niet. Integendeel, we worden verrast door een kleurig beeld van een koets met daarin een bruidspaar dat naar een luxueuze uitgaansgelegenheid gaat om daar hun huwelijk in te wijden. Op het feest is ook Luciano aanwezig die zoals vaker op partijen een oud vrouwtje speelt. Hij hoort echter dat dit niet gepast is en gaat vervolgens als uitbundige Napolitaanse volksvrouw.

In die hoedanigheid ontmoet hij Enzo die beroemd geworden is door zijn deelname aan de realityserie Big Brother ofwel Le grande fratello in het Italiaans. Luciano, die in het gewone leven vis verkoopt en daarnaast robots verhuurt voor zijn vrouw Maria, voelt zich wel aangetrokken tot deelname aan het programma en als zijn drie kinderen daarop aandringen trekt hij Enzo aan zijn jasje om te zeggen dat hij auditie wil doen.

Hij wordt inderdaad uitgenodigd om daartoe naar Rome te komen en is daar volgens eigen zeggen de held van de dag, maar eenmaal terug in Napels heeft hij het idee dat hij in de gaten gehouden wordt, onder andere door twee vrouwen uit Rome die vis bij hem komen kopen. Hij polst zijn maat Michele daarover en is nijdig als hij een dag later een bedelaar afscheept terwijl hij ziet dat verderop een controleur daarover een aantekening maakt.

De familie is verdeeld over de deelname van Luciano aan het programma en Maria vreest dat de verhuur van de robots daarmee verklikt wordt, maar Luciano ziet dollartekens en houdt vol. Hij besluit zelfs zijn viskraam te verkopen om een betere indruk te maken. Om zijn goede bedoelingen nog meer kracht bij te zetten, deelt hij hun huisraad uit aan arme mensen, maar dat wordt Maria toch te gortig en met haar kinderen vertrekt ze uit het huis. Luciano die niets hoort van de organisatie zakt daarop weg in een depressie.

De familie wil graag dat Maria zich weer met Luciano verzoent en dat gebeurt ook, maar dat neemt niet weg dat Maria zich toch veel zorgen maakt. Michele schakelt daarop een priester in die een bevlogen preek houdt over het verschil tussen schijn en werkelijkheid. Dat lijkt te helpen, maar tijdens een processie blijkt Luciano toch opeens verdwenen.

Fraai is een scène waarin Luciano samen met zijn maat Michele in de kerk gaat kijken of een vrouw die haar robot niet wil teruggeven in de dienst aanwezig is. Dat klopt het geval. Ze schuiven aan in de kerkbank en proberen haar te overtuigen mee te gaan naar haar huis om haar onschuld te bewijzen. Ook fraai is de rol van Enzo die zich als een gearriveerde acteur beschouwt, nergens tijd voor heeft maar iedereen wel op het hart drukt om toch vooral de eigen dromen waar te maken en daarna met een helikopter naar een volgende festiviteit vliegt.

Net zoals we in het begin van de film op Napels inzoomden, zoomt Garrone op het eind weer uit. Het is daarmee alsof we in een sprookje verkeerd hebben en weer terug zijn tot de orde van de dag. Reality geeft daarmee op kunstige manier aan hoe de mens zichzelf een loer draait daar mee te gaan met illusies.

Hier de trailer, hier mijn bespreking van Gomorra

Filmrecensie: Tyrannosaur (2011), Paddy Considine


Sterk portret van het leven in een troosteloze Engelse buitenwijk

De debuutfilm van de Engelse acteur Paddy Considine (1974) mag er wezen. Het verhaal over de eenzame en driftige Joseph, die in een buitenwijk van Leeds woont. Na het overlijden van zijn vrouw, die hij vanwege haar zwaarte de bijnaam tyrannosaur gaf, is hii in de versukkeling geraakt. Considine geeft de positie  van vijftigers die aan de verkeerde kant van de streep zijn beland, goed weer. Het beeld van de werkloze Joseph die steun zoekt bij de gehuwde, maar eveneens eenzame Hannah (Olivia Colman), eigenaresse van een kringloopwinkel, is zeer overtuigend, vooral door het geweldige acteerwerk van Peter Mullan als Joseph en het scenario van Considine zelf.

Het karakter van Joseph is meteen duidelijk als we beelden van hem zien terwijl hij een honkbalknuppel tegen zijn hoofd tikt, afgewisseld met een scheldkanonnade tegen personen die in de kroeg zitten waar hij net uit vandaan gelopen is. Hij is zo nijdig dat hij zelfs zijn hond een rotschop geeft waaraan die overlijdt. Hij bedreigt een ambtenaar van de sociale dienst en belooft dat hij, nadat hij zijn geld gekregen heeft, niet terug zal komen, maar gooit daarna wel de ruit in. Hij heeft een hekel aan Pakistaanse jongens die in de kroeg biljarten en daarbij grove taal gebruiken en grijpt een van hen bij de keel waardoor er later weer wraak op hem wordt genomen.

Dan is als hij al een keer bij Hannah in haar kringloopwinkel langs is geweest. Bij haar ervaart hij enige troost in zijn moeilijke bestaan, al moet hij van haar christendom weinig hebben. Na het incident met de paki’s klopt hij opnieuw bij haar aan met de drogreden dat hij van zijn fiets gevallen is. In plaats haar liefde te accepteren breekt hij de gemoedelijke Hannah af door commentaar op haar middleclass afkomst en het feit dat ze kinderloos is. Hannah voelt zich zwaar gekrenkt door de opmerkingen van Joseph en reageert dat weer af op haar man James die zin heeft in seks.

Na een bezoek aan zijn terminaal zieke vriend Jack, betuigt Joseph tegen Hannah zijn spijt. Zij gaat met hem naar het café wat weer tot wantrouwen van James leidt. Joseph sloopt het schuurtje waar zijn hond altijd sliep omdat zijn vrouw die niet binnen wilde hebben en krijgt commentaar van zijn sympathieke overbuurjongetje Sam dat hoort dat de hond overreden. Minder sympathie krijgt hij van Bod, de vriend van Sam’s moeder, die een gevaarlijke bulldog heeft en bezwaar maakt tegen het lawaai dat Joseph met zijn moker produceert.

In deze laatste scène is de spanning, net als elders in de film, duidelijk voelbaar. Joseph geeft de bulldog nog net geen mokerslag maar veel scheelt het niet, want Joseph weet van zichzelf dat hij geen gutmensch is. Hij gaat na de dood van Jack opnieuw naar Hannah voor een begrafenispak. Hij ziet dat ze een blauw oog heeft, zogenaamd veroorzaakt door een val van de trap, en ontmoet daar ook de man van Hannah die meteen zijn wantrouwen bevestigd ziet. De verhouding tussen Hannah en James komt in een zware crisis, waarbij het voor de hand ligt dat Joseph diens plaats inneemt. Harmonieus verloopt dat echter niet. In een brief aan Hannah vat Joseph de gebeurtenissen van het laatste jaar samen, waarna hij in een net pak op bezoek gaat in de gevangenis, hetgeen tot een fraaie ontknoping leidt die wordt voorgezet in het prachtig lied We were wasted van The leisure society.  

Hier de Nederlandse trailer, hier een link naar We were wasted.

donderdag 28 juni 2018

Filmrecensie: Joy (2010), Mijke de Jong


Achttienjarige wanhopig op zoek naar haar moeder

Filmregisseur Mijke de Jong is bekend van de registraties als Broos (1997), Brozer (2014) en Fiftyfifty (2015), maar ook van haar trilogie over zoekende meisjes, waarvan Joy de afsluiting is. Daartussendoor maakte ze ook nog de film Tussenstand (2007), waarin gescheiden ouders te kampen hebben met hun onaanspreekbare zoon Isaac.

Joy kent veel vaart en begint met een aangrijpende scène waarin de moeder haar kind in een boodschappentas legt, met haar de deur uitgaat en haar ten vondeling legt. Een gebeurtenis die meteen verklaart waarom de achttienjarige Joy zo met zichzelf overhoop ligt.

Dat is meteen al zichtbaar in de keuken waar ze haar werk doet. Ze heeft nauwelijks oog voor haar bezigheden en verricht ze op een automatische manier. Datzelfde geldt voor het vrijen met haar Servische vriendje Moumou. Ongeduld leidt haar weg. Dat blijkt ook als ze naar het bureau gaat dat haar helpt om haar moeder te vinden. Ze dwingt het eerste adres af dat men van haar moeder kent en neemt regelmatig een kijkje bij en in het nieuwbouwhuis, maar durft een confrontatie met Sanne en haar dochter Imme niet aan. De angst om opnieuw in de steek gelaten te worden is te groot. Ze vertelt er wel over tegen haar zwangere hartsvriendin Denise, die nog in de instelling verblijft waaruit zij is weggestuurd en, zoals we zien, ook niet meer welkom is.

Toch is Joy wel van goede wil. Dat blijkt uit het feit dat ze met Denise, die niet zo’n hele goede verhouding heeft met John, de vader van haar kind, meegaat naar zwangerschapsgymnastiek. Ze is ook benieuwd naar de relatie die de ouders van Moumou met elkaar hebben.

Spannend zijn de fragmenten waarin Joy Sanne en haar dochter in de stad volgt. De kijker vraagt zich af wanneer zij naar voren zal stappen om zich bekend te maken. Ze voelt al nattigheid als ze in het huis van Sanne op het antwoordapparaat hoort dat ze niet dezelfde naam als zijzelf hebben, maar Denise probeert haar gerust te stellen. Als ze naar de bibliotheek gaat, waar Sanne werkt, om zich in te schrijven als lid, is ze overstuur dat Sanne geen lichtje opgaat bij haar naam en geboortedatum.

Na een oproep van het bureau om langs te komen omdat haar moeder haar wel een keer wil ontmoeten, wordt ze geconfronteerd met de werkelijkheid en is ze de wanhoop nabij, maar de geboorte van het kind van Denise en de aandacht die ze krijgt van de hechte Servische familie van Moumou houden haar op de been.  

Samira Maas speelt de moeilijke hoofdrol met verve. Haar roep om liefde gaat gepaard met de angst om zich te binden, hetgeen in de loop van de tijd zal moeten slijten. Scenariste Helena van der Meulen schreef onder andere de scenario’s van Hemel en Zurich van en Bluebird (2004), het eerste deel van de trilogie over waarvan Joy de afsluiting is.

Hier de trailer, die begint met het babygehuil van Joy, hier mijn bespreking van Tussenstand.

Filmrecensie: Next to her (2014), Asaf Korman


Loyaliteit ten opzichte van geretardeerde zus stelt liefdesrelatie op de proef

De Israëlische regisseur Asaf Korman (1982) leverde met de film Next to her een prachtig werk af, dat de prioriteit van menselijke waarden als liefde, opoffering en verzorging tot onderwerp heeft. Hoofdpersoon is Chelli, een conciërge op een middelbare school, die de verzorging van haar geestelijk achtergebleven zusje Gabby op zich heeft genomen en daar de nodige moeite mee heeft. De loyaliteit van Chelli ten opzichte van Gabbi maakt het samenwonen met Zohar, de zeven jaar oudere gymnastiekleraar op haar school, lastig.

In de eerste filmbeelden zien we dat de 27-jarige Chelli de poort open doet voor leerlingen die naar huis willen. Zelf moet ze ook snel naar huis om haar 24 jarige zusje Gabby eten te geven en uit te laten. Ze staat onder druk van sociaal werkster Shifra, die wil dat Gabby naar een opvangcentrum gaat en dat is voorstelbaar want Gabby bonkt met haar hoofd tegen de grond uit onvrede met haar eenzame bestaan.

Als de moeder van de zusjes langskomt en Gabby haar een bloedneus slaat is de maat vol en gaat Chelli met Gabby naar een dagcentrum, waar Svetlana ofwel Sveta de scepter zwaait. Sveta neemt Gabby graag op en wint haar vertrouwen zoals blijkt omdat Gabby vaak haar naam mompelt.

Zohar heeft een oogje op Chelli en neemt haar mee naar zijn kamer in zijn ouderlijk huis na een feestje waar Chelli door haar eigen laconieke gedrag niet toegelaten werd. Op de kamer begint ze vanuit frustratie daarover de vriendelijke 34 jarige leraar meteen op een onstuimige manier te verleiden en daarna gaat ze snel weer naar Gabby. Dat ze moeite heeft met haar verzorgende rol blijkt als ze, in bad met haar zusje, haar hoofd met haar voet onder water probeert te houden. Wat als een spelletje begon, loopt bijna slecht af.

De wilde vrijpartij met Zohar vraagt om een vervolg, bij Chelli en zeker bij Zohar die wel eens bij zijn moeder weg wil. Zohar maakt kennis met Gabby en is meteen op haar gesteld, al vindt hij het moeilijk in de ochtend zijn tanden te poetsen met de borstel die die de zusjes, als bewijs van hun onafscheidelijkheid, samen gebruiken.

Hij trekt in bij de zusjes, slaapt zolang in de kamer van Chelli die altijd in de woonkamer naast Gabby op de sofa ligt en gaat ook vaak naar buiten met Gabby, onder andere naar de ballenbak. Chelli kan natuurlijk niet om haar verlangen heen om ook samen te zijn met Zohar en dat leidt tot complicaties die ik niet zal bespreken om het fraaie einde van de film niet weg te geven.

Het verhaal is geschreven door Liron Ben-Shlush die de echtgenote is van de regisseur. Ze speelt haar rol met verve en dat gaat ook zeker op voor Dana Ivgy als de geretardeerde Gabby.  

Hier de trailer.

woensdag 27 juni 2018

Grizzly man (2005), documentaire van Werner Herzog


Een beer is geen mens en een mens kan geen beer worden

Grizzly man is een fascinerende documentaire die de Duitse regisseur Werner Herzog (München, 1942) maakte over Timothy Treadwell (1957-2003). Deze Amerikaan zocht gedurende dertien seizoenen contact met de grizzly beren in een nationaal park in Alaska, maar moest dat met de dood bekopen. Ook Amie Huguenard, die de laatste jaren met hem mee was, overleefde het avontuur niet. Treadwell liet wel honderd uur film na die hij in de laatste vijf zomers maakte, al kwam Amie daar nauwelijks op voor. Het was vooral het project van Treadwell. Herzog toont fragmenten daaruit die een bijzonder licht werpen op de vossen- en berenvriend en praat ook met betrokkenen, zoals een lijkschouwer, een medewerkster en een vriendin en in breder verband met een bioloog, die nuchter constateert de beer geen mens is en dat de mens omgekeerd ook geen beer kan worden, hoe graag hij ook zou willen.

In 2003 worden de lijken van Treadwell en Amie gevonden door een piloot van een watervliegtuig dat hen op zou komen halen. Omdat zij niet reageerden op zijn roepen ging hij kijken en zag tussen de struiken de ribbenkast van een man. Hij ging zo snel mogelijk terug naar zijn vliegtuig, net op tijd om een beer te ontlopen en probeerde, door over de plek des onheils te vliegen, te verhinderen dat de beer zich verder te goed zou doen aan het lijk. Dat was echter niet besteed aan de hongerige beer, die juist harder ging eten. De piloot riep de hulp van parkwachters in, die de beer dood schoten.

Dat was iets dat tegen de zin van Treadwell zou zijn geweest, zegt de piloot. Hij zou zoiets nooit doen. Hij had zelfs geen geweer bij zich, zo geloofde hij in de mogelijkheid om een goed contact met de grizzlyberen op te bouwen. In de filmbeelden die hij maakte zijn daarvan vele staaltjes te zien. Treadwell zegt daarin dat hij vooral geen angst moet tonen en door een combinatie van strengheid en liefde zowel grenzen stellen als de beesten het gevoel moet geven dat zij bij hem in goede handen zijn.

Jewel Palovak was een vriendin en medewerkster van de stichting Grizzly people die Treadwell in het leven had geroepen om krijgt het horloge dat Treadwell droeg en dat tot haar verbazing nog steeds loopt. Ze wil de geluidsband die bestaat van de tweevoudige moord niet terug horen. Later strooit zij met een andere vriendin de as van Treadwell uit over de vlakte in de buurt van waar hij stierf.

Volgens Herzog probeerde Treadwell in de films zijn eigen ziel te verkennen. Om meer over hem te weten te komen gaat hij naar diens ouders in Florida die vertellen dat Tim al kind al graag met teddyberen speelde, dol op dieren was en door een rugblessure een beurs kwijt raakte. Nadat hij vervolgens een begeerde rol in een televisieserie niet kreeg, raakte hij aan lager wal. Hij werd gekweld door stemmingswisselingen, trok hij zijn terug uit de mensenwereld en probeerde het bij de beren, die ook slecht behandeld werden. In de film is te zien dat hij nogal paranoia is ten opzichte van stropers die het op hem gemunt zouden hebben. Op het eind verwenst hij de hele beschaafde wereld met parkwachten en al. 

Herzog meldt nog dat Treadwell aan het eind van de laatste zomer ruzie kreeg met de luchtvaartmaatschappij over de geldigheidsduur van zijn ticket en dat hij daardoor met Amie terug ging naar het gebied waar hij verbleef. Daar liepen inmiddels andere beren uit het noorden rond met honger en minder ontzag voor mensen. In de laatste opname, enkele uren voor zijn dood, aarzelt hij ook om deze te beëindigen. Herzog zegt dat we in ieder geval nog de filmbeelden hebben, die ons veel vertellen over onszelf, waarmee hij mogelijk op onze houding tegenover dieren doelt.  

Hier de trailer.

Filmrecensie: Monte Carlo (2001), Norbert ter Hall

Jonge chauffeur en oudere welgestelde mevrouw samen op reis

Filmregisseur Norbert ter Hall (Gorichem, 1966) is bekend van verschillende televisieseries en televisiebewerkingen van optredens van cabaretier Theo Maassen. Hij debuteerde in 2001 op filmgebied met Monte Carlo, een Nederlandse roadmovie waarin een welgestelde, maar zieke dame samen met een jonge chauffeur naar Monte Carlo gaat om daar geld van de familierekening te halen, maar vooral een romance te herdenken met een knappe Fransman. Vanwege haar ziekte zal het de laatste keer zijn dat ze deze reis kan maken en daarom heeft ze alles tot in de puntjes voorbereid. Ze heeft echter geen invloed op de jonge Surinamer die zijn eigen ideeën over zo’n reis heeft, waardoor de conflicten tussen de twee vaker dan eens voor veel onrust zorgen.

Harald, de zoon van de welgestelde dame, kan haar helaas niet rijden maar treft een monteur in de garage waar hij de oude Mercedes naar toe heeft gebracht voor een onderhoudsbeurt, die dat wel zou kunnen. Zijn naam is Danny en hij is niet op zijn achterhoofd gevallen. Hij zegt nog niet meteen ja tegen de dame die nogal schreeuwerig en bazig vanuit haar ziekbed regeert. Het geld dat hij kan krijgen als hij zijn taak volbracht heeft lokt hem wel en daarom brengt hij zijn kat voor een week bij zijn buurvrouw.

De reis gaat niet over rozen. Madame wil dat hij de route volgt die zij op de kaart heeft ingetekend en verbiedt hem te roken in de auto. Danny op zijn beurt als hij bij de grens merkt dat het paspoort van zijn passagiere al twintig jaar verlopen is. Omdat ze echter allemaal binnenwegen nemen is de kans op ontdekking daarvan niet groot. Danny op zijn beurt heeft weer geen rijbewijs, ontdekt mevrouw nadat hij zich nogal roekeloos in het verkeer bewoog en daarmee staan de twee quitte. Zo zijn en blijven ze erg gewaagd aan elkaar.

Het pistool dat Danny in zijn plastic tas draagt vormt onderwerp van een langdurig meningsverschil tussen de twee tot madame het wapen op een dag uit het raam werpt. Verschillende keren wil Danny er de brui aan geven, maar steeds haalt madame hem weer terug. Door alle conflicten heen ontstaan zelfs een nauwere band tussen de twee, waardoor Danny mevrouw mag aanspreken met Constance.

Zoals in de lijn van de verwachting ligt in een roadmovie, komt er een achtervolging in voor door de politie, eerst al omdat ze te hard reden, maar de tweede keer omdat ze weg zijn gereden uit een hotel zonder te betalen. Lefgozer Danny weet de auto snel in een zijweg te sturen waardoor de twee aan de aandacht van de twee gendarmes ontsnappen.

Het verhaal komt van Robert Alberdingk Thijm, de achterkleinzoon van de man die verschool achter het pseudoniem Lodewijk Van Deyssel. Helaas is zijn tekst niet heel sterk en zijn de situaties, waaronder die met een stel jonge Engelse liftsters of een wijnproeverij erg voorspelbaar. Een viertal Franse liedjes moet zorgen voor meer sfeer. De rollen van Danny en Constance worden fraai ingevuld door de acteurs John Wijdenbosch en Kitty Courbois (1937-2017), die acht jaar later in Amsterdam, de debuutfilm van Ivo ten Hove speelde, maar meer ervan maken dat ze opgedragen kregen, konden ze ook niet.

Hier mijn bespreking van Amsterdam.

dinsdag 26 juni 2018

In pursuit of silence (2015), documentaire van Patrick Shen


Stilte is een menselijke basisbehoefte die sterk onderschat wordt

Het werk van de Amerikaanse documentairemaker Patrick Shen, bekend van Flight from death: the quest for immortality (2003), The philsopher kings (2009) en La source (2012), heeft een sterke maatschappelijke inslag. Dat blijkt ook weer in de documentaire In pursuit of silence. Shen reist de hele wereld door en maakt duidelijk dat de waarde van de stilte in onze gehaaste en luidruchtige maatschappij veel te weinig erkend wordt met alle nadelige gevolgen vandien voor de gezondheid van de moderne mens. De WHO heeft vastgesteld dat geluidshinder de grootste vervuiler is na luchtvervuiling. De stellingname van Shen is een tegenwicht tegen alle overspannen ideeën over de digitalisering van de maatschappij. Daarbij wordt vaak vergeten dat de mens vooral een zintuiglijk wezen is en dat het benadrukken van het verstand leidt tot een vermindering van diens individualiteit en kritische vermogen.

Shen laat ons, om te wennen aan de stilte, lange shots zien van een groene akker (zie foto), de zee, water en vervolgens een benzinestation. Daarmee komt hij al dichtbij de menselijke invloed op de natuur. Deze wordt verder weergegeven met beelden van een ruïnewoning, een groep mensen die op een heuvel aan het vliegeren is en een herdenking waarbij een minuut stilte in acht wordt genomen. Daarna raast het geluid van een autosnelweg en een opstijgend vliegtuig door ons heen. Later zien we ook nog een soort geluidsvervuiling op de Amerikaanse televisie, die ervan uitgaat dat het uiten van een mening het hoogste goed is. Velen kunnen al niet meer tegen stilte en hebben afleiding nodig om de waarheid omtrent henzelf te vergeten.

Greg Hindi, die in stilte een voetreis door de Verenigde Staten maakt, heeft afstand genomen van de opgefokte manier van leven en geen enkele behoefte meer aan afleiding die door de westerse media en reclame-uitingen over ons wordt uitgestort. Door het zijn in stilte ervaart hij dat we veel meer met elkaar verbonden zijn. Hij kan niet precies omschrijven wat het belang van zijn tocht is, maar denkt wat dat introspectie van belang is om zichzelf en de maatschappij te begrijpen.

Hij is een van de weinigen die de waarde van de stilte, die in de documentaire door sociale wetenschappers en schrijvers uiteengezet wordt, in praktijk brengt en met Shen communiceert door middel van een geschreven tekst uit zijn notitieblok. De theoretici maken duidelijk dat de stilte cruciaal is voor de mens, dat die vroeger nodig was om te overleven en dat men daarmee uiteindelijk ook om in contact met god komt. Shen laat dan ook verschillende monniken zien die de weg van stilte gaan.

In Japan heeft men altijd al meer besef van het belang van stilte gehad. Shen filmt een boeddhist in een tempel die zegt dat men de stilte deel van zichzelf moet laten worden. Tijdens een theeceremonie leidt de stilte tot vrede. Shen filmt ook in natuurparken in de Verenigde Staten en geeft daarbij aan hoeveel decibel aan geluid daar gemeten wordt.

John Cage, die in 2012 in John Cage – journeys in sound geportretteerd werd door Allan Miller en Paul Smaczny, vertelt over openbaringen die hem aanzetten tot het experimenteren met geluid. In een echoloze ruimte hoorde hij het hoge geluid van zijn hersenen en het lagere van zijn bloedsomloop, waarop hij concludeerde dat wij als mens dezelfde achtergrond delen. Zijn kunst is bedoeld om de werking van de natuur na te bootsen. Zijn stille werk 4’33 werd in 1952 woedend ontvangen maar later kon hij op meer begrip rekenen. Stilte is volgens Cage ook geluid dat we moeten leren verstaan, waarna Shen ons terugvoert naar het eerste beeld van de groene akker.

Hier de trailer, hier mijn bespreking van de documentaire John Cage – journeys in sound.

Filmrecensie: A weekend in Paris (2013), Roger Michell


Echtpaar in een midlifecrisis vindt in Parijs elkaar weer terug

De samenwerking tussen de Britse toneelschrijver Hanif Kureishi, zoon van een Pakistaanse vader en de van oorsprong Zuid-Afrikaanse regisseur Roger Mitchell (1956) leverde in 2006 de prachtfilm Venus op, ook door het spel van Peter O’Toole. Het vervolg A weekend in Paris is daarvan maar krijgt echter flauwe afspiegeling. Dat komt door de karikaturale wijze waarop de personen en vooral Meg, de partner van Nick Burrows, wordt uitgebeeld. Deze twee Engelsen uit Birmingham gaan vanwege hun dertigjarige verbintenis terug naar Parijs waar ze ooit op huwelijksreis gingen, maar inmiddels hebben ze teveel onvrede in zich om daar een succes van te maken.

Dat de onderlinge verhouding tussen biologielerares Meg en docent in de filosofie Nick niet zo goed is, blijkt al in de trein naar hun bestemming. Meg doet onaardig tegen Nick, die besluit maar een tijdje in de restauratiewagen te gaan zitten. Ook het hotel is niet meer wat het geweest is. Meg walgt meteen al van de beige kleur van de kamer en zit al in een taxi terwijl Nick nog in onderhandeling is met de receptionist van het hotel.

In de taxi strooit Meg kwistig met de euro biljetten die Nick op zak had en ook in het luxe hotel waar ze een luxe suite met uitzicht op de Eiffeltoren betrekken, waar Tony Blair ooit geslapen heeft, is ze uitgelaten, tot het manische aan toe. Nick moet het vaak bezuren ook op seksueel gebied. Meg houdt hem daarmee kort, wetende dat hij afhankelijk van haar is, waardoor hij zijn frustraties van zijn af laat glijden met harde muziek van Bob Dylan, drank en het maken van een fotocollage.

Af en toe kan Meg toch nog wel genieten, vooral van het Franse eten. Een telefoongesprek met een hun twee zoons, die met vrouw en kind bij hen wil intrekken vanwege ratten in zijn huis, maakt de sfeer er niet beter op. De schappelijke Nick is veel meegaander dan de nukkige Meg, al heeft hij het niet gemakkelijk met het feit dat hij met vervroegd pensioen wordt gestuurd na een vervelende opmerking tegen een zwarte studente. Hij zou wel een boek willen schrijven, terwijl Meg het bestaan van biologielerares beu is en ook graag iets anders zou willen. Ze probeert haar verzet tegen het saaie bestaan uit te leven door het vluchten als de restaurantrekening op tafel verschijnt.

Enige spanning krijgt ze van het etentje in de Rue de Rivoli, waarvoor de welgestelde en wel erg extraverte Morgan, een vroegere studiegenoot van Nick uit Cambridge, hen heeft uitgenodigd. Tijdens de voorbereidingen krijgen de twee nog ruzie over het vermeende overspel dat Meg volgens Nick heeft met de jonge computerleraar Melik. Meg is daarover zo boos dat ze op het feestje ingaat op het verzoek van een econoom om later op de avond ergens dichtbij in een café samen nog wat te drinken.  

Op datzelfde moment spuwt Nick zijn gal tegen een zoon van Morgan, die op zijn kamer zit te blowen. Nadat Morgan voorafgaande aan het diner de loftrompet heeft gestoken over het geweldige leven van Nick, beantwoordt hij die met een litanie van klachten over zijn werk en zijn relatie, hetgeen hem op een positieve reactie van de zoon en tenslotte ook van Meg komt te staan.

Hier de Nederlandse trailer van A weekend in Paris, die in het Frans Le week-end heet, hier mijn bespreking van Venus.

maandag 25 juni 2018

Filmrecensie:Woman in gold (2015), Simon Curtis


Fraai vormgegeven portret van een vrouw die het familiebezit terug wil

Na zijn vorige, indrukwekkende film My week with Marilyn (2011) over een korte verhouding van een Engelsman met diva Monroe, wendt de Engelse filmregisseur Simon Curtis (Londen 1960), zich tot een geheel andere kwestie. Dit maal verdiept hij zich in de wereld van de teruggave van kunstwerken die door de nazi’s gestolen zijn aan de voormalige eigenaren. Het betreft in dit geval een portret van de Oostenrijkse schilder Gustav Klimt (1862-1918) met de titel Woman in gold, dat op het ogenblik in een galerie in New York hangt. De vrouw die daarop figureert heet Adèle Bloch Bauer en zij stierf al voor de Tweede Wereldoorlog. Na de dood van haar zusje Luise gaat Maria, een nichtje van Adèle, die al lang in de Verenigde Staten woont, op grond van de nalatenschap van Luise op zoek naar het culturele bezit van haar familie.

Maria polst tijdens de begrafenis een vriendin over een geschikte advocaat die haar kan bijstaan en hoort over Randy (Ryan Reynolds), een kleinzoon van componist Arnold Schönberg, die juist in dienst is genomen door een gerenommeerd advocatenkantoor. Het eerste contact tussen Maria en Randy verloopt moeizaam, maar ze worden met elkaar verbonden door het verleden van slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Randy leest de brieven die aan Luise werden gestuurd, begrijpt dat het om een kunstwerk van miljoenen gaat en krijgt van zijn baas toestemming om samen met Maria naar Wenen te gaan waar een conferentie wordt gehouden over kunstrestitutie. Maria wil aanvankelijk niet terug naar de stad waar zoveel nare geschiedenis ligt,

In de fraai aangeklede film worden de archiefbeelden van de oorlog mooi ingepast in het verhaal waarin Randy en Maria zich samen met een Oostenrijkse onderzoeksjournalist inspannen om het familiebezit weer in handen te krijgen. Als Maria bijvoorbeeld in een taxi zit ziet ze zichzelf samen met Adèle wiens haar ze kamde en met Luise en haar moeder aan een tafeltje op een terras, gebeurtenissen die zich afspeelden nog voor de Anschluss die van Oostenrijk een vazalstaat van de nazi’s maakte. Luise vertrok vlak daarvoor met haar oom Ferdinand naar Zürich, de vader van Maria vond het achteraf dom van zichzelf dat zij ook niet gevlucht waren. Smartelijk is het afscheid dat Maria in het leeggeroofde huis van haar ouders neemt als zij met haar jonge echtgenoot naar Keulen kan vluchten, hetgeen door het oog van de naald lukt.

Het valt niet mee voor het drietal om tegen de bureaucratie in te gaan. Ze bezoeken het museum waar Woman in gold hangt, dat in het begin van de film gemaakt werd, waarbij Adèle, die in 1923 overleed, zich uitsprak over een zorgelijke toekomst. Randy ziet tot twee maal toe een uitweg uit het juridische doolhof, waarin ze terecht zijn gekomen. De eerste keer ontdekt hij dat de nalatenschap anders in elkaar zit dan gedacht, maar vangt hij bot, ondanks een bevlogen toespraak van Maria tijdens de conferentie over de kunstrestitutie. De tweede keer neemt hij zelfs ontslag en ontdekt hij dat hij ook vanuit de Verenigde Staten een aanklacht kan indienen tegen de Oostenrijkse staat. Nadat zijn verzoek is goedgekeurd door een vrouwelijke Amerikaanse rechter, moet Randy weer terug naar Wenen. Maria heeft daar helemaal geen zin meer in, maar als Randy voor de arbitragecommissie staat, verschijnt ze toch in de zaal.   

De mooie rol van Maria wordt gespeeld door Helen Mirren, die ik niet kon vergeten als de Engelse koningin Elizabeth in de gelijknamige film van Shekdar Kapur uit 1998.

Hier de trailer, hier mijn bespreking van My week with Marilyn, hier mijn bespreking van Elizabeth.

Always together (2014), documentaire van Eva Tomanova


Vrije opvoeding doet meer schade dan goed

De Tsjechische filmmaakster Eva Tomanova debuteerde met een bijzonder portret van een gezin uit haar land dat negen kinderen heeft en volledig afgezonderd van anderen in het bos in Bohemen leeft. Vader Petr studeerde computerkunde maar kreeg het in zijn hoofd om een vrije opvoeding als een levensvervulling op zich te nemen en zijn vrouw Simona volgde hem daarin, al was het niet altijd van harte. Petr is nogal een ouderwetse man met traditionele opvattingen waarin de man de baas is en de kinderen vooral moeten doen wat hij zegt.

Always together ofwel Stále spolu in het Tsjechisch begint met een bezoek van Petr aan een overheidsdienst die uitkeringen verschaft. Hij heeft voor de gelegenheid al zijn kinderen meegenomen en wil meer geld dan een schamele bijstandsuitkering waarvan ze niet kunnen leven. Hij zegt dat zijn manier van leven van belang is voor de maatschappij maar krijgt te horen dat de ambtelijke molens langzaam werken.

Vervolgens stelt Petr zijn vrouw Simona en zijn kinderen voor, van de oudste Dorotka tot de jongste Rosa. Hij heeft ook twee oudere zonen Prokop en Kaspar, die zich op de muziek gestort hebben en zo te zien zelf hun gitaren maken. Ze hebben altijd jasjes aan, treden ook op, al is dat zonder vergunning en halen niet veel geld op, waarschijnlijk omdat het aan het eind van de maand is denken ze. Het gezin is dan al voor een lange vakantie met een oude camper richting het westen gereden, terwijl Dorotka op het huis past en later in de film ook nog zwanger blijkt te zijn. Van haar man zien we alleen een glimp tijdens de doop van hun kind maar verder wilde hij wellicht niet voor de camera komen. Simona was gewend aan de stad en heeft getwijfeld of ze zo’n leven in de natuur wel wilde leiden. Ze is verschillende keren weggelopen maar toch steeds weer teruggekomen omdat ze de kinderen niet in de steek wilde laten.  

Een bijzondere scène speelt zich af op de school waar de op drie na jongste dochter samen met haar vader naar een school gaat waar ze een gesprek heeft met een juf. Tomanova legt weinig uit dus weet ik niet precies wat daarvan de bedoeling was maar ik vermoed dat Petr door de overheid eraan gehouden wordt om af en toe de ontwikkeling van zijn kinderen te laten nakijken. In ieder geval is het meisje erg geremd door haar vader die achter in de klas zit en durft ze nauwelijks antwoord te geven op vragen van de juf die absoluut niet op de hoogte is van haar opvoeding. Zo vraagt ze wat ze voor haar verjaardag gekregen is, terwijl die, wellicht uit geldgebrek, niet gevierd worden.

De kinderen leven in een armoedige toestand, al worden ze door hun vader met zijn wijze levenslessen op de goede kanten van hun bestaan gewezen. Ook de oudere jongens Prokop en Kaspar, die bedreven zijn op gitaar, durven weinig negatiefs over hun vader te zeggen. Kaspar liep een tijdje geleden weg, maar kwam toch weer terug omdat hij in de buitenwereld niet kon aarden. Petr is vooral trots op hun zelfstandigheid en de eerbied die zij tenminste nog voor hun ouders hebben Tomanova zou in 2024 nog eens terug moeten gaan om te zien wat er van de kinderen geworden is.  

Hier de trailer, hier een interview met de maakster op IndieWire, waarin ze ingaat op de moeilijkheden die het maken van de documentaire met zich meebracht.

zondag 24 juni 2018

Filmrecensie: Le prénom (2012), Matthieu Delaporte en Alexandre de La Patellière


Vermakelijk gesteggel tijdens een etentje

Le prénom - ofwel What’s in a name? in het Engels - is gebaseerd op een gelijknamig toneelstuk dat in Parijs veel succes had. De cast voor de film kwam grotendeels overeen met die van het toneelstuk, zodat de film vlot tot stand kwam. Le prénom speelt zich af tijdens een etentje dat literatuurprofessor Pierre (rechts) en zijn vrouw Elisabeth (naast hem) geven voor hun intimi: Vincent (links), de jongere broer van Elisabeth en zijn vrouw Anna (in het groen) en huisvriend Claude (midden). De sfeer is heerlijk druk en de dialogen zijn flitsend. Bijzonder is dat men heel lang doorzeurt over de voornaam van de zoon van Vincent die nog in de buik van Anna zit.

Nadat Matthieu Delaporte en Alexandre de La Patellière een pizzakoerier heeft laten langskomen die op een verkeerd adres was en de hoofdpersonen uitgebreid aan de hand van beelden uit hun leven hebben geïntroduceerd, vallen we binnen in het Parijse appartement van Pierre en zijn vrouw Elisabeth. Terwijl Pierre naar de sleutels van de kelder zoekt, belt Elisabeth met haar moeder over de gerechten voor het diner. Hun twee jonge kinderen Myrtille en Appolin liggen al in bed.

Als eerste komt trombonist Claude aan met een fles goede wijn, vervolgens Vincent, nog zonder zijn vrouw Anna, die een echo laat doen. Terwijl Elisabeth in de keuken staat, helpen de gasten om de sleutel te zoeken. Vuur in de pan ontstaat als Claude en Pierre Vincent ondervragen over de naam van zijn aanstaande kind. Voor de grap zegt Vincent dat ze besloten hebben dat ze de jongen Adolphe zullen noemen, naar de hoofdpersoon uit een roman van Benjamin Constant. Vooral Pierre is razend. Men noemt zijn kind toch niet naar Hitler? Het onderwerp leidt ook tot spanning tussen Elisabeth en Pierre. Volgens haar ziet hij neer op het gewone leraressenbaantje dat zij heeft, terwijl zij zich heeft opgeofferd voor zijn carrière.

De binnenkomst van Anna leidt tot verdere disharmonie omdat de snel gekwetste Pierre gevallen is over een opmerking van Vincent over de namen van zijn kinderen. Hij verwijt Vincent zijn grappenmakerij en vooral de grimas die hij daarbij altijd laat zien en noemt hem een egoïst. Vincent voelt zich daardoor weer belazerd. Ook Claude komt er niet heelhuids van af. Hij hoort dat men hem de bijnaam pruim heeft gegeven en dat men vermoed dat hij een homo heeft. Claude bekent vervolgens dat hij al een paar jaar een relatie heeft met een persoon die in het gezelschap heel goed bekend is.

Daarop ontstaat een nieuwe voedingsbodem voor onrust. Eerst denkt Vincent nog dat Claude stiekem een verhouding heeft met Anna, maar daarop bekent Claude dat hij een relatie heeft met Francoise, de moeder van Elisabeth en Vincent. Vincent walgt er van en Elisabeth voelt zich gepasseerd dat Claude tegen haar nooit iets daarover heeft gezegd. Ze vertelde hem immers wel over de problemen van Pierre. De rapen zijn helemaal gaar als Vincent Claude neerslaat. Tot overmaat van ramp belt ook nog Francoise, waarop Elisabeth haar onverbloemd op de hoogte stelt van de stand van zaken op dat moment. De geboorte van de baby van Anna en Vincent, die ook de rol van verteller heeft, brengt tenslotte weer meer harmonie. Al en al een bijzonder onderhoudende film. 

Hier de Franse trailer.