Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 31 juli 2016

Filmrecensie: Birdman (2014), Alejandro Gonzáles Inarritu


Al te overdadige film ontbeert echtheid

Alejandro Inarritu lijkt na de fraaie sociaal drama’s Babel (2006) en Biutuful (2010) een andere weg ingeslagen en probeert met Birdman (2014) een groter publiek te bereiken. Hoewel de openingsbeelden van een leviterende man in onderbroek , die ook in het begin van de trailer te zien zijn, het nodige doen beloven, vooral ook omdat de man zich niet erg thuis voelt in deze wereld, is het vervolg erg over de top. Door het overvoeren van het publiek met allerlei invalshoeken (zoals real life drama) en subthema’s (zoals de vader dochter verhouding) wordt het tegendeel bereikt. In plaats van voldaan blijft het met een leegte achter. De surrealistische wending aan het eind die een tegenhanger vormt van de levitatie aan het begin, maakt de identificatie van de toeschouwer niet gemakkelijker. In de verte doet Birdman denken aan Der Himmel über Berlin (1987) van Wim Wenders, maar dan met veel meer gedoe. Het laat zien hoe de samenleving in dertig jaar is gedegradeerd, althans gezien door de ogen van de cinema, die zich richt op een gulzig massapubliek.  

Het verhaal gaat over een acteur die vroeger – ook in werkelijkheid - gevierd was als Batman - die in deze film Birdman heet - en die op oudere leeftijd opnieuw het publiek voor zich probeert te winnen met een stuk, gebaseerd op een verhaal uit de bundel van Raymond Carver met de intrigerende titel What we talk about when we talk about love (1981). De regisseur en acteur Riggan Thomson, gespeeld door Michael Keaton, krijgt echter zware concurrentie van een jonge veelbelovende acteur die Mike Shiner heet (Edward Norton), waardoor hij toch weer bakzeil dreigt te halen. Tussen de behoefte van Thomson aan erkenning en zijn val, die ook anders geïnterpreteerd kan worden, speelt zich een heleboel gedoe af, zoals ik dat in de eerste alinea noemde. Het feit dat de toeschouwer van de ene naar het andere wapenfeit gesleurd wordt, kan niet verhelen dat hij zich weinig betrokken voelt bij het verhaal.   

Tijdens de repetities is Riggan slecht te spreken over de invulling van de rol door acteur Ralph en schakelt hem uit met zijn telekinetische kwaliteiten. Actrice Lesley Truman (Naomi Watts) brengt haar vriend Mike in, die meteen hoog van de toren blaast en Sam, de labiele dochter van Riggan, met zijn lijf voor zich inneemt. Dat laatste wordt weer erg Amerikaans uitgevoerd, preuts en tegelijk opgeblazen, net als de latere vrijscène van de twee boven het toneel waar de repetities bezig zijn. Stuitend is de rol van recensente Tabitha Dickinson, die de voorstelling in The New York Times zal gaan afkraken met als reden de kritiek die ik in mijn eerste alinea op de film uitte. Het is natuurlijk heel vreemd dat een criticus niet inhoudelijk op de voorstelling ingaat, zoals Riggan ook opmerkt als hij haar aantekeningen inziet.

We hebben steeds meer te maken met de waardering die anderen aan onze prestatie geven, zoals Arjen Kleinherenbrink dat ooit fraai verwoordde in de documentaire Kinderen van het succes (2014). Ons succes wordt bepaald door wat anderen daar over zeggen. Daarmee is het onderscheid tussen echt en onecht vervaagd, zei Kleinherenbrink. In Birdman wordt met dat gegeven met hartenlust gespeeld, maar dat brengt ons geen stap verder bij een oplossing. Eerder leidt het tot verdere mystificatie. Hoewel de geoefende kijker nog de ironie achter het verhaal zou kunnen zien, blijft het resultaat cynisch van aard en helpt ons niet veel verder om tot meer inzicht of een gevoel te komen. In plaats van helderheid te bieden wordt zand in de ogen gestrooid. Het is te hopen dat Inarritu terugkeert naar zijn eerdere stijl en gezien de inhoud van The revenant (2015) ziet het daar ook naar uit.

Hier de trailer van Birdman, hier mijn bespreking van Biutuful, hier die van Babel. Hier mijn bespreking van Kinderen van het succes.

zaterdag 30 juli 2016

Journey to the Maggot Feeder (2015), documentaire van Priit Tender


Een sprookje ondergaan is beter dan begrijpen

De Estlandse filmmaker Priit Tender maakte een animatie van een oud Russisch sprookje, dat in het Nederlands De madenkweker heet en raakte zozeer in de ban van het verhaal dat hij de wereld af reisde om de betekenis ervan te achterhalen. Het verhaal is afkomstig van de Chukotka, een volk dat in het uiterste oosten van Rusland woont, tegen de Beringstraat aan en dat uit rendierenhoeders en zeehondenjagers bestaat. Aan het eind van de reis gaat Tender naar het gebied toe om vast te stellen dat de omgeving een fraaie achtergrond voor zijn animatiefilm zou zijn.

Het sprookje gaat over een jong stel dat op de ijsvlakte woont en geen kinderen kan krijgen. De man, een zeehondenjager, bouwt daarom een put waarin hij maden kweekt door ze te voeden met zeehonden. Zijn bedoeling is om zijn vrouw in de put te gooien, maar die doorziet, geholpen door een spin, zijn plan en ziet dat de man in de put valt.

We beginnen in Tallinn. Tender toont de vrouwelijke acteur die lijntjes in haar gezicht heeft om aan te geven hoeveel ontbering ze heeft doorstaan. Hoe meer lijntjes zo’n vrouw had, hoe meer pijn ze kon doorstaan. In Tartu duikt hij in een archief met oude volksverhalen. De archivaris is onbekend met het sprookje maar kent wel andere verhalen over een stel dat geen kinderen kon krijgen. Hij zegt dat sprookjes bedoeld waren voor jongeren om ze voor te bereiden op de volwassenheid. De inhoud gaat daarom over echte problemen waar ze mee te maken krijgen. Terug in Tallinn praat Tender met een psychotherapeute die een en ander uitlegt over de beperkte zicht van de twee personen in de animatie (zie foto). Dan kan men alleen nog doorgaan op de ingeslagen weg en wordt alles zinloos. De man schuift de schuld af op zijn vrouw en probeert haar te doden in een madenhoop.

In Londen praat Tender met schrijfster Deborah Levy die in Wenen is geweest en daar een Freudiaans artikel heeft gevonden over De madenkweker, waarin het huwelijk als een bron van problemen wordt voorgesteld. Levy denkt dat het een verhaal voor vrouwen bedoeld is, want de vrouw maakt, in een poging om te vluchten, de man gek door haar muiltjes als erotische objecten in het rond te laten slingeren. Ze krijgt hulp van boven in de vorm van een geluksspin, die haar tenslotte met diens zoon laat trouwen. Tender ontmoet in de Royal Academy of Arts zijn collega Joan Ashworth die hem vertelt dat Freud een belangrijke figuur is voor studenten aan de academie. Tender vertoont zijn animatiefilm aan een groep studenten en krijgt onder andere als feedback te horen dat de vrouw te passief zou zijn, waarop Tender zegt dat hij zich aan het verhaal hield.

In Sint Petersburg bezoekt hij een vrouw van de Chukotka, die de taalkunde van haar volk doceert en aan gewichtsheffen doet, dit naar aanleiding van de ziekte tuberculose die haar een jaar lang in bed hield. Tender vraagt of daar nog steeds moppen over haar volk gemaakt worden en dat is inderdaad het geval. In een etnografisch museum bekijken ze afbeeldingen van sprookjes op walvistanden. De docente vertelt dat haar volk matriarchaal georganiseerd was en dat men een gast een nacht bij de gastvrouw liet om de bloedlijnen te vermengen. Tender hoort ook keelzangeres Olga Lelykai een performance doen, die ook meewerkt aan de animatiefilm. Ze zegt daarover dat men de botten niet in de kuil liet liggen en dat de spin een verbinding vormt tussen de hogere en de lagere wereld.

Tenslotte reist Tender naar het gebied zelf. Een oude vrouw is de sprookjes vergeten en ook de liedjes maar een ander zingt zonder schroom. Een man zegt dat men elkaar vroeger verhalen vertelde, terwijl men tegenwoordig televisie kijkt, een vrouw vertelt een verhaal dat lijkt op De madenkweker. Het brengt Tender tot de uitspraak dat de vorm kan verschillen maar dat de strekking hetzelfde blijft. Een man die verslaafd was aan alcohol ziet de maden als een symbool van zijn verslaving, die de persoon opvreten. Tender ontdekt dat de portretjes op de grafstenen lijken op de gezichten in zijn animatiefilm en dat de kuilen waarin men het zeehondenvlees bewaarde een fraaie indruk geven van het sprookje dat, zoals het fragment over de buidel die de vrouw van de spin niet mag openen, voor meerdere uitleg vatbaar is. Hij eindigt ermee dat we het sprookje beter kunnen ondergaan dan proberen te begrijpen.  

Hier de trailer, hier een andere fraaie animatie film van Tender, Rebasenaine geheten, hier The Web van Joan Ashworth uit 1987, hier The old man and the sea (1951) van Hemingway door Aleksandr Petrov.

vrijdag 29 juli 2016

Presenting Princess Shaw (2015), documentaire van Ido Haar


Muziek verbindt en heelt

Ido Haar maakte een verbazingwekkende documentaire over Samantha Montgomery uit New Orleans, die verpleegster is in een tehuis voor oude mensen, maar graag zangeres wil worden en op totaal onverwachte wijze daarbij geholpen wordt door de Israëlische componist Ophir Kutiel Kutiman. De laatste struint het internet af naar boeiende filmpjes waarop amateurs hun zangkunsten vertonen en maakt vervolgens composities die hij met een orkest uitvoert, terwijl op een videoscherm stukjes van de clips getoond worden. Presenting Princess Shaw is een documentaire waarin YouTube een belangrijke rol speelt in het verbinden van mensen.

Samantha is een toegewijde verpleegster maar heeft haar hart verpand aan de muziek. Regelmatig maakt ze opnames van de nummers die ze zingt en vertelt daarop ook over haar grote wens om als zangeres ontdekt te worden. Ze heeft al een artiestennaam: Princess Shaw. Op een van de filmpjes brengt ze het a capella gezongen nummer Backwards ten gehore dat ze zelf geschreven heeft, maar waarvoor ze nog geen begeleiding heeft.

Vervolgens schakelen we over naar Tel Aviv waar Kutiman zichtbaar geniet van het nummer en alvast wat tonen op een toetenbord probeert. Vervolgens gaat hij met zijn orkest het nummer instuderen. Een bandlid die hoort dat de betreffende zangeres van niets weet, zegt dat zij flauw zou vallen als ze zoiets zou horen.

Samatha is teleurgesteld over haar leven, dat ook al een ongelukkige jeugd kende. Ze heeft daarover geschreven in een boek dat Flying on broken wings heet en leest in een videoclip daaruit openhartig voor over de mishandeling van haar moeder en het seksueel misbruik van de vriend van haar moeder, waar ze helemaal niets tegen kon doen. Na een afwijzing voor The Voice besluit ze New Orleans te verlaten om in Atlanta haar succes te beproeven.

Na het verlaten van het busstation spreekt ze met een verkoper in een kiosk en laat hem alvast haar mooie stem horen. Daarna gaat ze naar familie van haar die ze al heel niet gezien heeft. Natuurlijk worden er verhalen uitgewisseld over de familie, die volgens een nicht van Samantha dysfunctioneel was. Ze zegt dat Samatha is gaan zingen om de narigheid te verwerken. Samantha zegt zelf in een videoboodschap dat ze nog steeds moeilijk kan omgaan met eenzaamheid, dat ze zichzelf moet vergeven en zich niet schuldig voelen over hetgeen vroeger gebeurd is. Daartoe zal ze de komende tijd minder van zich laten horen.

Het mooiste moment in de video is als Samantha in het centrum van Atlanta zit en opeens haar eigen nummer Backwards – dat inmiddels is veranderd in Give it up - hoort met de begeleiding van Kutiman en zijn orkest. Ze kan er niet over uit wat haar overkomt, ook niet als ze veel positieve reacties en media aandacht krijgt. Terug in New Orleans belt ze haar moeder die huilend aan de telefoon hangt.

De zegetocht wordt voortgezet met een optreden in Tel Aviv met de band van Kutiman in het Nationaal Theater. De ontmoeting tussen de twee is zeer hartelijk. Het is mooi om te zien hoe muziek verbindt en heelt.  

Hier de trailer.

donderdag 28 juli 2016

Filmrecensie: Le vélo de Ghislain Lambert (2001), Philippe Harel


Ambitie moet in vruchtbare aarde vallen

Hoewel we de laatste drie weken al genoeg wielrenners bezig hebben gezien in de Tour de France, kan er altijd nog wel eentje bij. Zeker Ghislain Lambert, die zeer ambitieus is, maar veel tegenslagen kent en daarmee, volgens de voice-over die de openingsbeelden begeleidt waarbij opvalt dat Lambert een vreemde stijl van fietsen heeft, met zijn wezen veel met ons mens-zijn te maken heeft.  

Lambert is een amateurwielrenner die droomt van een profcarrière en zijn kans krijgt om in de ploeg van Magicrème van monsieur Focodel mee te doen. Als welkomstcadeau krijgt hij een hele doos vol zeep en zemen, maar als tegenprestatie moet hij wel langs de deur om Magicrème te verkopen. Tijdens een van zijn bezoeken raakt hij in de ban van een dochter die Babette heet en met wie hij later zelfs zal trouwen, maar eerst moet er gefietst worden, te beginnen met een kermiskoers in St. Saveur. De renners overnachten in een hotel en Lambert deelt een kamer met Ricardo, die de nodige ervaring heeft en de klappen van de zweep kent. Lambert rijdt het bos in als hij Babette langs de weg heeft zien staan en later ziet hij ook nog dat ze danst met hun kopman Fabrice. Een spuit doping geeft hem zoveel energie dat hij een hele dag vooruit rijdt, tot de motor stilvalt en hij omvalt, maar later overwint hij ook dit probleem met een betere dosering. De dopingcontroles ontloopt hij door extra urine mee te nemen.

Le vélo de Ghislain Lambert gaat maar door in deze anekdotische stijl. Hoewel er een zekere traagheid in de film zit, blijft het allemaal wel vermakelijk door het spel van hoofdpersoon Benoit Poelvoorde, die ondanks alle tegenslagen toch doorzet om iets van zijn leven te maken. Zijn boosheid op Fabrice uit hij door een renner van een andere ploeg op sleeptouw te nemen, hetgeen hem op de woede van zijn eigen ploeg komt te staan. Als hij ook nog eens wordt betrapt op doping en wordt ontslagen zijn de rapen voor hem gaar en staat hij om zich heen te schieten vanuit het huis van zijn moeder waar hij met zijn broers woont. Zijn broer Claude haalt hem uit zijn lethargie door zijn manager te worden en Denis wordt masseur. Claude regelt zoveel koersen dat Lambert alleen nog op 24 december kan trouwen. Hoewel Claude Lambert opzweept om te winnen blijkt dat niet zo gemakkelijk. Lambert wordt door collega’s gepest omdat hij zich, op verzoek van Claude, heeft geleend voor een deodorant reclame. 

Af en toe zien we archiefbeelden van Eddy Merckx die in de jaren zeventig furore maakte en een groot voorbeeld voor Lambert is. Zozeer dat Lambert naar Mexico wil om diens werelduurrecord, dat net niet op vijftig kilometer staat, te verbreken. Een zware training daarvoor eindigt echter in het ziekenhuis, waardoor Lambert het toch maar weer met Focodel probeert, die hem laat meedoen met de Tour de France. Omdat Lambert de rode lantaarn draagt, wordt daarop ingezet, dat levert net zoveel publiciteit op als winnen. Een val in een ravijn maakt een eind aan zijn carrière. Als huisvader probeert hij nog een fiets te ontwerpen met een hoog zadel, maar zijn vrouw ziet daar niets in evenals anderen, waarop Lambert zelf een prototype maakt en het laat uitproberen. Het is grappig dat de renner die het test met rugpijn over de finish komt. Zijn laatste wapenfeit betreft zijn memoires, maar die leiden tot ophef over zijn openhartigheid over dopinggebruik. Waarmee aangetoond is dat een mens geluk nodig heeft om zijn ambitie waar te maken of in ieder geval moeten de omstandigheden meezitten, anders komt men nergens. 

Hier de trailer.

woensdag 27 juli 2016

Recensie: Er moet iets gebeuren (2015), Maartje Wortel


Literatuur die laat zien wat mensen denken als ze denken wat ze willen

De foto van Maartje Wortel (Eemnes, 1982) binnenin Er moet iets gebeuren intrigeert. Alles in haar gezicht drukt intensiteit uit. Dit komt ook terug in de meeste van de dertien verhalen die de bundel telt. Hierin is ook het hilarische verhaal Daar is de hond opgenomen, dat ze eerder in De Revisor publiceerde, zoals ik schreef in mijn bespreking van de roman Half mens (2011). Na de tweede roman IJstijd (2013) is het leven nog steeds geen vanzelfsprekende zaak, zoals de jongeman Alex ervaart in Hoe het was, waarin hij op een eiland zit om na te denken over zijn relatie, maar daarmee boeit Wortel nog steeds de lezer, die van alle relativering en verwondering over onze manier van doen gemakkelijker gaat ademen. 

Het proza van Wortel is helder, doorschijnend alsof een wind die door onze hoofden waait en alles weg blaast wat overbodig is en het overgeblevene in een nieuw perspectief zet, al is dat niet probleemloos. In het langere verhaal Een schrijver II - om het te onderscheiden van een verhaal met dezelfde titel uit Dit is jouw huis (2010) - raakt een jonge schrijfster in de zomer van 2014 in de ban van de rug van een Turks barmeisje, terwijl ze tegelijkertijd reflecteert op haar schrijversleven en daarin ook enige achtergrond over Daar is de hond geeft. Taal is dood, zo ervaart ze in de relatie met de Turkse. Alles kan zomaar door je vingers glippen. Een vaste basis in het leven ontbreekt. Dat zien we vaker in de andere verhalen. Het titelverhaal gaat over de dringende wens van een getrouwde vrouw dat er na de dood van haar zoon iets in haar relatie moet gebeuren, maar op de onmacht van haar man stuit, in Tomer en Elias doen een broer en een zus een poging de losheid van elkaar op amateuristische wijze op te heffen, in Een honger te stillen is een mevrouw zo contactarm dat ze een student een kamer aanbiedt op voorwaarde dat hij haar dagelijks aanraakt.

In al deze verschillende voorbeelden wordt het menselijk tekort scherp in beeld gebracht. Daarbij is het ook nog fraai opgeschreven. De vergelijkingen in de verhalen zijn sterk zoals in het met Engelse uitdrukkingen doorspekte Nachtruiters waarin een lid van een hedendaagse stoere jongensgroep die zich achterover laat vallen in het zand, daar languit lag met zijn armen en benen wijd, zoals in een tweepersoonsbed wanneer men alleen is. Ook beelden als van een oude man die in zijn verzorgingsflat de windmolens in de verte probeert aan te blazen zullen niet snel vergeten worden. Spannende openingen trekken de lezer meteen het verhaal in, zoals in het genoemde Nachtruiters: ‘We hadden regels opgesteld die we uit ons hoofd kenden.’ Dit maakt meteen nieuwsgierig naar de regels die de jongens hebben afgesproken. Een plot is niet eens nodig. De lezer wordt met meest gepakt door een invoelbare inhoud, zoals in het eerste verhaal Het kamp dat over Liseth handelt die zich niet begrepen voelt door haar vrouwelijke therapeut en daarom op een houthakkerskamp gaat.

De verhalen zijn niet allemaal even sterk, zoals Een kleine planeet dat in de je vorm geschreven is of Het is al gebeurd over een vader die zijn dode zoon mist, maar het laatste korte verhaal Niemand gered waarin een verliefd stel in het gras praat over de overbodigheid van een begin dan wel een eind van een verhaal, maakt alles goed.

De auteur in De schrijver II bezweert dat ze in haar derde roman, die Camping gaat heten, de mensen niet meer op het verkeerde been zal zetten. Tegen een Nederlandse vriendin die niet snapt dat ze de Turkse barmeid niet laat voor wat is, zegt ze dat zij in haar verhalen laat zien wat mensen denken wanneer ze kunnen denken wat ze willen. Dat is niet eens zo’n slechte invulling van literatuur.

Hier mijn bespreking van Half mens, hier die van IJstijd.

dinsdag 26 juli 2016

Filmrecensie: Nebraska (2013), Alexander Payne


Beeld van Amerika met starre normen over goed en kwaad

De eerste beelden van een oude man die eenzaam langs de snelweg loopt, zijn veelbelovend. De man heet Woody Grant en is ervan overtuigd dat hij een miljoen dollar heeft gewonnen in een neploterij. Hij is vastbesloten die op te halen, al moet hij daarvoor meer dan duizend kilometer lopen vanuit zijn woonplaats Billings in Montana naar Lincoln in Nebraska. Het verhaal over die tocht verzandt echter steeds meer in een zwaarmoedig familiedrama, waarin het Amerikaanse leven niet bepaald van zijn beste kant getoond wordt. Alles draait om geld die de familierelaties vergiftigd.

Een belangrijke factor in de vergiftigde sfeer vormt de vrouw van Woody die aan een stuk door loopt te mopperen op haar man. Deze werkt dat ook in de hand door zijn drankzucht en zijn koppigheid, die tot uiting komt in zijn onverzettelijkheid om in Lincoln zijn prijs te gaan ophalen. Zoon Ross ziet daar net als zijn moeder niets in en maakt de auto van zijn vader onklaar, de jongste zoon David voelt zich tenslotte voor het blok geplaatst om zijn vader te begeleiden. Hij neemt een paar dagen vrij van zijn werk en rijdt zijn vader naar Lincoln.

De beelden van het landschap in het noorden van de Verenigde Staten zijn fraai, in zwart wit uitgelicht, maar het is vooral de soundtrack die de beelden hun glans geeft. Eigenlijk is de muziek veel mooier dan de akelige mensen die de film bevolken. David gaat met zijn vader langs Mount Rushmore, waar vier Amerikaanse presidenten in de rots zijn uitgehakt, maar het is tekenend dat zijn vader meteen een onvolkomenheid ziet en weer weg wil. Omdat ze toch niet in één dag naar Lincoln kunnen rijden, maken ze een tussenstop bij een oom en tante die met twee opgeschoten maar indolente zoons in Hawthorne, het geboortedorp van Woody, wonen. Hoewel David zijn vader op het hart drukt te zwijgen over de prijs, kan zijn vader het toch niet laten om daarover te snoeven en meteen weet het hele dorp het.

Omdat ze toch moeten wachten tot het maandag is krijgen de familieleden en de dorpelingen ruim de tijd om zich met de komende rijkdom van Woody te bemoeien. Hoewel David hen steeds op het hart drukt dat het om een neplot gaat, denken de familieleden en de dorpelingen dat hij hen niets van het geld wil geven, terwijl ze toch menen recht te hebben op de nodige sommen geld waarmee ze Woody in het verleden geholpen hebben. De toestand dreigt uit de hand te lopen, als de neven het loten van hun oom stelen, hetgeen wel weer de verhouding tussen vader en zoon ten goede komt. Het is daarbij jammer dat Woody zelf in het vervolg geen enkele gedragsverandering laat zien en dat alles van David moet komen. De oude man is en blijft contactarm, heel erg gericht op zichzelf en zijn eigen verlangens, hetgeen de film toch een nare nasmaak geeft. Het bevestigt het beeld dat door Trump tijdens zijn uitverkiezing als beoogd toekomstig president op de Republikeinse partijconventie werd opgeroepen, van een volk dat zich op geen enkele manier heeft ontwikkeld maar zich heeft ingegraven in de eigen starre opvattingen over goed en kwaad.

Nebraska werd geschreven door Bob Nelson die zelf ook nog een klein rolletje in de film speelt, namelijk de caféhouder in de karaokebar in Hawthorne, waar Woody door het aanwezige publiek wordt toegejuicht.

Hier de trailer.

maandag 25 juli 2016

Het Filosofisch Kwintet over de onafhankelijkheid van de financiële sector, Bimhuis, 24 juli 2016


Grootgeldbezitters kunnen nog eens een sigaar opsteken

De laatste aflevering van de serie over de onafhankelijkheid van verschillende maatschappelijke sectoren ging over de financiële sector. Het lijkt een inkoppertje, want, zoals Clairy Polak al zegt: wie betaalt, bepaalt. In een maatschappij waarin rating agencies meer macht hebben dan een politicus komen sociale ideeën altijd op de tweede plaats, zoals treffend werd aangetoond in de documentaire Inside Obama’s White House waarin gelijktijdig met een toespraak van minister Tim Geithner over oplossingen voor de crisis in de huizenmarkt de dalende beurskoersen in beeld werden gebracht. Dat blijkt ook in het gesprek met de drie gasten, filosoof Jelle Baardewijk (links op de foto), econoom Arnout Boot (midden) en econoom Dirk Bezemer (rechts). Zelfs personen die door de wol geverfd zijn in de economische wetenschap, kunnen niet zo gauw een oplossing voor dit probleem leveren.

Polak begint met een nogal flauw voorbeeld over de pensioenen die wellicht in de toekomst minder waard zullen zijn en gaat dan door met een vraag over de omschrijving van het financiële systeem. Dat loopt volgens Boot dwars door de maatschappij heen en zich daarin vertakt tot in de haarvaten. Bezemer zegt dat het een macht op zichzelf geworden is en Baardewijk maakt een onderscheid tussen de reële en de financiële economie, waarbij de dienstbaarheid van de laatste aan de eerste is omgedraaid. Bout zegt dat dit door de handel in aandelen gekomen is. De uitspraken doen Ad Verbrugge aan Marx denken. In de kapitalistische maatschappij zijn waren een middel om meer geld te verdienen.

Bezemer komt met een belangrijk begrip dat in de verdere discussie een rol blijft spelen, namelijk financialisering. Daarbij wordt een product of dienst in financiële termen uitgedrukt. Hij geeft als voorbeeld dat een student daardoor tot een studiekeuze kan komen die het meeste geld opbrengt, zeker in een tijd waarin een schuld moet worden terugbetaalt. In plaats van uit te gaan van de eigen talenten of ambities richt men zich naar het geld. Het gevolg van dit systeem op krediet is volgens Baardewijk dat men zwaar in de problemen komt als er onvoorziene omstandigheden optreden, Boot wijst op het gevaar dat bedrijven zich steeds meer op elkaar richten om niet uit de gratie van de aandeelhouders te vallen, waardoor de innovatie geremd wordt. Bezemer brengt in dat de financiële instellingen veel beloven, maar alleen maar afhankelijker maken.

Polak wil wel eens horen wat de krachten in de maatschappij zijn die de financiële sector in toom kunnen houden. Dat blijken de overheid te zijn, die de centrale bank als waakhond heeft ingesteld, het parlement en de burgers, die er bijvoorbeeld toe over kunnen gaan om met bitcoins te gaan betalen. De macht van de centrale bank blijkt gereduceerd door de Europese Centrale Bank en het parlement gelooft het wel in tijden dat het goed gaat en is machteloos als er een crisis optreedt. Boot zegt dat de belangen van de staat en de banken dusdanig met elkaar verstrengeld zijn, dat daar geen oplossing te vinden valt. Termen als dodelijke tango of omhelzing spreken voor zichzelf.

Dan wordt het tijd voor het goede leven. Baardewijk heeft al gezegd dat Adam Smith zich daar nog wel mee bezig hield en pleit voor meer bewustzijn over de macht van de financiële sector, ook vanuit de burger, maar Polak betwijfelt of we daar veel verder mee komen. De rol van de toezichthouders is ook al beperkt, want die moeten weten wat zich in de financiële wereld afspeelt en worden er zelf in getrokken. Verbrugge pleit voor een zorgplicht voor de bankier, zoals geldt in het Rijnlandse model van de economie. Het is in ieder geval de vraag of technische oplossingen ons uit de nood helpen. Voor pensioenproducten lijkt een collectieve regeling het beste en een staatsbank die niet kan omvallen is ook een idee. Verbrugge acht het belangrijk dat het vertrouwen in de bankensector hersteld wordt.

Boven de discussie hing tot het einde toe de vraag hoe we de macht van de financiële sector kunnen inperken. Wellicht brengt de technologie ons zover dat we de banken straks helemaal niet meer nodig hebben. In ieder geval was het een teken aan de wand dat tijdens de discussie het begrip sociale ongelijkheid niet gebezigd werd. Als het gaat om doorgronden, zoals Het Filosofisch Kwintet wil, werd de essentie weer eens gemist. Het bleef teveel een discussie voor een zomerse zondagmiddag. Gevaar zat er niet: de aandelenhandel wordt niet stilgelegd en meer macht voor Europese regelgeving is ver van ons bed. De grootgeldbezitters konden rustig achterover leunen en nog eens een sigaar opsteken.

Hier mijn verslag van Inside Obama’s White House.

Domino effect (2014), documentaire van Elwira Niewiera en Pjotr Rosolowski


Liefde in een land in verval

Domino effect vertelt het verhaal van een liefde tussen een oudere minister van Sport en een zangeres in de hoofdstad Soechoemi in Abchazië, die bemoeilijkt wordt door hun verschillende afkomst. Hoewel die zelfs nog een overeenkomstige achtergrond in de Sovjet-Unie heeft, blijken de culturele verschillen tussen Rusland, waar zangeres Natasja vandaan komt en Abchazië waar ze met Rafael Ampar is getrouwd en is gaan wonen, blijken dermate groot dat Natasja zich in toenemende mate ongelukkig voelt.

Fraai zijn de beelden in het begin waarin Natasja nog energiek een jeugdige zangeres begeleidt die een bekend Italiaans lied zingt, dat aan het begin van de trailer te horen is. Natasja vertelt het meisje over haar eigen ervaringen tijdens een zangwedstrijd in Italië. Aan het strand van de Zwarte Zee denken Rafael en Natasja na over de naam van hun kind. Natasja heeft al een dochter Aljona uit een eerder huwelijk. Dit schoolmeisje woont in Moskou en komt in de zomer op bezoek. Op het moment dat Rafael het meisje de taal probeert te leren is er nog weinig aan de hand, maar al gauw klaagt de zwangere Natasja over de achterstelling die zij als Russische ervaart. Tijdens een feest is een dorp heeft Rafael het zeer naar zijn zin, terwijl Natasja binnen zit bij zijn familie, omdat ze vergeten is iets mee te brengen, iets waarvan ze niet op de hoogte was. Het is dan ook niet vreemd dat ze de familie niet erg hartelijk vindt. Als ze tegen Rafael klaagt dat niemand zich voor haar openstelt, speelt hij de bal terug door op te merken dat zij zich moet openstellen. De onvrede van Natasja zien we geprojecteerd in de weinig zachtzinnige manier waarop Aljona met de kat omgaat. Ze geeft het beest geen enkele ruimte en legt het zwaar haar wil op.

De verwijdering tussen Rafael en Natasja wordt alleen maar groter als Rafael bezig is met de voorbereiding van de wereldkampioenschappen domino. Men hoopt dat er veel landen zullen komen, want dat kan de status van Abchazië verhogen. Er zijn beelden van de stadstour die de gedelegeerden maken, een heuse parade waarbij men bordjes met daarop de namen van de landen meevoert en een openingstoespraak door Rafael. Als iedereen in de zaal zit waar de kampioenschappen gehouden worden, valt opeens het licht uit. De leiding gebiedt de spelers nergens aan te zitten, maar tekenend voor de toestand in het land is het wel. Als Natasja weg wil, in ieder geval om in Moskou te bevallen, heeft Rafael geen weerwoord en koopt een kaartje voor haar. Het is tekenend voor de diepe kloof die de twee van elkaar scheidt. Zelfs Aljona kan met een fraaie toespraak tijdens het eten over standvastigheid en geduld de liefde niet lijmen.

Domino effect vertelt veel over de toestand in de deelstaat die zich in de negentiger jaren van Georgië afscheidde, maar alleen nog door Rusland wordt erkend. Het valt niet mee om daar minister van Sport te zijn. Tekenend zijn de beelden van Rafael die bij een selectie van mannelijke turners is die nauwelijks een radslag kunnen maken en anders zeggen de beelden van vervallen appartementen wel genoeg. Rafael zegt nogal moedeloos dat Abchazië een kleine speler is dat weinig in de melk te brokkelen heeft bij Rusland. Desondanks is er toch nog hoop voor zijn relatie. Het blijkt dat een mens daar toch nog wel wat aan kan doen, zelfs al kan men niet zo goed over gevoelens praten.

Hier de Engelse trailer.

zondag 24 juli 2016

Filmrecensie: The warrior (2001), Asif Kapadia



Krijger gered door zijn goedheid

In Afrika is een rebellenleger actief, in opdracht van de Heer. Veel kinderen worden daarvoor geronseld. Eenzelfde soort leger was al in het middeleeuwse India. Dat van een soort krijgsheer, in het wit gekleed en gezeten in een stad op een podium onder een afdak. Het verschil met tegenwoordig was dat er geen kinderen in zijn dienst waren.
Opperkrijger Lafcadia, een weduwenaar (zie foto), wil niet dat zijn zoon Katiba mee ten strijde trekt al wil Biswas, een ander krijgslid, de jongen wel op zijn paard meenemen. De jongen blijft thuis alleen achter en oefent met de dolk die nog van zijn opa was.

De bevolking bloedt en moet de krijgsheer veel belasting betalen. Een oude man uit het dorp Tarang, die helaas niets kan bijdragen, wordt op niets ontziende wijze door Lafcadia onthoofd. De krijgsheer beveelt zijn krijgers het dorp uit te moorden en plat te branden. Biswas wil ook verkrachten, maar Lafcadia vindt dat hij Biswas zich aan de orders moet houden.

Als hij zelf in het dorp een meisje in handen krijgt, ziet hij dat ze een amulet draagt dat zij van zijn zoon gekregen heeft. Hij kan haar niet doden, laat haar gaan, vlucht weg en neemt zijn mee. Biswas krijgt van de krijgsheer de opdracht de afvallige op te sporen en diens hoofd terug te brengen. Zo niet dan gaat hij er zelf aan.

Biswas gaat op weg, ziet Katiba in de woestijn terwijl zijn vader bidt in een grot en vraagt hem waar zijn vader is. Biswas neemt hem mee, als Katiba niets wil zeggen. Hij zoekt verderop tussen mensen die met gewaden bedekt zijn, haalt er iemand uit die op Lafcadia lijkt en overhandigt diens hoofd aan de krijgsheer. De dienaar van de krijgsheer betwijfelt of het hoofd inderdaad van Lafcadia is en vraagt Katiba ernaar. Die kijkt naar Biswas, die een dolk op zijn keel heeft gezet. Katiba bevestigt dat het zijn vader is, maar wordt toch gedood, onder de ogen van Lafcadia die zich in de menigte bevindt en in een shock achterblijft.

In een volgende scène zien we een groep mensen, vooral vrouwen, die in de hitte dwangarbeid verricht. De jonge goochelaar Riaz heeft dorst en neemt een slok water uit een fles. De bewaker ziet dat en slaat hem, maar Riaz slaat terug en vlucht. Natuurlijk komen Riaz en Lafcadia elkaar tegen en worden bondgenoten in hun vlucht naar Kullu, de geboorteplaats van Lafcadia.

Ze reizen een tijd samen met een paranormale blinde vrouw die naar een heilig meer gaat en zegt dat er bloed aan Lafcadia’s handen kleeft. Dat wordt er alleen nog meer, als Biswas de confrontatie met hem aan gaat, maar daarna gooit Lafcadia de bebloede, dolk die hij eerder aan zijn zoon gaf, toch definitief in het water.

De fraaie beelden van de natuur, de magnifieke Himalaya, de schorpioenen en andere beesten in de woestijn, kunnen niet verhelen dat het verhaal wat voorspelbaar is en erg gedramatiseerd. De ernstige blikken van Lafcadia beelden te vaak zijn bitterheid en wanhoop uit. De dramatische muziek maakt het allemaal nog zwaarder, dat ik soms meende met een Bollywood productie te maken te hebben. Tegelijk geeft al dat sektarische geweld te denken. Het is al zo oud als de wereld, zo blijkt uit de legers van de Heer.   

Hier de trailer

zaterdag 23 juli 2016

Jonge Held – Het leven én de dood van Willem Ekkel (2016), documentaire van Marten Leurdijk


Terugblik op een bijzonder mens

Willem Ekkel was de tweelingbroer van Daan. Zij kwamen uit de Achterhoek naar Amsterdam en maakten in de jaren tachtig furore met het televisieprogramma Jonge Helden, waarin ze de lethargie onder jongeren in de jaren tachtig met veel humor probeerden te doorbreken. Fraai is een filmpje waarin ze jongeren vragen hoeveel geld ze op zak hebben, waardoor we een onmiddellijk inzicht krijgen in de leefsituatie van hun leeftijdsgenoten. Na een aantal jaren was de formule uitgewerkt en gingen ze ieder hun eigen weg, waarbij Willem de meeste ambitie vertoonde. Ze deden ook nog wel het nodige samen, zoals het radioprogramma Ekkel horizontaal. De hersentumor van Willem maakte in 2002 een eind aan het verbond tussen de broers, die toen zesendertig jaar oud waren.

Veertien jaar later blikt Maren Leurdijk samen met nabestaanden terug op het bijzondere stel. Hun manier van televisie maken is nog steeds heel fris en spontaan en geeft een tintelend gevoel. Hilarisch is het eerste filmpje waarin Willem, die tegenover de universiteit woont waar hij studeert, na de invoering van de OV studentenkaart extra vroeg van huis gaat en alle middelen van openbaar vervoer gebruikt om de kosten van zijn kaart eruit te krijgen.

VPRO programmamaker Frank Wiering spoorde de jongens op, die in die tijd klusten en tijdens hun programma niet anders waren dan gewoonlijk. Hun moeder Prema zegt dat Willem bazig was en dat Daan ijverig zijn bevelen opvolgde. Na een half jaar nam Wim Schepens de rol over van Wiering. Hij spreekt over natuurtalenten met flair, die elkaar in hun programma vaak op vrolijke wijze begroetten. ‘Hé. Willem, hé Daan.’ Ze waren nooit onbeleefd, maar wel eigenzinnig. Dat hadden ze ongetwijfeld van hun vader die dichter was en hun moeder die bij de Bhagwan beweging ging. Na de scheiding nam Prema de jongens in huis maar omdat ze lastig waren, gingen ze daarna terug naar hun vader die twee huisjes op zijn erf zetten waarin ze hun gang konden gaan. Carly Wijs, de vriendin van Willem, zegt dat ze heel erg op elkaar leken maar in hun denken heel verschillend waren. Daan vertelt dat ze geen eeneiige maar een twee-eiige tweeling waren maar wel met één moederkoek. Zijn vader zat na de geboorte van Willem al beneden met de dokter aan de wijn toen Daan kwam die dan ook altijd het idee hield dat men hem niet zag. 

Rogier Proper die de leiding had over Ekkel horizontaal zegt dat ze niet met maar ook zonder elkaar konden, maar na zijn eerste hersenoperatie toonde Willem veel meer waardering voor Daan. Willem voelde zich verlicht, al kan zijn vader niets met dat begrip. Daan vertelt dat Willem zich intens met yoga en meditatie bezig hield. Op het eind wilde hij nog een kind. Loeloe, die één jaar was, toen hij stierf, lijkt sterk op Willem zegt Daan. Wijs bezocht hem op zijn sterfbed en zong een oud Schots liedje voor hem. Zijn vrouw Lot Portier en zijn moeder Prema deden de stervensbegeleiding. Daan ging eerst nog een hapje eten toen hij hoorde dat zijn broer gestorven was. De uitvaart was bijzonder, zegt zijn vader. De sfeer was heel licht. Voor de crematie legde Daan nog eens zijn hand op het hoofd van zijn broer die in doeken gewikkeld was.

Fraai is de epiloog van Daan die inmiddels veel bedachtzamer is en met het spelen op de mondharmonica en met het beeldhouwen van het mannelijk en vrouwelijk geslacht het gemis aan Willem probeert te verwerken. Hij is bijna vijftig en hoeft niet zoveel meer. Het leven gaat snel genoeg. Hij zit in een woonwagen en roept naar buiten als hij iets wenst, zoals kippengaas. Het moet al gek gaan als die wens dan niet verhoord wordt. wet Het


Hier de site van Marten Leurdijk met daarop een trailer onder het kopje Jonge Held.

vrijdag 22 juli 2016

Lotta Blokker – Het Wolfsuur (2015), documentaire van Frans Weisz


Boeiende kijk op het werkproces van een beeldhouwster

Beeldhouwster Lotta Blokker mag blijven. De manier waarop zij werkt is een lust voor het oog en ook voor het oor, want tegelijk vertelt ze op ontwapenende wijze over de beslissingen die ze neemt en de ervaringen die ze opdoet tijdens het maken van Het Wolfsuur, een bronzen beeldengroep. In de documentaire van Frans Weisz wordt de nauwe wisselwerking tussen model, beeld en kunstenaar duidelijk zichtbaar. De verhouding tussen die drie komt naar voren in het motto naar Oscar Wilde uit zijn roman Het portret van Dorian Gray: ‘Elk beeld dat met gevoel gemaakt is, toont ons de kunstenaar, niet het model.’

De titel van de documentaire verwijst naar het nachtelijk uur, dicht tegen de dageraad aan, waarin de slapeloze mens het meest last heeft van angstige beelden. Blokker had zelf als kind het gevoel dat ze de enige was die in de nacht wakker was en dat gaf haar een beklemmend gevoel. Ze heeft dat nog steeds wel, al troost het haar als ze ergens anders licht ziet branden. Ze was een dromerig kind en werd tijdens een schoolreis naar Parijs gegrepen door de beelden in het Rodin museum. Dat was wat ze in haar leven wilde doen. We zien haar bezig met het kleien van een beeld. Ze zegt dat ze dat intuïtief doet, maar dan gaat analyseren, terwijl het beter is dat het uit zichzelf ontstaat.

Ze maakt een liefdespaar dat onderdeel is van de beeldengroep en zoekt naar de juiste manier waarop ze dat vorm kan geven. Ze heeft een foto van zo’n paar als voorbeeld, waarbij de vrouw op de bovenbenen van de zittende man zit. Als ze bezig is om de twee grote modellen in de juiste houding te zetten (zie foto), ziet ze dat ze elkaar ook omstrengelen om houvast bij elkaar te vinden. Het paar drukt een existentiële eenzaamheid uit. Als ze een foto van hen gemaakt heeft, meet ze de verhoudingen van de lichaamsdelen op en daarna gaat ze kleien, terwijl ze met haar ogen heen en weer gaat tussen beeld en model. Ze is soms zo geconcentreerd dat ze het model nat spuit in plaats van het beeld. De twee vormen stromen door elkaar heen. Een goed model voelt aan als ze in een roes komt en kan datzelfde overkomen, een andere staat van zijn ervaren. Alle momenten die er tijdens het scheppen zijn, sluipen in een beeld, dat dan ook heel anders is dan een foto.

Een ander beeld dat naar een jonge vrouw gemodelleerd is, ligt op de grond, zo op het oog ontspannen, maar haar houding drukt angst uit. Blokker gaat in dezelfde houding liggen om te ervaren wat het beeld met haar doet. Het duurt soms een tijd voor ze heeft wat ze wil maar als ze het idee heeft dat een beeld af is, roept ze de mallenmaker erbij, die een siliconenlaag over het beeld legt. Het is een werk met risico want als de mal mislukt is ook het beeld weg. Na het verwijderen van de mal wordt er een bronzen afgietsel gemaakt dat in lengte van dagen het zelfde zal blijven. Blokker slaat de overbodig geworden beelden van klei of was stuk.

Anderhalf jaar later beoordeelt ze de afgietsels. Ze heeft inmiddels de baby over wie ze eerder zei dat ze, op het moment dat het kind in haar buik leefde, meer afstand tot hem  voelde dan tot haar beelden, vooral omdat het iets van zichzelf is en de beelden meer van haar. Blokker vindt een beeld van een kwetsbare en boze zoon die in de rug wordt gevolgd door zijn moeder te veel van het goede en maakt de twee figuren van elkaar los. Ze zegt dat ze zich soms een dief voelt die een model gebruikt en dat het om een verliefdheid gaat die voorbijgaat. De kijker is inmiddels zeer geïmponeerd om niet te zeggen verliefd geraakt door de manier waarop Blokker iets aan de werkelijkheid toevoegt dat een ware kunst mag heten.  

Het Wolfsuur werd eerder tentoongesteld in De Fundatie in Zwolle en staat tegenwoordig in het Käthe Kollwitz museum in Berlijn.   

Hier een eerder gesprek met Lotta Blokker, die weer terug is in Amsterdam na haar opleiding in Florence. In haar atelier vertelt ze over haar werkwijze.

donderdag 21 juli 2016

Jheronimus Bosch – touched by the devil (2016), documentaire van Pieter van Huystee


Op zoek naar de meesterhand

De documentaire Jheronimus Bosch – touched by the devil, dat in het Nederlands werd vertaald als - geraakt door de duivel, speelt zich af tijdens de jaren van voorbereiding van de overzichtstentoonstelling van het werk van Bosch in Het Noordbrabants Museum in 2016. Vijfhonderd jaar na zijn dood komt Bosch weer thuis, zoals dat wat pathetisch genoemd wordt.

Een kleine groep kunsthistorici trekt de wereld rond om de werken van Bosch die overal hangen, met moderne technische middelen te onderzoeken en beoordelen of ze het predicaat Jeroen Bosch verdienen. Matthijs Ilsink is de coördinator van de groep en zegt dat er door detailopnames veel meer valt waar te nemen dan achter een hekje. Verschillende malen zien we hem achter de computer zitten, met veel plezier in zijn werk. Zeker aangezien hij zelf zegt dat hij niet veel meer kan dan een boek lezen en een artikel schrijven en jaloers is op iemand als Bosch die ideeën had en die ook ten uitvoer bracht.

De groep kunsthistorici gaat eerst naar het Prado waar veel werk van Bosch hangt, omdat Philips II daarop gesteld was. De directeur van het Prado noemt Bosch, anders dan de gebruikelijke ambachtelijke schilders uit de Middeleeuwen, een inventieve geest met een nieuwe kijk op de wereld. Het belangrijkste werk dat daar hangt is de Tuin der lusten. De hoofdconservator zit als een moederkloek op de werken, zoals Arjan Welles dat mooi zegt in een bespreking op FilmTotaal. Ze zegt dat Bosch als kind zeer onder de indruk moet zijn geweest van de grote brand in zijn stad. Het wordt de groep al gauw duidelijk dat ze de Tuin der lusten niet meekrijgen, maar er is meer, zoals De hooiwagen, die net als andere werken van Bosch als boodschap heeft dat wereldse verleidingen de mens tot verdoemenis leiden. Er wordt aan de hand van ondertekeningen druk gediscussieerd over de vraag of een linkshandige medewerker van Bosch het doek heeft gemaakt. Misschien zelfs na zijn dood. Boeiend was een eerdere constatering van een houtexpert die op grond van de ondergrond van het schilderij kon vaststellen dat sommige werken na de dood van Bosch gemaakt zijn. We horen dat er vaak meerdere handen aan een doek werkten. Schilderijen krijgen daarom de naam Jeroen Bosch of atelier Jeroen Bosch.

In Venetië bestudeert men onder andere het Drieluik van de gekruisigde martelares. Het gaat om een vrouw die weigerde met een heidense koning te trouwen, van God een baard kreeg en gekruisigd werd. Omdat met moderne technieken baardgroei te zien kan worden vastgesteld dat het om de fictieve heilige Sint- Ontkommer ofwel Wilgefortis gaat. De directeur zegt dat de werken die hij in bezit heeft niet zomaar in bruikleen kan geven, maar dat ze eerst gerenoveerd moeten worden, hetgeen gebeurt met geld van de Getty Foundation.

In het Escorial, nog steeds een bolwerk waar men niet gemakkelijk toegang krijgt, hangt De kruisdraging. De ogen van de verschillende figuren zijn niet allemaal even sprekend hetgeen erop wijst dat er meer handen aan het doek gewerkt hebben. Later concludeert men dat dit werk niet tot het oeuvre van Bosch behoort.

Op de dag dat Nederland tegen Spanje speelt tijdens het Wereldkampioenschap voetbal in 2014 praat Charles Mooy, directeur van Het Noordbrabants museum met de directeur van het Prado over de tentoonstelling in het Prado die voorafgaande aan de tentoonstelling in Den Bosch gehouden wordt. Hij hoort dat de Italianen hun werken niet ook nog eens aan het Prado in bruikleen willen geven en belooft een goed woordje voor het Prado te doen. Over zijn eigen tentoonstelling zegt hij tegen de groep kunsthistorici dat hij hecht aan duidelijkheid over de signatuur van de werken.

Ilsink vertelt over de vele uilen in de schilderijen van Bosch, de een duistere wereld symboliseren. Bosch geeft een visuele verbeelding van de gevolgen van de morele keuze die de mens in zijn leven maakt. Zelfs aan het eind van het leven kan het nog mis gaan, zoals Dood van een vrek laat zien. In Berlijn bekijkt hij tekeningen. De Duitse conservator vraagt naar de persoon achter de schilder, maar daarover kan Ilsink niet veel zeggen. In Antwerpen bekijkt hij een tekening uit een privécollectie, die duidelijk de sfeer van Bosch ademt. Volgens Ilsink schilderde Bosch vanuit de hel en komt er af en toe een beetje hemel naar voren. Als dat niet veel over hem zegt.

Hier de trailer, hier de bespreking op FilmTotaal.