Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 28 augustus 2012

Recensie: Muleum (2009), Erlend Loe


Op zoek naar de dood

Erlend Loe is een bekende Noorse schrijver, die ook kinderboeken en coming of age- boeken schreef. De recensie van Gelukkig getrouwd op de site van Athenaeum inspireerde mij om eens iets van Loe te lezen. De omslag van Muleum zag er uitnodigend uit. Doet denken aan de film Chicken run (2000), maar gaat over de achttienjarige Julie die in 2005 in één klap haar familie door een vliegtuigongeluk kwijt raakt. Haar vader, moeder en broer Tom zijn neergestort in Afrika. Julie krijgt nog een smsje: We storten neer. Houden van je. Doe wat je wilt. Pappa.

Daar zit je dan met kerst in je eentje in een kapitale villa. Tegen haar vrienden en familie heeft Julie gezegd dat ze al onderdak is. Er loopt daar wel Kzrysztof, een Poolse tegelzetter rond. Julie heeft geen zin meer in het leven. Ze wil dood en zoekt wegen om die te vinden.

Hoewel haar vader elke vorm van artisticiteit afkeurde en broer Tom op het spoor zette van een studie rechten, is Julie op aanraden van haar therapeut psycho-Geir begonnen aan een dagboek. Verder doet ze niet veel. Ze luistert naar een cd van Antony, die ze cadeau van Kzrysztof kreeg en kijkt op de televisie naar de Olympische Winterspelen. Dat moeten dan wel die van 2006 zijn. Vriendin Constance van het Christelijk Gymnasium smeert haar een hond aan en vraagt haar een kleine toneelrol op zich te nemen tijdens een schooluitvoering. Julie denkt dat het optreden een goede mogelijkheid biedt om zich op te hangen, maar het touw dat ze daartoe koopt blijkt te elastisch. Constance komt op bezoek in het ziekenhuis en smokkelt een hondje mee omdat ze denkt dat Julie die wel kan gebruiken. 

Als ze eenmaal weer hersteld is, gaat ze vliegen. In de lucht voelt ze zich het meest op haar gemak. Wat haar betreft mag ze neerstorten. In verschillende gebedsruimten in Brussel zoekt ze steun. Ze komt in contact met moreel consulente Marijke, die verder ook niet weet wat zij met haar aan moet en haar mee naar huis neemt. De buurman van Marijke, Dennis, raadt haar aan over een ander te schrijven, om zo de aandacht van zichzelf weg te houden. Julie begint een boek over het meisje Solfrid, maar daar komen we niet veel meer over te weten dan dat ze de satan zelf op haar dak krijgt. Ze besluit verder te reizen en de shorttracker Ahn Hyun-Soo in Seoel op te zoeken die Olympisch goud heeft gewonnen. Na een kort verblijf bij hem reist ze zwanger weer verder. Om besmet te worden met het H5N1 virus ligt ze dagenlang in een kippenloods in Roemenie en als dat niet het gewenste reslutaat oplevert zoekt ze op een lijst met  extreem gevaarlijke reisbestemmmingen haar doel.

Het boek is geschreven als een dagboek en speelt in de tijd dat de Noorse spotprenten tegen de islam wereldwijd in de aandacht stonden. Julie richt zich tot haar vader. In korte zinnen, die bijna spreektaal zijn en veel vaart opleveren, vertelt ze over haar gevoelens. Het begint sprankelend, maar wordt na verloop van tijd toch wat zeurderig. De zinnen gaan vervelend dreunen en de avonturen worden niet boeiender Af en toe is het op het kinderlijke af, wat Julie bijvoorbeeld schrijft over de dood die haar ouders vonden:
‘Tot het moment dat ze Afrika raakten waren ze waarschijnlijk nog in leven. Toen ze één centimeter boven Afrika vlogen, leefden ze nog, maar toen ze Afrika raakten, waren ze dood. Als ik het op die manier opschrijf, klinkt het misschien alsof ik Afrika de schuld geef van hun dood, maar dat is natuurlijk niet het geval. Afrika kon er ook niets aan doen. Dat ligt daar nou eenmaal.’ Maar wellicht kan een jongvolwassene hier wel van genieten.

P.s.: de titel is een verbastering van het woord museum dat Julie als kleuter uitsprak als muleum en dat in haar familie een ingeburgerd begrip werd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten