Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 30 november 2013

Recensie: Het einde van Johan van Oldenbarnevelt (2005), Thomas Rosenboom



Mooi initiatief om verleden toegankelijker te maken.

De volledige titel van dit werkje luidt Het einde van Johan van Oldenbarnevelt [beschreven door zijn knecht Jan Francken] hertaald door Thomas Rosenboom. Ik werd erover bijgepraat in een gesprek van Peter de Rijk met Thomas Rosenboom in de Bibliotheek Haarlem e.o. en wilde daarna graag zelf kennisnemen met het schrijven van Jan Francken, de knecht die zijn heer Johan van Oldenbarnevelt bijstond tijdens zijn gevangenschap tot zijn dood door middel van de guillotine in 1619 op het Binnenhof te Den Haag.

Op de omslag een foto van het schilderij de vermoorde onschuld uit 1663. In zijn historische nabeschouwing zegt René van Stipriaan dat Van Oldenbarnevelt zo onschuldig niet was. ‘Natuurlijk had de man die dertig jaar het dagelijks bestuur van de onstuimig groeiende Republiek had gerund vuile handen. Hij had spelletjes gespeeld, was omgekocht, had omgekocht, had zichzelf aanzienlijk verrijkt, had geheime diplomatie bedreven, had laten spioneren enzovoort enzovoort. Maar dit hoorde allemaal bij het vak: en hij had het allemaal gedaan voor de goede zaak.’

Aandoenlijk schrijft Francken over zijn oude heer, geboren in 1547 en van schamele afkomst, die zich opwerkte tot de landsadvocaat van de Republiek. Van Oldenbarnevelt begrijpt niet begrijpt wat hem overkomt vanaf het moment dat hij op 29 augustus 1618 bij de prins geroepen werd en net als Grotius en Hogerbeets wordt opgesloten. Francken ligt bij hem om in het geheim contact te houden, want hij hield ’s nachts de wacht buiten de deur, terwijl adelborsten overdag bij hem aten.

Nadat de kamer waarin Van Oldenbarnevelt eens onder de rook komt, worden er sintels gebruikt. Die vormen een manier om brieven binnen te krijgen. Dat werkt beter dan peren die gebruikt werden om brieven naar buiten te smokkelen. In de anekdote die ik al genoemd heb in mijn verslag van het interview, wordt een brief van Van Oldenbarnevelt onderschept door de vrouw van een sergeant, die de peer voor haar gasten opdiende.  

Over de brieven is veel te doen, net als over het schrijfmateriaal,dat wel beloofd wordt maar niet gegeven wordt. Francken, die geen dommekracht is, maakte zelf ook notities, maar vreest dat men straks denkt dat Van Oldenbarnevelt die gedicteerd heeft. Helaas veel brieven in verkeerde handen gevallen, zegt hij. Na de executie werden geschriften gevonden die onder een stoel genaaid waren en helaas niet meer door Francken in veiligheid gebracht konden worden.

Na het relaas over de gevangenschap gaat Francken uitgebreid in op de laatste nacht van Van Oldenbarnevelt. Hij vertelt dat Maurits uit was op vergroting van zijn macht en dat
hij ternauwernood ontsnapt was uit het Haarlems ontzet, dat volgens René van Stipriaan beleg moet zijn dat na een half jaar eindigde met de inname van de stad door de Spanjaarden.
Van Oldenbarnevelt streefde naar verzoening. Hij had vaker de Staten van Holland om ontslag gevraagd om rust te nemen en hoopte dat zijn dood een eind maakte aan alle tweedracht en onenigheid in het land die door de strijd tussen vrijzinnige arminianen en calvinistische gomaristen veroorzaakt werd.

Hij vraagt Francken met klem bij hem de blijven tot het bittere einde. Zijn antwoord na het vonnis is niet geheel duidelijk voor de knecht. Eenmaal op het schavot voor de vierentwintig rechters die het nog niet zo gemakkelijk hadden de bewijsvoering rond te krijgen, riep Van Oldenbarnevelt zijn knecht op het kort te maken. Ook volgens René van Stipriaan sloeg dat niet op de beul maar op het nogal breedvoerige afscheid van de knecht.

In zijn Nawoord ziet Thomas Rosenboom deze beschrijving van de acht maanden opsluiting met een bizar eind in een sfeer van onmacht en onwetendheid als een kafkaësk drama. Nog meer bijzonder vindt hij de psychologische toenadering tussen twee mensen van verschillende leeftijd en stand. ’Samen dragen zij de beproeving, samen proberen zij met list en smokkel aan inlichtingen uit de buitenwereld te komen; en terwijl de lezer voortleest in dit macabere avontuur ziet hij de aanvankelijke eerbied van Francken voor zijn meester steeds meer veranderen in wederzijdse waardering, onderlinge warmte, en uiteindelijk, als het maar mogelijk was geweest, misschien wel vriendschap.

Hoewel ik dit wat zwaar vind aangezet, deze voorstelling van zaken van Rosenboom, is de hertaling een mooi initiatief om oude teksten en daarmee ons verleden weer toegankelijk te maken.

Hier mijn eerdere verslag van het gesprek van Peter de Rijk met Thomas Rosenboom

1 opmerking:

  1. .....begrijpt niet begrijpt wat hem overkomt, las ik. Wel een goed moment nu een boekje van O.B uit te geven. Toch.

    Robert Kruzdlo

    BeantwoordenVerwijderen