Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 25 maart 2016

Recensie: Overal vogelzang (2016), Evie Wyld


Schapenboerin, verloren in het leven, raakt de lezer in de ziel

Achter de idyllische titel Overal vogelzang gaat een beklemmend verhaal schuil over een jonge Australische vrouw die steeds verder van huis en haard verdreven wordt. Het fraaie van deze tweede roman van Evie Wyld is dat dit ook in de vorm zichtbaar gemaakt wordt. De twee verhaallijnen, over het huidige leven van Jake Whyte als schapenboerin op een Engels eiland en haar jeugd in Australië, lopen steeds verder uit elkaar, omdat het eerste verhaal vooruit en het tweede terug verteld wordt, zonder dat daarbij de spanning verloren gaat, maar die daarentegen alleen maar toeneemt.

De lezer krijgt steeds meer sympathie voor Jake die zich in Engeland afzijdig houdt van andere eilandbewoners en steeds meer paranoia wordt over schapen die verdwijnen. Een van de mensen, die haar bij staat als ze echt in de problemen raakt, is dierenarts, maar zijn advies om eens naar het café te komen is aan dovenmansoren besteed. Het beste heeft Jake nog contact met haar hond Dog die ook altijd mee gaat om inkopen te doen. De komische passage die zich op de terugweg naar huis afspeelt getuigt daarvan:
We reden voorbij de plek waar ik meestal stopte om Dog uit te laten en hij zat op de bijrijdersstoel en staarde me indringend aan, en elke keer als ik opzijkeek, gingen zijn oren rechtop staan, alsof we midden in een gesprek zaten, dus ik ontweek zijn blik. “Wat nou?” zei ik. “Je bent een hond.” Toen draaide hij zich om en staarde naar buiten.’   

Jake maakt in de tegenwoordige tijd kennis met Lloyd, een oudere man die is aan komen lopen en die ze niet mag, maar die ze door de omstandigheden gedoogt en later zelfs niet meer kan missen. In het verhaal over haar verleden komen we steeds meer te weet over het trauma dat de jonge Jake heeft opgelopen en de onfortuinlijke weg die ze na de letterlijk beschadigende gebeurtenis is gegaan. Pas aan het eind van het boek raken we aan de oorzaak van het grote litteken op haar rug, dat door een van de hoerenlopers, die van haar diensten gebruik maakt, wordt gezien als een reden om haar niet te betalen en haar als een stuk vuil op de grond te laten liggen.

Aangrijpend is een scène waarin ze haar klanten ontvangt in een kamer die ze met een vriendin deelt. Boven het bed hangt een schilderij van houtkrullen dat van de muur komt als een klant, die ze the Rock noemt, hard te keer gaat, waardoor een stoet huntsmanspinnen tevoorschijn komen uit het gat dat achter het schilderij zit:
Het duurt even voor ik kan reageren, en in die ene tel deelt the Rock weer een superstoot uit, en als het bed tegen de muur beukt valt er een spin midden in zijn gezicht en hij schreeuwt, en ik schreeuw en spring van hem af, en hij springt op de grond terwijl hij zijn gezicht met zijn handen afveegt, dansend en “Kut kut kut” roepend, alsof hij in brand staat.’   

Een belangrijk deel van het verhaal is ingeruimd voor haar relatie met de eigenaardige schapenboer Otto die haar, na een vrij normaal seksueel onderhoud, uitnodigt in zijn boerderij omdat zijn vrouw alweer enige tijd dood is en hij zichzelf slecht kan verzorgen. Van een redelijk wezen ontaardt hij in een zonderling die haar schendt en opsluit waardoor ze gedwongen wordt te vluchten, maar doodsbang is dat hij haar nareist. Omdat ze van Otto het schapen scheren heeft geleerd neemt ze haar toevlucht bij een groep mannen die rondtrekt door de streek om  overal de schapen te scheren. Hoewel een van hen Greg het goed met haar voor heeft, trekt ze, uit angst om ontmaskerd te worden, tenslotte toch weg. Het is daarbij opvallend dat we niets horen van haar reis naar Europa, maar anderzijds geeft dit ook kracht aan het levensverhaal, waarin de ellende op de voorgrond staat.     

Wyld schrijft met vaart, levendig en beeldend en geeft het harde bestaan van een schapenboerin met de nodige krachttermen weer. De gebeurtenissen worden heel levensecht beschreven en raken de lezer in zijn ziel. Het is aandoenlijk dat Jake vanaf het eiland af en toe naar huis belt om nog enig contact te hebben met haar familie maar daar niet echt in slaagt. Haar zus weet haar op eens te melden dat haar vader is verongelukt en dat dit al negen maanden daarvoor gebeurd is. De verlorenheid in het leven spreekt voor zich en wordt niet opgeheven. Daarvoor zijn de wonden te groot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten