Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 31 oktober 2017

Tommy Wieringa over De heilige Rita, VPRO Boeken, 29 oktober 2017


Schrijver verbeeldt zich hoe zijn leven was verlopen als hij bij zijn vader was gebleven

Tommy Wieringa (1967) zat nog niet eens zo lang geleden aan tafel bij Carolina Lo Galbo om te vertellen over zijn novelle De dood van Murat Idrissi. Inmiddels is hij terug met een roman over een vader zoon relatie die zich afspeelt in een afgelegen boerderij in Twente, waar hijzelf een deel van zijn jeugd doorbracht. Wieringa kan mooi vertellen, niet alleen over de hoofdpersoon Paul Krüzen en diens vader Aloïs maar ook over zijn eigen ervaringen in dit deel van het land, ofschoon hij over zijn jeugd opmerkt dat deze toch een gesloten gebied blijft waarover vaak geen antwoorden te geven zijn. Volgens de informatie op teletekst wil De heilige Rita een ode zijn op de mensheid die zichzelf wil overstijgen.

Lo Galbo begint over hoofdpersoon Paul die vijftig jaar oud is en anders dan Wieringa voor zijn vader blijft zorgen.
Wieringa antwoordt dat het samenleven van een vader en een zoon zonder een moeder een treurige zaak is. Hij raakte geïnspireerd door het boek Daantje de wereldkamploen (1976)van Roald Dahl, waarin de onhandigheid groot is. Zijn eigen moeder verliet met een Oosterse prins en alle huisraad het huis toen hijzelf elf jaar oud was. Hij werd met een vader geconfronteerd die niet kon koken en tenslotte vijf basismaaltijden met aardappelen leerde maken. Hij vindt het bewonderenswaardig dat zo’n man, die aan de kant wordt gezet, toch doorgaat en vertelt een anekdote over de weinige spullen die zijn vader wist veilig te stellen uit de handen van zijn vrouw die echter later per ongeluk door een vriend opgestookt werden.  

Lo Galbo vraagt wat hij met die vader zoon verhouding wilde laten zien.
Wieringa antwoordt dat het om de situatie gaat en het amateurisme en de ontroering ervan, maar dat hij zelf op zijn zestiende vertrok. In de roman bedacht hij wat er gebeurd zou zijn als hij niet vertrokken was. Dan zou hij in het dorp Mariënveen met Rita als de beschermheilige voor zijn vader zou gaan zorgen, zoals die dat eerder voor hem gedaan had. Hij noemt het tegelijk tragisch als een zoon niet het ouderlijk huis verlaat. Hij voelt zich ook wel als Paul, tenminste in zijn verbeelding en zegt dat men hoe dan ook een prutser blijft.

Lo Galbo vraagt naar het sociale leven op het platteland.
Wieringa vertelt dat hij daar voor het onderzoek voor zijn boek veel kwam, ook in het Chinese restaurant waar Paul zijn maaltijden haalde. Hij noemt Nederland bijzonder om het feit dat het buiten de Randstad vooral een boerenland is waaruit de overheid zich heeft teruggetrokken en waar de boeven vrij spel hebben. Hij zag het platteland in rap tempo veranderen en vroeg zich af hoe de Twentenaar omgaat met het feit dat Chinezen de horeca overgenomen hebben. Hij observeerde dat men samenleeft maar elkaar niet echt raakt. De gehechtheid maakt dat men, zo stelt hij zich voor, de azc die men eerst wilde tegenhouden, daarna toch niet meer kwijt wil. Zelf is hij ook wel gehecht aan het kortaffe van de Twent en het landschap.

Lo Galbo brengt naar voren dat Paul veel kwijt raakt, ook zijn vriend Hedwiges Geerdink, de kruidenier in het dorp.
Wieringa zegt dat de wereld snel kleiner wordt als men zelf de vijftig bereikt. Hij krijgt veel bidprentjes maar wil die straks ook weer wegdoen omdat hij door wil gaan met schrijven. Paul komt in het isolement nadat zijn vader in het ziekenhuis wordt opgenomen en volgens Wieringa is dat niet goed voor een mens, zelfs slechter dan roken en drinken samen. Zijn vader zal De heilige Rita mogelijk laten voorlezen door zijn geliefde en concluderen dat de eerste dertien jaar goed getroffen zijn.

Hier mijn verslag van het gesprek over De dood van Murat Idrissi en daaronder andere links naar werk van Wieringa.

maandag 30 oktober 2017

Auke Hulst over Motel Songs, VPRO Boeken, 29 oktober 2017


Opgroeien met een dode vader en een ankerloze moeder

Auke Hulst (1975) maakte een muzikale reis van de Oost- naar de Westkust van de Verenigde Staten, waarin de kracht van de kunst en de schaduw van de dood belangrijke elementen waren. Tegen Carolina Lo Galbo praat hij openhartig over zijn leven.

Lo Galbo begint erover dat de reis een album opleverde maar ook een boek over zijn vader, die in 1983 plotseling overleed.
Hulst vertelt dat de reis het gevolg was van het feit dat zijn relatie alweer uit ging en dat hij wel eens weg wilde. Omdat hij nogal een poetser is, zoals hij zelf zegt, wilde hij Moon songs binnen een bepaalde tijd klaar hebben. Hij bezocht plaatsen waar artistieke mensen stierven zoals het graf van Scott Fitzgerald in Maryland, Wolf River waarin Jeff Buckley verdronk, Idaho waar Ernest Hemingway zich door het hoofd schoot en Seattle waar Kurt Cobain hetzelfde deed. Rond de sterfdag van zijn vader was hij in het eenzame Wyoming en daar werd hij gegrepen door diens dood en de betekenis die dat voor hem had, meteen al omdat zijn vader daarmee zijn achtste verjaardag verpest had, maar ook dat hij daarmee zijn leven had bepaald.

Lo Galbo zegt dat hij veel over zijn jeugd heeft geschreven, onder andere in Kinderen van het Ruige Land (2012) en dat zijn moeder daarin een ankerloze vrouw is.
Hulst antwoordt dat zij vaak de hort op was en dat de kinderen het zelf moesten uitzoeken. Na de dood van zijn vader had hij weinig ruimte om over hem na te denken maar aangezien hij de leeftijd nadert dat zijn vader overleed, werd hij sterker met hem geconfronteerd.

Lo Galbo merkt op dat hij over een verbond der vaderlozen sprak.
Hulst zegt dat hij weinig vriendjes had maar de weinigen hadden ook geen vader en daar spraken ze verder nooit over. Wel was er de onderlinge herkenning, de hardheid, de afweer en de boosheid en verder veel vragen daaromtrent. Ook op zijn 42 ste kan hij er met zijn hoofd niet bij dat zijn vader niet meer leeft. De tragedie heeft zijn levensweg bepaald. Als SF fanaat vergelijkt hij de richting die zijn leven kreeg met een ruimteschip dat snelheid krijgt door langs een planeet te scheren. Op zijn 41 ste wilde hij niet alleen vaststellen wat de impact van het verlies van zijn vader was geweest maar ook de vraag beantwoorden wie zijn vader was geweest. Hij wilde voorbij het fragmentarische beeld tot de mens komen van wie hij de genen geërfd heeft. Omdat zijn vader een publieke figuur in het noorden van het land was, kon hij gemakkelijk aan informatie komen. Hij stelde zichzelf ook de vraag wie hij zelf was. Het leven over Scott Fitzgerald, die op zijn vierenveertigste overleed en een moeilijk leven had gehad, maar in ieder geval kon schrijven, sloot daar goed bij aan.

Lo Galbo neemt aan dat een vaderloze een ander rolmodel zoekt.
Hulst zegt dat hij zich zijn vader altijd als groot voorstelde, hem mythische proporties gaf terwijl hij zelf op dit moment langer is en dat hij voor het eerst van zijn leven om hem kon huilen.

Lo Galbo vraagt of hij door zijn boek zijn vader anders is gaan zien.
Hulst antwoordt dat hij hem genuanceerder ziet. Zijn vader leefde alsof hij een enorme haast had en dat herkent hij wel. 

Hier de booktrailer, hier mijn bespreking van Kinderen van het Ruige Land.

zondag 29 oktober 2017

Filmrecensie: 12 years a slave (2013) Steve McQueen


Al te geromantiseerde uitvoering van een verbijsterend verhaal

12 years a slave vertelt het verbijsterende verhaal van een zwarte burger Solomon Northup uit Saratoga in de staat New York die in 1841 onder valse voorwendsels werd meegevoerd naar Washington, daar gevangen gezet werd en verkocht als een slaaf. Zoals de titel zegt duurde het twaalf jaar dat hij zijn vrijheid weer hervond. Helaas is de uitwerking van het verhaal, gebaseerd op het gelijknamige boek van Solomon Northup zelf uit 1853, nogal overgeromantiseerd waardoor het drama te wensen overlaat.

McQueen begint bij slaven die suikerriet oogsten en vervolgt met een scène waarin Solomon met de inkt van bramen en een pen gesneden uit hout een brief probeert te schrijven. Een vrouw die zijn liefde probeert op te wekken in een slapeloze nacht voert hem terug naar zijn eigen gezin met een lieve vrouw, twee kinderen en een respectabel beroep als violist. Vandaar gaat het weer voorwaarts met twee musici die hem uitnodigen een paar weken met hen mee te spelen in een circus in Washington. Zonder bedenkingen neemt Solomon de uitnodiging aan, maar al heel gauw zit hij geketend in een cel en moet hij zich identificeren met een slaaf die is weggelopen uit Georgia. De naam Platt wordt er hardhandig ingeramd.

Met een raderboot gaat het zuidwaarts. Aan boord praat hij met Eliza die met haar twee kinderen is opgepakt en die later samen met hem verkocht wordt maar zonder haar kinderen aan een man die Ford heet en het niet zo eens zo slecht met hen voorheeft, al is zijn gebrek aan daadkracht om ook de kinderen mee te nemen natuurlijk laf. Ford laat de werkzaamheden in zijn houtbedrijf over aan zijn personeel en helaas heeft Solomon het minder goed getroffen met de hoofdtimmerman Tibeats die wel voelt dat Soloman een man met talenten is. Als de laatste voorstelt het vervoer van de bomen over water te organiseren gaat Ford daarmee van harte akkoord. Dat wekt de woede van Tibeats op, die Solomon dreigt te vermoorden. Ford besluit daarop om Solomon te verkopen aan Epps, een heel wat hardvochtiger baas, die een katoenplantage heeft. Eliza is vanwege haar grote verdriet dan inmiddels al afgevoerd.

Epps, gespeeld door Michael Fassbender, heeft de jonge vrouwelijke slaaf Patsey als minnares en dat leidt tot problemen met zijn vrouw, die er van alles aan doet om haar zwart te maken, als het niet lukt om haar op een gewone manier weg te krijgen. Het leek er even op alsof ze als wraak iets zou gaan beginnen met Solomon maar dat was maar schijn. In een wrede scène straft Epps Patsey ongenadig af omdat ze zich buiten de gebaande kaders heeft begeven. Hij laat die klus eerst aan Solomon maar neemt het zelf over als zijn vrouw zegt dat die niet hard genoeg slaat. Nadat de slaven vanwege een rupsenplaag in de katoen enige tijd zijn uitbesteed aan een suikerrietplantage, waar Solomon met een takje gedoopt in bramensap tevergeefs contact probeert te krijgen met de buitenwereld, komen ze weer terug bij Epps. Solomon vindt tenslotte een uitweg via een vooruitstrevende Canadese timmerman die zijn gevangenschap als slaaf aan zijn kennissen aankaart. De rest is voorspelbaar.

Mooi is de spiritual Roll Jordan roll tijdens de dood van een oude man op de katoenplantage, maar verder blijft het allemaal weer teveel achter een gordijntje hangen, zoals ik gewend ben van Amerikaanse films. Het boek van Northup, die zich later ook concreet inzette tegen de slavernij, is ongetwijfeld beter.

Hier de trailer.

zaterdag 28 oktober 2017

The wonderful kingdom of Papa Alaev (2016), documentaire van Tal Barda en Naom Pinchas


Knagen aan de hegemonie van een patriarch

De Israëlische documentairemakers Tal Barda (1983) en Naom Pinchas (1974) maakten een fascinerend portret van de muzikale familie Alaev uit Tadzjikistan die na het uiteenvallen van de Sovjet Unie uitweek naar Israël. Bijzonder is dat door enkele leden van de familie geknaagd wordt aan de strakke leiding van de ruim tachtigjarige Papa Alaev (zie foto), de stichter en de leider van de groep Allo Alaev. In de documentaire wordt niet zo heel veel uitgelegd maar de beelden tonen volgzaamheid en spanning, rebellie en bevrijding.

Tal Barda en Naom Pinchas beginnen met Ariel, een zoon van Papa, die vertelt dat hij op vierjarige leeftijd al trommel speelde. Zijn vader instrueerde hem tijdens een optreden waar hij moest gaan zitten, maar het was zo donker om hem heen dat Ariel de verkeerde kant op keek en zich pas na een hint omdraaide. Het publiek was begeesterd omdat men dacht dat het doorgestoken kaart was maar zo was het niet bedoeld. Het voorbeeld maakt wel duidelijk hoe sterk de invloed van Papa op zijn gezinsleden was. In al die jaren is dat niet veranderd, maar kleinzoon Zvika, zoon van Ada, een dochter van Papa en alleenstaande moeder, wil daar verandering in brengen.

Papa zelf speelt al vanaf zijn derde en is overal in de wereld geweest. De opzwepende Tadzjiekse muziek verovert gemakkelijk de harten van het publiek. De meeste leden passen zich gemakkelijk aan de leiding van Papa aan. De genoemde Ariel koopt op de markt precies de groenten en het fruit dat Papa wil hebben en schoondochter Malka kookt de pilav op de wijze zoals Papa aangeeft. Dochter Ada was niet te spreken over de gang van zaken en zocht na aankomst in Israël een baantje buiten de deur. Zvika vertelt dat zijn moeder eerder de traditionele ganun bespeelde en dat haar vader slecht te spreken was over de afvalligheid van zijn dochter. Volgens hem is muziek maken en optreden en kwestie van hard werken en veel oefenen. Zvika werd ingepalmd door zijn grootvader op het moment dat zijn moeder aan het werk was en raakte daarmee in een spagaat. Tijdens een feest ter gelegenheid van de 67ste verjaardag van Papa kwam de twist tussen Ada en hem duidelijk tot uiting.

Tijdens een zomertournee in Duitsland hebben de vrouw van Papa, Malka en Ada het rijk alleen. Ze spelen kaart en lachen over het feit dat de haan van zijn nest af is. Oma is heel wat toleranter dan haar man die zijn familie nog steeds geen enkel meebeslissingsrecht gunt. Als Zvika iets oppert over de liedkeuze moet hij meteen zijn mond houden, ook al is Papa duidelijk aan het eind van zijn latijn. Zvika denkt dat hij zijn eigen weg moet gaan om meer zeggenschap te krijgen over zijn leven, maar dan besluit zijn moeder mee te gaan doen op de ganun, al de repetities gaan nog buiten medeweten van Papa om. Zvika is zeer blij om weer herenigd te zijn met zijn moeder en regelt een uitvoering gedurende de 81ste verjaardag van Papa. De staatsgreep wordt duidelijk niet door zijn grootvader op prijs gesteld. Teleurgesteld sloft hij naar de deur. Ada is bezorgd maar haar moeder spreekt haar moed in. Het initiatief wordt gevolgd door een optreden met Ada erbij. Papa ligt op bed en heeft gezelschap van Avraham, een jong kleinkind. Het is duidelijk dat hij zich na zovele jaren heeft neergelegd bij de regime change.

Hier de trailer.

Pepe Majica – lessons from the flowerbed (2014), documentaire van Heidi Specogna


Aardkluit op poten gunt iedereen de ruimte

De Zwitserse documentairemaker Heidi Specogna (Biel, 1959) maakte een fascinerend portret van de Uruguayaanse president José Majica (1935), die vroeger bij een linkse verzetsgroep zat, in de gevangenis belandde, daar zware jaren meemaakte en inmiddels zowel president als bloemenkweker is en in die laatste hoedanigheid veel kennis heeft van het belang van de natuur voor de mens. De Duitse titel van de documentaire luidt dan ook Pepe Mujica – Lektionen eines Erdklumpens naar een uitspraak van de president zelf die zichzelf een aardkluit op poten noemt die weet dat mensen de ruimte nodig hebben om tot bloei te komen.

Specogne begint in 1996 waarin we Majica een bloemboeket samenstelt. Hij woont samen met zijn vrouw Lucia en huisdieren op een armoedige kwekerij en toont zijn twee oude Kevers waarmee hij door het land rijdt want meer heeft hij niet nodig. In 2010 werd hij beëdigd tot president van Uruguay en in die hoedanigheid kreeg hij ook waardering van Barack Obama. Majica is een man zonder kapsones maar met een grote uitstraling die ontroert in een wereld die ten onder lijkt te gaan aan kilheid.

Hij vertelt dat hij als guerillo al veel zelfonderzoek deed en daar nog steeds mee bezig is. Vandaar zijn wijsheid die hij in simpele bewoordingen naar buiten brengt. De werkelijkheid overstijgt onze ideeën, zegt hij. Lichamelijke arbeid helpt om het denken te beheersen. Na het openen van een huizencomplex voor armen zegt Majica dat het niet alleen nodig is om lijnen naar de toekomst uit te zetten, maar ook daadwerkelijk iets te doen aan de noden van de armen op dat moment. Hij denkt zelfs dat het socialisme ooit vergat om daar bij stil te staan en daardoor aan invloed verloor. Hij verwerpt de kapitalistische wegwerpmaatschappij en pleit voor meer aandacht voor elkaar.

Zijn vrouw Lucia helpt hem met de bloemen maar ook in de politiek. Ze leerde hem in 1972 kennen in het verzet, heeft een zetel in de senaat en kan haar man vervangen als dat nodig is. In Uruguay is abortus al gelegaliseerd en inmiddels is men bezig om dat ook voor marihuana voor elkaar te krijgen, om daarmee de illegale handel dwars te zitten. Tijdens een radiotoespraak in de hoofdstad Montevideo zegt Mujica dat hij zelf ook rookt en van een drankje houdt, dus jongeren een joint niet wil onthouden. Lucia luistert naar het verzet tegen legalisering door een senator die de zoon is van een man die eerder een coupe pleegde, maar zij wil hem niet gelijkstellen met zijn vader. Op het eind van de documentaire klinkt gejuich op van de publieke tribune nadat de wet in de senaat is aangenomen.

Erg mooi is een bezoek van Mujica aan Duitsland, waarmee hij investeringen wil binnenhalen om aldus een einde te maken aan de armoede in zijn land. Hij houdt een toespraak waarin hij zegt dat de economie in dienst moet staan van de mens en niet andersom en hoopt dat nieuwe energiebronnen de wereld een ander aanzicht zullen geven. Tijdens een ontmoeting met Merkel vertelt hij over zijn Kevers in zijn garage.
Later in het hotel in zijn trainingspak met de naam Uruguay erop zegt hij dat zo’n reis slopend voor hem is en dat bloemen verkopen heel wat gemakkelijker is. Misschien dat hij intuïtief op zoek is naar veiligheid en wellicht geldt dat voor ieder mens. Daarmee zetten Mujica en Spcopgna de kijker aan het denken. Die veilige wereld voor iedereen moet een doel zijn dat we dienen na te streven.

Hier de Duitse trailer, hier een in het Engels vertaald, gemonteerd vraaggesprek met Mujica door Human, waarin hij zegt dat we alleen armer worden door te werken voor wegwerpproducten en ons moeten schamen dat we niet beter voor de aarde zorgen, maar ook dat we beter kunnen.

vrijdag 27 oktober 2017

Theaterrecensie: De huisbewaarder, Toneelschuurproducties, Toneelschuur, 26 oktober 2017


Gevolgen sociaal onrecht feilloos in beeld gebracht

Het is alweer een tijdje geleden dat Pinter in Nederland werd uitgevoerd, schrijft Hein Janssen vandaag in de Volkskrant. In 2014 zag ik twee stukken van hem in de Toneelschuur, in mei het stuk Ashes to ashes uit 1996, een paar maanden later gevolgd door Bedrog uit 1987. Dat zijn vroegere werk minstens zo sterk is, bewijst De huisbewaarder, een vertaling van The caretaker, geschreven in 1960. De huidige bewerking in de regie van Paul Knieriem en vertaald door Magne van de Berg leidt tot een weergaloze voorstelling waarin de bedoeling van het podium spat, niet alleen door het fraaie decor van Wikke van Houwelingen en Marloes van der Hoek of de beukende muziek die tussen de scènes door de levenspijn uitdrukt, maar zeker door het aanstekelijke spel van René van ’t Hof, die in de huid van ofHofHo de snoever Davies kruipt.

Davies wordt in het begin van de voorstelling door Aston meegenomen is naar zijn bouwvallige huis, nadat het in de kroeg bijna uit de hand was gelopen. Davies probeert zo goed en kwaad als het gaat controle te houden over zijn bestaan. Daartoe houdt hij de ander maar ook zichzelf voor de gek en van zwarten die daar in de buurt wonen, moet hij al helemaal niets hebben. Hij zegt dat hij naar de plaats Sidcup wil om zijn papieren op te halen, maar klaagt over zijn schoenen, die niet lekker lopen en weigert tegelijk de leren exemplaren aan te nemen die Aston in het huis voor opduikt (zie foto van Sanne Peper). Het zijn dit soort details waarover eindeloos gesoebat wordt, die de voorstelling zo levendig maken.

Ook Aston komt het geluk niet aanwaaien. Hij vertelt in de meest aangrijpende scène uit het stuk over hetgeen hem in zijn jeugd overkomen is. Vanwege hallucinaties kwam hij in een inrichting terecht waar de dokter iets met zijn hersenen wilde doen en daar toestemming voor kreeg van de inmiddels overleden moeder van Aston. Terwijl hij dat in de nacht vertelt tegen Davies, die ineen gerold in de tochtende kamer naast het fornuis ligt maar zeer aandachtig luistert, wordt achter hen de verwrongen massa aan buizen en kabels de hoogte in gehesen, hetgeen een mooie illustratie vormt van het droevige verhaal van Aston, die daarna nooit meer normaal heeft communiceren met een ander, maar wel het beste met die ander voorheeft, getuige het aandragen van de schoenen en het muntgeld dat hij meteen aan Aston geeft om een kop thee te kopen.

Dan is er nog Mick de broer van Aston, die de huisbaas is en iets in de bouw doet, althans een busje bezit. Hij stelt zich in het begin erg agressief op tegen Davies, maar lijkt bang dat de zwerver verandering zal brengen in de status quo, waarin hij de zorg heeft over zijn broer en hem in het huis aan het werk probeert te houden. Als hij merkt dat Davies niet uit zichzelf weg zal gaan en beschermd wordt door Aston, gooit hij het op een akkoordje met de zwerver. Hij stelt Davies voor om de huisbewaarder te worden, net zoals Aston al eerder deed, maar tenslotte leidt dat, ondanks de parmantige houding van Davies met pijp en smokingjasje, niet tot een bevredigende samenwerking, waarop de broers toch maar voor elkaar kiezen en door de illusies van Davies heen prikken.

De dreiging van het bestaan aan de onderkant van de maatschappelijke ladder wordt fantastisch uitgebeeld door Van ’t Hof, die dat op grond van zijn mime opleiding als geen ander kan. De manier waarop hij zich uitstrekt of beter gezegd ineenkrimpt op de harde brits met angst voor het fornuis zegt genoeg over de onzekerheid van zijn bestaan. Pinter legt duidelijk de gevolgen bloot van het sociale onrecht dat armoede heet, waardoor men niet meer in staat is tot enig medegevoel, maar steeds op de hoede moet zijn en bang om nog meer onderop te raken. Van ’t Hof weet dit gevoel, bijgestaan door Jan-Paul Buijs en Lowie van Oers als Aston en Mick, feilloos over te brengen.  
  
Hier mijn bespreking van Ashes to ashes, hier die van Bedrog.

Ice and the sky (2015), documentaire van Luc Jacquet


Glacioloog bewijst klimaatverandering en roept op tot actie 
 
De Franse filmmaker Luc Jacquet werd bekend door zijn dierendocumentaires, waaronder La marche de l’empereur ofwel March of the penguins (2005). Tien jaar later verdiepte hij zich in het levenswerk van zijn landgenoot Claude Lorius (1932), die bewees dat de mens verantwoordelijk is voor de aan de gang zijnde klimaatverandering. In Ice and the sky ofwel La glace et le ciel zien we het portret van een bevlogen glacioloog. Ook al heeft de sfeer een hoog jongensboekengehalte, de problematiek komt duidelijk uit de verf. De laatste vraag die de oude Lorius stelt luidt wat we eraan gaan doen.

Jacquet begint met sfeerbeelden van Antartica waarin de schaduw van een mens over het ijs valt en daarna zelf in een poolstorm op zijn benen probeert te blijven staan, hetgeen we als een beeld kunnen zien van de huidige positie van de mens die zich eerder een triomfator over de natuur waande, maar inmiddels begrepen heeft dat hij de natuur hard nodig heeft om zelf te overleven.

Lorius ging in 1956, een jaar dat er in geofysisch opzicht veertig mondiale observatietochten gemaakt werden, op expeditie naar Antartica. Hij kwam eerst langs Tahiti met verleidelijke danseressen en daarna langs de ijsbergen in zee die hem erg imponeerden. Voordat hij bij het station Charcot aankwam, had hij de tijd om te acclimatiseren tussen de pinguïns, maar daarna was hij - na een barre tocht van achtentwintig dagen waarbij een slee kapot ging en ze een deel van de bagage moesten achterlaten - een jaar lang samen met twee anderen overgeleverd aan de omstandigheden, tot ze werden afgelost. Omdat het drietal meteen met waarnemingen begon, verwaarloosden ze hun station, waardoor ze eerst gangen moesten graven om hun spullen veilig te stellen. Wassen viel in die temperatuur niet te doen, ze droegen hun kleren af en gooiden ze dan weg. Lorius ontdekte dat de sneeuwkristallen in de zomer fijner zijn dan in de winter. Eenmaal tijd ging hij bezig met zijn proefschrift, maar drie jaar later kon hij als dienstplichtige mee met een Amerikaanse expeditie, nog verder in het poolgebied. Gletsjerspleten maakten het onmogelijk om het gebied te bereiken waar ze door een schip opgehaald werden, maar met een detector vorderden ze toch, al was het leven in de ijskoude cabines loodzwaar en maakte de kou de waarnemingen moeilijk te noteren. In ieder geval voorkwam de drang naar kennis dat ze, tot hun repatriëring, gek werden, zegt iemand die de stem van Lorius inspreekt. 

Lorius vervolgde zijn onderzoeken in Parijs naar de atomen in de sneeuwkristallen en ontdekte dat hij daarmee de temperatuur in de geschiedenis van de aarde kon meten. Om de oudste lagen te onderzoeken ging hij - na het voltooien van zijn proefschrift en inmiddels vader geworden - in 1962 met een expeditie mee om boringen te verrichten. Tijdens het drinken van een glas whisky was Lorius zich de waterbelletjes gewaar die uit het smeltende ijs ontsnapten. Die maakten dat hij de klimaatgeschiedenis nog beter kon reconstrueren. Een Amerikaanse expeditie in 1974 bood hem de kans om in de tijd terug te gaan. Hoewel verschillende vliegtuigen in de sneeuw strandden, gaven de Amerikanen niet op, maar bleven ze de expedities ondersteunen. De boringen waren succesvol maar later in het bitterkoude kamp Vostok kon men door de grote kennis van de Russen met wie men goed samenwerkte nog veel dieper graven. Analyse van de staven ijs leverde het bewijs op dat de mens verantwoordelijk kan worden gehouden voor de opwarming van de aarde. Lorius stelt in de documentaire zijn hoop op de jonge generatie die zich, terwijl opeenvolgende klimaatconferenties voorbij gaan aan de feiten, met hard en ziel zal inzetten om de stijging van de temperatuur en de zeespiegel ongedaan zal maken.   

Hier de Nederlandse trailer.

donderdag 26 oktober 2017

Jan Wolkers spreekt… (2017), documentaire van Wim van der Aar


Persoonlijk suppoost van eigen verzameling

Documentairemaker Wim van der Aar maakte in 2012 veel indruk met De Waveren tapes, waarin hij telefoongesprekken analyseerde die een hem onbekende persoon met kennissen voerde waardoor deze persoon steeds meer tot leven kwam. Ook Jan Wolkers
nam tapes op van gesprekken met bekenden, waaronder de zoon die hij bij zijn eerste vrouw Maria verwekte, maar anders dan verwacht doet Van der Aar daar weinig mee, minder in ieder geval dan Abdelkader Benali die de relaties achter Turks fruit uitploos. De documentaire Jan Wolkers spreekt… is dan ook eerder een overzicht van losse fragmenten die een niet al te diepgaand, maar wel kleurrijk beeld opleveren van de kunstenaar in de jaren zestig en zeventig, die door de nieuwe biografie Het litteken van de dood van Onno Blom dezer dagen zo sterk in de belangstelling staat.

Fragmenten uit oude interviews over zijn beroemdheid, beelden van de protesten van Provo en nieuwe beelden van een parachute springende Wolkers op Texel wisselen elkaar af. De oudere regenteske kunstkenner Henk de Bie probeert Wolkers op de kast te krijgen, maar die reageert op zijn bekende wat lijzige toontje vooral stoïcijns op aantijgingen over zijn latere non figuratieve werk. Zijn engagement blijkt duidelijk tijdens de rellen in de jaren zestig rond de bezetting van het Maagdenhuis, toen Wolkers een witte kip meevoerde als symbool van de onschuld. De politie komt er in een de door Louis van Gasteren gefilmde voordracht ongenadig af. Hun gummiknuppels konden een verandering van de maatschappij van een regenteske naar een democratischer maar helaas ook commerciële niet verhinderen. Wolkers trok zich met zijn derde vrouw Karina, die hij voor tweeduizend gulden van haar vader kocht, na hun verblijf in een tuinhuisje terug op Texel en was daar altijd aan het werk, hetzij schrijvend dan wel boetserend.

Van der Aar dringt in zijn huis door tot het beeld- en geluidsarchief dat Onno Blom geheel uitgeplozen heeft. Wolkers was daarmee volgens de filmmaker de persoonlijke suppoost van zijn eigen verzameling, al heeft hij wel de typoscripten van zijn romans verbrand. Karina spreekt hij verder niet.Die kwam al in beeld tijdens eerdere fragmenten, bijvoorbeeld op jonge leeftijd toen ze zonder veel reactie de druiven uit haar decolleté haalde die Wolkers daar in stopte. Veel ruimte is er voor beelden van een gesprek dat voormalig Farce Majeure medewerker Jan Fillekers met Wolkers in de Zomerdijkstraat had, onder andere over de weinige prijzen die hij kreeg. Een prijs van de stad Amsterdam gaf hij weg omdat hij tegen het beleid van de stad was. Over zijn literaire werk zegt hij dat een autobiografie er niet in zat, omdat zijn verbeelding zo groot was. We zien ook de jonge Monique van der Ven in beeld rond de opnames van Turks fruit, waarin ze zegt dat Olga slechts een rol voor haar was en niets meer. Daarop zien we Annemarie Nauta die model stond voor deze rol. Ze merkt schamper op dat Wolkers slechts over haar lijf zijn mannelijkheid wilde bewijzen. Tenslotte horen we Wolkers op een tape tegen zijn advocaat zeggen dat Annemarie erg hoerig was en dat hij zelf het liefst een worm zou willen zijn, die alles overleeft.

In een opgenomen gesprek met uitgever Tilly Hermans klaagt hij over de kritiek op zijn roman De kus en hij biedt een enqueteur voor een toen nog gehouden volkstelling in plaats van informatie een gesigneerd exemplaar van Turks fruit aan. Verder was hij, zoals geen andere schrijver, tijdens de Vietnam oorlog actief voor het Medisch Comité Vietnam. De geschiedenis van de martelaren, dat in de boekenkast van zijn vader in Oegstgeest stond, maakte veel indruk op hem, vooral de man wiens tong wordt afgesneden of die met een boek op zijn borst gebonden zijn dood tegemoet gaat. Alles krijgt zin door de dood, zegt Wolkers. Het zou zijn lijfspreuk kunnen zijn, al ging het daarover in deze documentaire verder niet.

Hier mijn bespreking van De Waveren tapes, hier mijn verslag van Benali boekt Turks fruit, hier mijn verslag van het gesprek van Jeroen van Kan met Onno Blom over Het litteken van de dood.

woensdag 25 oktober 2017

Goudzoekers in YouTube land, Tegenlicht, 22 oktober 2017


Jonge creatieve mensen speelbal van de commercie

Regisseur Nordin Lasfar richt zich op een nieuw fenomeen op YouTube, dat slechts twaalf jaar bestaat, maar inmiddels een goudmijn blijkt te zijn voor enkele jongeren en zeker voor adverteerders. Op een eigen YouTube kanaal worden filmpjes getoond waarop kijkers zich kunnen abonneren. Door een geheim algoritme worden de filmpjes in een rij gezet waarin de meest bekeken filmpjes of andere content het meeste geld opleveren, omdat adverteerders daar graag een graante van meepikken. Daarmee is volgens de makers YouTube tot een mondiaal televisieplatform geworden dat concurreert met gewone televisiezenders

Lasfar begint in Los Angeles waar een beurs wordt gehouden, de Vidcon, waar makers van content zich laten zien. Dat zijn allemaal jonge mensen, soms nog kinderen, die denken rijk te kunnen worden met hun eigen televisieprogramma. Matt Gielen vertelt over het bedrijfsgeheim dat daaraan ten grondslag ligt. Het algoritme, dat bepaalt welke content voorrang krijgt in de hitparade, is onbekend en vooral de makers van YouTube, een product van Google, worden daar erg rijk van. Influencer marketeer Brendan Gahan richt zich op de advertenties die rond de filmpjes te zien zijn. Men verdient daar vanwege de wereldwijde markt een goede boterham aan.

De Nederlandse maker Jordi van den Bussche, bijgenaamd Kwebbelkop, richtte zich na zijn vwo opleiding op deze markt en werd door het inspreken van teksten tijdens het spelen van games een vooraanstaand speler met zeven miljoen abonnees en daarmee een groter bereik dan een Nederlandse televisiezender. Ruud de Langen is een inkoper van reclamezendtijd en constateert dat de kijktijd op de reguliere tv terugloopt. Vooral jongeren kijken naar YouTube, voelen zich betrokken bij degenen die ze volgen en vormen voor reclamemensen een mooie melkkoe. Helaas gaat de inkoop geautomatiseerd en komt men ook wel eens per ongeluk bij IS of antisemitische organisaties terecht.

Views vormen in deze wereld een belangrijke factor. Het gaat erom de aandacht gevangen te houden. Bardo Ellens had met Banjo TV ooit het grootste Nederlandse YouTube kanaal, maar werd om onduidelijke reden zijn toppositie kwijt en moest weer opnieuw beginnen. Anderen nemen daarom een managementbureau in de hand om hen te begeleiden. Omdat Ellens met zijn dagelijkse filmpjes van vier minuten voorbijgestreefd werd door gamers die de aandacht langer gevangen hielden en daardoor commercieel interessanter waren, zint hij op andere content, waarbij porno in beeld komt. Het is te verwachten dat de seksueel getinte filmpjes veel aandacht vangen en dat men door de moordende concurrentie steeds verder gaat. De twaalfjarige Emma Keuven is zo’n voorbeeld van een meisje dat, aangezet door haar moeder, de grenzen van het betamelijke opzoekt. Ik zou haar aanraden om lekker te gaan paardrijden en zich niet te storten in een markt die onvermijdelijk uitloopt op amorele praktijken.  

De Langen vraagt zich af of het gezond is dat Google en Facebook beide de markt beheersen. Het zou een oplossing zijn als Europa zelf een dienst in het leven roept, waarbij mensen hun creativiteit kwijt kunnen en niet meteen speelbal van de commercie worden.

Hier meer informatie op de site van Tegenlicht, hier meer informatie over de meet-up, vanavond onder de titel De pioniers van YouTube land in Pakhuis de Zwijger.

dinsdag 24 oktober 2017

Allah in Europa, achtdelige serie van Jan Leyers


Meer inzicht in het denken van moslims binnen Europa

Tien jaar geleden maakte de Belgische journalist Jan Leyers de televisieserie De weg naar Mekka, waarin hij door verschillende islamitische landen reist. Door zijn milde toon wist Leyers veel openhartige uitspraken te ontlokken aan zijn gesprekspartners, waar de kijker weer zijn voordeel mee kon doen. Dat geldt ook voor zijn nieuwe serie, opgedragen aan Karen de Bok, waarin hij de islam van binnen Europa bestudeert. Zijn programma lijkt aanvankelijk een mooi tegenwicht te vormen tegen de steeds meer oprukkende gedachte dat de moslim - na de zwarte en de vrouw - the nigger van de wereld is, maar het wordt steeds duidelijker dat moslims het liberale gedachtegoed in het Westen wel eens meer mogen omarmen.

1: Bosnië – de les van Srebrenica

Vanwege de lange traditie die de islam in Bosnië kent, is dit land de uitgelezen plaats om de reis door Europa te beginnen. Meteen al het eerste beeld ontkracht het feit dat een moslima op de tweede plaats zou komen. In Sarajevo wordt Leyers geschoren door een moslima die een kapperszaak heeft. Ook de eigenaressen Emina en Nermina van kledinglijn Kaplan bevestigen het beeld van de zelfstandige vrouw. De eerste is de jongste en de meest spraakzame, maar draagt wel, anders dan haar zus, een hoofddoek, maar dat is een persoonlijk keuze. Ze noemt Sarajevo het Jeruzalem van Europa.
Leyers bezoekt het graf van de eerste president van Bosnië, die het land in de burgeroorlog leidde. Te midden van de vele mensen verschijnt een zoon van Erdogan die de Bosniërs een hart onder de riem wil steken. Een actie van een groepje voor de kathedraal om te laten zien dat de Serviërs niet veel beter waren dan de nazi’s door de moslims witte banden te laten dragen, toont aan dat het verleden nog altijd springlevend is.
Leyers reist naar Srebrenica dat nog steeds gebukt gaat onder de genocide op de mannelijke bevolking. Een overlevende die drie granaatscherven in zijn lichaam kreeg, kan geen koffie meer drinken vanwege zijn trillende handen. Twee zoons zijn gedood toen zij in juli 1995 de bossen in vluchtten. Ook de vader van de jonge imam kwam om. Dat is voor de zoon nog steeds een traumatische gebeurtenis. Hij neemt Leyers mee naar zijn huis. Zijn vrouw komt uit Sarajevo en wil daar later weer naar terugkeren als de kinderen groot zijn, maar hijzelf voelt zich zeer verbonden met de stad. Hij kan moeilijk uitleggen hoe de haat zo heeft kunnen opkomen. Het is absurd dat gebeurtenissen van zeshonderd jaar daarvoor de aanleiding zijn geweest, zoals Mladic ons wilde doen geloven.
Een zakenman in een nieuwe wijk van Sarajevo woonde acht jaar in de Verenigde Staten, maar miste daar toch het ware geloof. Zijn bedrijf heeft de islam in de bedrijfsvoering geïntegreerd. De Europese islam bestaat niet, zegt hij, wel de islam in Europa, al is die door de invloed van het christendom afgezwakt. Hij sloot zich aan bij een soefi broederschap dat onder leiding van een voormalige generaal uit het Bosnische leger een intense ode aan allah brengt, zikr, geheten. Leyers is onder de indruk. De zakenman is blij met de spirituele opleving van het geloof, dat voor de oorlog veel minder gepraktiseerd werd. Hij zou blind weer achter de generaal aan gaan. Leyers concludeert dat het geloof gelijk staat aan de familie en de geboortegrond.  

2: Bosnië en Hongarije – de goede raad van de moefti

Leyers is in het bedevaartsoord Prusac in de bergen van Bosnië. Daar wordt jaarlijks herdacht dat vijfhonderd jaar geleden uit een gespleten boom water verscheen. De grootmoefti zegt de christenen erg streng in de leer waren in vergelijking met de moslims. Het geloof is hiërarchisch georganiseerd. Onder de grootmoefti staan de gewone moefti’s. Het islamitisch bestuur controleert de imams.
Leyers gaat terug naar Sarajevo en komt aan tijdens het vrijdagmiddag gebed. Hij verbaast zich erover dat de voormalige grootmoefti gewoon tussen de gelovigen staat. De man vertelt dat hij vroeger te weinig naar de gelovigen luisterde. Hij wil dat de moslims duidelijker van zich laten horen en dat het goed zou zijn als er een grootmoefti voor Europa zou worden aangesteld die een voorbeeld voor anderen zou zijn. Leyers is erbij als de inwoners tijdens de vastenmaand boven op een heuvel aan hun maaltijd beginnen. In de stad beneden zijn de lichtjes al aan.

In de Hongaarse stad Pecs wordt hij meteen geconfronteerd met een veel hardere opstelling tegenover de islam. Veel moslims wonen er dan ook niet in dat land. De burgemeester, lid van de rechtse Fides, toont een kerk die eerder een moskee was en heeft er problemen mee dat moslims hun eigen cultuur uitdragen. De oproep tot gebed klinkt hier dan ook niet vanuit een minaret.
In Budapest bezoekt Leyers een groep moslims dat het geloof praktiseert in een voormalig kantoorgebouw. Szultan Sulok vreest meteen slechte intenties bij Leyers maar die stelt hem gerust. Sulok legt uit dat de heersende opinie bedreigend is en dat hij zelfs pogroms vreest. Hij heeft vijf zoons en wil niet dat ze lijden, maar anderzijds wil hij ook niet vertrekken. Zijn rechterhand Muad geeft les aan jongeren en probeert ze te behoeden voor het verlies van hun geloof. In het pand kunnen jongeren zich ook ontspannen. Er is daar ook een ruimte voor vrouwen. Leyers spreekt twee van hen die zich niet thuis voelen in de stad en regelmatig belaagd worden. Dat moslim vrouwen alleen met moslims mogen trouwen, maar moslimmannen niet, dat vinden ze niet eens gek.
Leyers gaat met hen mee op een jeugdkamp waar ze onder elkaar zijn. De kinderen bidden vijf keer per dag om te beginnen om kwart voor vier in de ochtend. Er komt ook een sjeik uit Saoedie Arabië op bezoek. Sulok kan het goed met hem vinden, ook al is de islam daar heel wat strenger.
Tenslotte ontmoet Leyers een stel hippiemoslims in de stad. Janosch en zijn vrouw Marian waren eerder katholiek maar bekeerden zich tot de islam omdat ze zich niet konden vinden in de christelijke leer. Marian geeft Arabische les en toont Leyers haar boekenschat. Ze zegt dat de liefde overgaat maar dat het huwelijk blijft, terwijl Janosch  er beteuterd bij kijkt. Marian draagt hippe moslim kleding want het gaat haar om de geest van de islam en niet om de letter van de wet.

3: Hongarije en Oostenrijk - de weg naar het paradijs

Van te voren wordt aangekondigd dat beelden van een rituele slachting schokkend kunnen zijn en inderdaad is de manier waarop koeien in een slachthuis onverdoofd aan hun einde komen, geen pretje om te zien. Dat vindt ook Bolek van een arme moskee uit Budapest die deze slachting organiseert. In verband met het offerfeest deelt hij vlees uit aan arme Hongaren en dat hoeven geen moslims te zijn. Hij ziet dat als een opdracht uit de koran. Een medewerker merkt op dat ze het volgend jaar misschien toch een koelwagen moeten huren om het vlees weg te brengen.  

In Wenen ziet Leyers veel meer moslims op straat. Ramazan Demir (1986) is leraar islam op een gymnasium en vertelt dat er dertig procent moslims op zijn school zitten. Keizer Franz Joseph heeft in 1912 de vrijheid van godsdienst geregeld, alleen is er niets gedaan aan de bezoldiging van de leraren of zielzorgers in het leger, het ziekenhuis en de gevangenis. Leyers gaat met hem mee naar een gevangenis, maar mag zelf niet naar binnen. Hij is er wel bij als Demir een lading chocolade inslaat voor de gevangenen die hij gaat bezoeken. Aan zijn enorme lijf te zien houdt hij zelf erg van zoet.
Het een leidt tot het ander. Leyers bezoekt een bedrijf dat halal Sachertorte maakt en die verkoopt in het Midden Oosten, vooral in Saoedi Arabië en Qatar.
Zell am See is geliefd bij Arabieren als vakantieoord. Volgens de koran zou dat het paradijs op aarde zijn. Het valt Leyers op dat moslimmannen westers en hun vrouwen traditioneel gekleed gaan. Dat zijn nu eenmaal de regels, zegt een Arabier. Mohammed werd al jaloers als een ander te veel naar een van zijn vrouwen keek. De gezinnen gaan de sneeuw in om te sleeën. De beheerder van de sleebaan zegt dat hij niet teveel naar de vrouwen kijkt maar dat niet kan verhinderen als hij met hen in gesprek is.
Schrijnend in een gesprek dat Leyers voert met studente Fatima uit Koeweit en haar moeder (zie foto), terwijl ze aan de oever van het meer op een bootje wachten. Fatima heeft er geen moeite mee om haar schoonheid te tonen maar vindt het jammer dat ze niet, zoals in het Westen, een man kan uitproberen voordat ze met hem trouwt ofwel: voordat ze met hem in een bootje stapt, zoals Leyers snedig opmerkt.  

4: Frankrijk – de Fransen en hun moslims

Ondanks hun hooggestemde idealen noemt Leyers Frankrijk een lege staat omdat een invulling van de religie daar onmogelijk is. In de banlieue in Parijs is dat te merken. Na de eerdere rellen in 2007 is men nog steeds onvrede over het beleid om de islam zo veel mogelijk weg te saneren. Een handelaar in Oosterse waren moet een klant meedelen dat voor zijn toko straks geen plaats meer is. De wijkagent is al weg en de bibliotheek verdwijnt. Een danseres die op haar zestiende het danscentrum ontdekte doet er van alles aan om het zelfvertrouwen van de jeugd op te krikken. Haar leven was een gevecht om te overleven voor ze de dans ontdekte. Omdat ouders geen tijd hebben voor de opvoeding studeert ze met kinderen een voorstelling in. Het geloof dat haar leven heeft gered, heeft haar daartoe aangezet.
Leyers spreekt in de binnenstad met twee activistes die de klassenstrijd weer van stal hebben gehaald, ook wat betreft het racisme waar ze op subtiele wijze mee geconfronteerd worden. Het brengt Leyers tot de verzuchting dat Frankrijk toe is aan een nieuwe revolutie of een update van de oude.
In Nice leefde men onbezorgd tot de aanslag in juli 2016 op de Boulevard des Anglais, waar 86 doden vielen, waaronder de moeder van Latifa. Een witte man die haar zag nadat ze naar de plek was geweest waar haar moeder overreden werd, zei dat het goed was dat er weer een moslim minder was. Ook in de binnenstad heerst een nare sfeer. De anti islamgevoelens zijn groot en de moskee wordt besmeurd. Een boekhandelaar probeert radicalen bij te sturen en de eigenaar van een kickbokschool, die in de jaren zestig uit Algerije kwam, probeert jongeren van de straat te halen. De laatste ervoer het als een nederlaag dat een bokser, die daar lang sportte, zich helemaal op het geloof gestort heeft. Hij vindt dat maar gevaarlijk. Zijn zoon die in Nice geboren is, is jongerenbegeleider, maar heeft ook last van de discriminatie. De toestand gaat alleen maar achteruit, zegt de vader. Hij is het eens met Leyers dat de godsdienst vroeger veel minder een rol speelde. De zoon zegt dat identiteit tegenwoordig veel belangrijker is en dat die loopt langs de lijn van de religie. Latifa verkoopt spulletjes op een rommelmarkt en steunt Syrische kinderen met het geld dat ze daarmee verdient. Na de dood van haar moeder had ze het idee dat ze toch iets moest doen om haar dood te wreken. Zij brengt Leyers naar een bevriende imam, die machteloos staat tegen de haatpredikers. Een vrouw aan het strand herinnert zich het verbod op boerkini’s gedurende het vorig seizoen en denkt er wel eens over terug te keren naar haar land van herkomst. Samenvattend stelt Leyers dat de moslims tussen twee vuren zitten, enerzijds de terroristen en anderzijds de witte Fransen.  

5: Groot-Brittannië – de zegeningen van de sharia

In de vijfde aflevering is het echt schrikken met alle controversiële islamisten die van zich laten horen. Op de eerste plaats sjeik Haitham al-Haddad van de East London Mosque die zegt dat goede moslims in het hiernamaals beloond zullen worden en wellicht God zelf zullen zien, hetgeen doet denken aan ons sprookje over Sinterklaas. Leyers probeert door te dringen in het gedachten van de man die volgens Leyers in Nederland weigerde een met een vrouw aan tafel te gaan zitten en voorzitter van de shariaraad is. In die laatste hoedanigheid oordeelt hij over scheidingen, waarbij de man het mondeling af kan doen en de vrouw voor een rechtbank moet verschijnen, zoals overigens ook in de Israëlische film Gett (2014)te zien is. Leyers gaat met hem mee naar een buitenwijk in Londen waar hij een lezing houdt over het tonen van genade. Later legt hij uit dat dit wat anders is dan christelijke liefde, want de islam is niet zozeer gericht op het innerlijk als wel op het gedrag. Op de vraag van Leyers of afvalligheid van het geloof wordt bestraft met de dood, laat de prediker volgens Leyers niet het achterste van zijn tong zien.
Op Leicester square probeert een moslim een ouder christelijk stel voor de islam te winnen. Ze krijgen een gratis koran die in Saoedi Arabië werd gedrukt. Het stel kan er niet over uit dat de koran homoseksualiteit als zondig ziet, want hun zoon is homo.
Leyers bezoekt een uitvaartcentrum waar de laatste rituelen na de dood van een moslim worden uitgevoerd. De begrafenis moet snel gebeuren omdat er ten tijde van Mohammed geen koeling was, zegt de uitvaartonderneemster, die het dragen van een nikaab en aanslagen door moslimterroristen niet goedkeurt.
In het noordelijke Dewsbury spreekt Leyers met de aartsconservatieve moefti Mohammed Pandor, een vroegere ingenieur die net als Haitham al-Haddad alles lijkt te weten, zelfs hoe zijn zoon, die een matrassenfabriekje heeft, minder afval kan produceren. Op de vraag van Leyers hoe het zit met de straf op afvalligheid, antwoordt hij dat daarop in islamitische landen de dood volgt, maar niet in het westen. Hij vergelijkt het met een vergrijp waar in de Verenigde Staten de doodstraf op staat, maar ik denk dat hij vooral bevreesd is voor uitspraken die hem in Engeland de kop kunnen kosten. Hij is niet tegen de nikaab omdat hij daardoor geen verkeerde blikken op een vrouw kan werpen. Leyers ontmoet zijn nichtje op de markt die zegt dat ze haar gezicht alleen aan haar man toont en wil Leyers zelfs geen hand geven. Kortom: de vrijheid die de moslims in Engeland hebben heeft geleid tot een metersdiepe kloof met onze westerse opvattingen.

6: Scandinavië – een schuilplaats in het noorden

In een park in het Zweedse Malmö krijgen moslims ongestoord de kans in een park een gebedsdienst te organiseren. Dat staat model voor de grote openheid in het land dat tijdens de afgelopen vluchtelingencrisis 160 duizend vluchtelingen opnam. Het moest zelfs mensen in verafgelegen oorden plaatsen, zoals een plaatsje dat Leyers onder leiding van Jenny, een voormalig vrijwilligster en inmiddels een coördinatrice, bezoekt. .
Er wonen daar dertig gezinnen, onder andere uit Afghanistan. Jenny leert hen over afvalscheiding. Leyers verbaast zich erover dat mannen en vrouwen gescheiden zitten. Jenny geeft toe dat dit lastig ligt. Een collega van haar heeft dat uit ervaring meegemaakt en wil de vrouwen leren om hun plaats te midden van de mannen in te nemen. Er is een Syriër uit Aleppo die twee vrouwen en negen kinderen heeft in twee huizen en een uitkering voor hen beiden krijgt. Zelf werkte hij in de bouw maar mag niets doen zolang zijn verblijfsvergunning nog niet rond is.
Leyers zegt dat niet iedere Zweed optimistisch is over het samengaan van twee culturen en spreekt daarover met Mustafa, die op zijn elfde uit Afghanistan naar Zweden kwamen en jonge vluchtelingen helpt om zich de Zweedse manier van leven eigen te maken. Hij leert hen onder andere dat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is en dat ze het niet goed hoeven vinden als de spot wordt gedreven met de profeet maar dat ze daar alleen vreedzaam tegen in mogen gaan. Leyers vraagt zich af of een vrij en seculier land geschikt is om moslims op te vangen maar Mustafa zegt dat erover te praten valt en dat men vooral de moslims niet moet ontzien, zoals men met kinderen doet.

In Denemarken is de sfeer heel anders en dat heeft te maken met alle ophef die in 2005 ontstond over de cartoons van de profeet, die afgebeeld werd met een raket op zijn hoofd. Leyers spreekt met de van huis uit Syrische parlementariër Naser Khader die de ophef geen probleem vond, maar vervolgens door moslimfundamentalisten bedreigd en daarom bewaakt wordt. Khader zegt dat het om het innerlijk gaat en dat extremisten niet samenvallen met het geloof, maar de publieke opinie is naar rechts opgeschoven. Tijdens een open dag in een moskee in Kopenhagen vertelt een vrijwilliger dat politici zich aan de grondwet moeten houden en zich niet laten beïnvloeden door de rechtse stroming, die de rechten van moslims wil inperken. Hij is zelf tegen het publiceren van aanstootgevende cartoons en wil daar graag over discussiëren, maar beseft dat dit zal uitdraaien op overeenstemming over het feit dat men van mening verschilt en dat het nog lang zal duren voor de meerderheid overgehaald is tot het islamitische standpunt.
Tenslotte bezoekt Leyers de 82 – jarige Kurt Westergard die de tot ophef leidende cartoon van de profeet maakte. Hij zit ondergedoken, wordt al sinds 2005 bewaakt en maakt zich zorgen over de toekomst. Hij werd streng christelijk opgevoed. Vroeger vreesde hij God meer dan Hitler of de duivel omdat God altijd bij hem naar binnen kon kijken. Hij weet niet of hij de cartoon gepubliceerd had als hij wist wat de gevolgen daarvan zouden zijn.    



7: Duitsland – bei uns in der Moschee

Leyers bezoekt de Ali moskee in Hamburg, honderdvijftig jaar geleden gebouwd door Iraanse immigranten. Daar wordt een Koran wedstrijd gehouden, waarbij het gaat om de kennis ervan maar ook om het reciteren. Een van de deelnemers is een Irakees die vijfentwintig jaar geleden naar Europa kwam. Het geloof is voor hem zo’n beetje alles. Na afloop zegt hij tegen Leyers dat hij heel gespannen was.
Leyers zegt dat er de laatste jaren zo’n dertigduizend vluchtelingen naar Hamburg kwamen, waardoor de moskeeën ruimte te kort komen. In een garage moskee wordt het vrijdaggebed in twee shifts gehouden, maar komt een nieuwe moskee in een evangelische kerk. De initiatiefnemer is een Libanese zakenman, die bezoekers uit de wijk rondleidt en vertelt dat hij niet zomaar van iedereen geld aanneemt. De financiële steun van Koeweit was zonder voorwaarden. De wijkbewoners zijn positief. Een vrouw denkt dat over twintig jaar mannen en vrouwen niet meer gescheiden zullen bidden.
De gedreven feministe Zana Ramadani vertelt dat het dragen van een hoofddoek laat zien dat men een eerbare vrouw is, maar dat de gemeenschap de vrouw vaak geen keuze biedt. Eerder was ze lid van Femen maar daar is ze van teruggekomen. Cultuur en religie vindt ze één pot nat. Ze vindt dat moslims zich moeten uitspreken tegen de tekst in de koran die oproept om ongelovigen te doden. Ze vluchtte tijdens de oorlog in Joegoslavië uit Macedonië en kwam terecht in een dorp in Westfalen,waar ze, tot wanhoop van haar conservatieve moeder, opgenomen werd in de gemeenschap. Op haar achttiende vluchtte ze uit huis.
Leyers stuit in het centrum van de stad op christelijke fanatici uit Iran die geloofsgenoten oproepen zich te bekeren tot het christendom, omdat dat op liefde gebaseerd is en men daar tenminste de vrouw niet als slavin ziet, die men voor één uur kan trouwen.
Tenslotte gaat Leyers naar Keulen waar een hypermoderne moskee gebouwd is met het oogmerk om daar te blijven. Net als Jan Böhmermann vorige maand in Tegenlicht, gaat Leyers op bezoek bij de banketbakkerij van de familie Özdag in de Turkse wijk in het centrum. Dochter Hülya werkt mee in het bedrijf en zegt dat ze soepel met de islamitische regels omgaan. Ze voelt zich aangevallen op haar geloof door de jongste schermutselingen en dat vijftig jaar na hun immigratie. Leyers zegt dat hij vaker merkt dat seculiere moslims als het ware vanzelf weer in de fuik van de islam terecht komen.  


8: België en Nederland – moslims van morgen

Leyers noemt Nederland een diep verdeeld land als het om de houding tegenover de islam gaat. In het centrum van Utrecht spreekt hij een bekeerling met een lange baard die niet kon beargumenteren wat er mis was met deze godsdienst en daarom zich er maar toe bekeerde. Wie zijn wijzelf? vraagt hij zich met overtuiging af.
Daarnaast spreekt Leyers leraren die op een islamitische middelbare school in Rotterdam lesgeven. Daar benadrukt men de eigen identiteit, maar een kledingvoorschrift wordt niet gegeven. Een leraar spreekt over obstakels om in de hemel te komen en wil vooral dat de leerlingen zich in dit ondermaatse dienstbaar opstellen. Hij geeft toe dat het nog niet zo gemakkelijk is een middenweg te bewandelen tussen de liberale en orthodoxe opvattingen over de islam. In het uiterste geval moet een moslim uit Europa vertrekken, maar waar die dan naar toe kan, dat is de vraag. De directeur was vroeger een provo en nu een atheïst, maar dat belemmert hem niet de schoolzaken te coördineren. Hij is er trots op dat de laatste vier jaar geen leerlingen met verkeerde denkbeelden naar Syrië zijn vertrokken. Hij houdt zelf van Bach en dat spoort niet met de islam, vindt hij. We horen een koraal op de achtergrond als hij de leerlingen uitzwaait.
In Amsterdam predikt een radicale imam over de beperkingen van de liberale democratische waarden. Hij wil een islamitische staat realiseren, maar heel anders dan IS heeft gedaan. In zijn opvatting kunnen daarin ook andere godsdiensten onderdak vinden. Leyers zegt dat islamitische waarden redelijk lijken maar dat er vaak wel een addertje onder het gras zit.

Op een beurs in Antwerpen, gericht op moslims, staat een stand die potentiële bekeerlingen wil aantrekken. Een van de standhouders geloofde vroeger niet maar is tevreden met zijn nieuwe geloof. Leyers loopt op met een liberale Vlaamse imam die zich zorgen maakt over de radicalisering onder jongeren en wil dat er positieve leiders in de lege ruimte verschijnen. Hij introduceert Leyers bij Fatima, een lieve vrouw, van wie de zoon vier jaar geleden naar Syrië vertrok. Ze heeft al anderhalf jaar geen contact meer met hem gehad en houdt spreekbeurten op scholen om jongeren te weerhouden een dergelijke stap te zetten.  
Brussel heeft een loodzware reputatie als het over de islam gaat, zegt Leyers. De Palestijnse Montassaer, deskundig op het gebied van religieus extremisme verwijt het de moslimgemeenschappen dat ze hun oren teveel naar de imams laten hangen. Zijn expertise wordt gevraagd op een school waar een meisje denkt in de problemen te komen als ze geen hoofddoek mag dragen. Montassar stelt vragen aan de leerlingen en concludeert dat ze geïndoctrineerd worden, zelfs ook tijdens het godsdienstonderwijs op deze school. Wijsheid begint met twijfel, zegt hij. Daarop bezoekt Leyers een bijeenkomst van godsdienstleraren over de relatie tussen de islam en de evolutietheorie. Hij ontmoet de intelligente Achmed die de hersenen hoger acht dan de koran en een kritische leerling hoger dan een gehoorzame. Een atheïst kan volgens hem meer integer leven dan een moslim die het goede doet uit angst om gestraft te worden. Leyers praat met Achmed na over zijn serie. Hij is geschrokken van opvattingen die hij gehoord heeft en ziet de toekomst realistisch met een donker randje. Achmed probeert hem gerust te stellen dat de meeste moslims geen kwaad in de zin hebben en dat verkeerde interpretaties de integratie verergeren. Hij bepleit dan ook een modernisering van de heilige teksten, maar weet dat hem dat niet door iedereen in dank wordt afgenomen. De strijd gaat volgens hem niet tussen christendom en islam maar tussen de liberale en orthodoxe islam. 

Hier meer over de serie, waaronder ook artikelen en verwijzingen naar andere documentaires, hier mijn bespreking van Gett, hier mijn verslag van de Tegenlicht uitzending met Böhmermann.

maandag 23 oktober 2017

Onno Blom over Het litteken van de dood, VPRO Boeken, 22 oktober 2017


Kunstenaar zet de droevige werkelijkheid in leven en werk naar zijn hand

Biograaf Onno Blom (1969) voltooide na tien jaar de biografie over Jan Wolkers onder de titel Het litteken en de dood. Het is tevens zijn proefschrift. De titel is ontleend aan een litteken dat Wolkers (Oegstgeest 1925 – Texel 2007) als klein kind opliep en dat hem stempelde met het teken van Kain, de wraakzuchtige broer uit de bijbel. Blom vertelt tegen Jeroen van Kan hoe hij biograaf van Wolkers werd. Hij kende hem vanuit zijn tijd als redacteur van de Bezige Bij. Toen hij daar in 2006 wegging nodigde Wolkers hem op Texel uit en was het pleit snel beslist. Blom had al eerdere biografische schetsen van Komrij en Mulisch afgeleverd en noemt de biografie een mooi genre. Wolkers was daarbij een mysterie. Zijn werk riep de vraag op of niemand, zoals hij zei, dichter bij de waarheid bleef dan hijzelf.

Van Kan noemt Wolkers een type schrijver bij wie het steeds draait om dezelfde kernmomenten, zoals de dood van zijn broer.
Blom antwoordt dat diens schrijven een manier van bezweren is. Hij begint zijn biografie daarom met de geboorte van de kunstenaar nadat zijn broer in 1944 aan difterie aan het sterven was. Hij werd zodanig verteerd door verdriet dat hij een zon tekende die stilstond, alsof hij daarmee de tijd kon stilzetten en de dood kon stoppen. Hij besefte dat God, zoals hij in zijn gereformeerde jeugd had geleerd, niet almachtig was en besloot zijn eigen hemel en aarde te scheppen.

Van Kan toont een fragment uit het VPRO programma Het gesprek uit 1968 waarin Wolkers praat over zijn toneelstuk Wegens sterfgeval gesloten waarin hij de opstanding zonder gewilde spot op de hak neemt. Van Kan ziet daarin dat hij het verleden voortdurend laat terugkomen.
Blom zegt nog eens dat Wolkers steeds weer dwangmatig probeerde de dood te bezweren, ook door zelf voluit te leven, ook in seksuele zin. Hij kon echter de dood, ook van zijn dochtertje en zijn vader, niet kwijtraken. Hij was dan ook elke dag aan het werk als schrijver en beeldhouwer. Als ambachtsman wist hij wat hij deed. Hij gebruikte niet alleen de oerkracht maar gaf die ook vorm.

Van Kan toont nog een ander fragment uit 1981 uit het programma De schrijver waarin hij vertelt dat men leerlingen enthousiast moet maken voor literatuur.
Blom zegt dat hij veel oudere gedichten uit zijn hoofd kende. De onmatigheid kwam hierin ook weer terug.

Van Kan zegt dat er twee typen biografen zijn, zij die de persoon kennen en zij die de persoon moeten reconstrueren en dat het eerste niet het simpelste is.
Blom antwoordt dat hij voor een belangrijk deel ook bij het tweede type hoort omdat Wolkers overleed voordat ze samen de vorm van de biografie hadden kunnen doornemen. Daarna stond hij er alleen voor. Hij probeerde in zijn archief op Texel te overhalen of de waarheid die Wolkers had beschreven klopte met de werkelijkheid. Hij ontdekte dat Wolkers geluidsopnames had gemaakt van gesprekken, bijvoorbeeld met zijn model Annemarie Nauta, die hij in zijn roman Turks fruit verwerkte. Blom durft geen uitspraken te doen over de achtergrond van de obsessies van Wolkers, die in interviews ook leugens kon vertellen bijvoorbeeld over de persoon met wie hij de in De kus beschreven reis maakte.

Hier op VPRO Boeken de weergave van een gesprek dat Thomas van den Bergh met Onno Blom over zijn biografie voerde. Hier mijn verslag van Benali Boekt Turks fruit, waarin Abdelkader Benali de nodige achtergronden van deze roman opspoort.

zondag 22 oktober 2017

Theaterrecensie: alleen, Toneelgroep STAN, Toneelschuur, 21 oktober 2017


Verweesde individuen proberen elkaar ondanks alles te vinden

Sara de Roo speelde vorig seizoen in Alles is rustig de mooie rol van echtgenote van een Duitse intellectueel, die het hoog in de bol heeft. Daarvoor was ze Tussy, een van de twee dochters van Karl Marx, die anders dan haar zus Laura, strijdbaar is en iets in de wereld wil veranderen. Die laatste rol heeft haar aangezet om de werkelijkheid directer te lijf te gaan. In alleen staat ze niet alleen alleen op het toneel maar wil ook de kloof dempen die haar gescheiden van anderen houdt.

Ze heeft de Marokkaanse schrijver Fikry el Azzouzi gevraagd een stuk voor haar te schrijven die over de multiculturele kloof gaat. Zijzelf zijn als man en vrouw, allochtoon en autochtoon, gelovige en atheïst duidelijke exponenten daarvan. Sara is echter niet tevreden met het resultaat, het liefdesverhaal tussen een Marokkaan en een Vlaamse dat Fikry voor haar heeft geschreven en in een briefwisseling wisselen de twee daarover van gedachten.

In de voorstelling wisselt De Roo het vertellen van het liefdesverhaal af met het voorlezen uit hun briefwisseling, die in het voorjaar begon, een aantal maanden voor de première. Door snel van het een naar het ander over te gaan, ontstaat er gelaagdheid in haar optreden. Met subtiele middelen als een gordijn geeft ze enige dramatische vorm aan de voorstelling maar vooral is het een tekstueel gebeuren, dat door de aangrijpende inhoud de aandacht van het publiek gevangen houdt dat in een meer intieme sfeer op een kleine tribune op het podium samengebracht is.

Het verhaal vertelt de moeizame verhouding tussen Eva, de echtgenoot van restauranthouder Bruno, en Ayoub, een afwasser. Beiden voelen zich niet erg op hun plaats in deze omgeving en verschillen ook nog eens erg van elkaar. Voor hem als moslim is de shahada, de mohammedaanse geloofsbelijdenis, van groot belang, zij is journaliste en heeft afgerekend met allerlei vormen van geritualiseerd leven. Hij is zorgzaam, zij afstandelijker en een relatie lijkt er niet in te zitten tot Bruno zijn geluk vindt bij een nieuwe vriendin en Eva de band met Ayoub aanhaalt, hetgeen al meteen conflicten oplevert door met de cultuur samenhangende verwachtingen. Die worden alleen maar groter door de introductie bij familieleden en vrienden en verder gevoed door religieus geweld en tegengeweld in de maatschappij. Daarbij ontbreekt gelukkig de lichtere toets niet, zoals tijdens de kennismaking van Eva met de moeder van Ayoub, die haar eigen koekjes prefereert boven de door Eva meegebrachte taart. 

In de briefwisseling blijkt dat ze toch iets met elkaar gemeen hebben, namelijk dat ze beiden geen witte mannen zijn die op arrogante wijze hun macht uitoefenen. Vanaf het begin hebben Sara en Fikry werkelijk de intentie gehad om elkaar te vinden in hun eigen verweesdheid. De mogelijkheden zijn beperkt in een maatschappelijke sfeer waarin angst voor elkaar aan kracht wint en de kunst niet meer in staat is om te laten zien dat we boven onszelf uit kunnen stijgen, maar juist in zo’n wereld komt het erop aan elkaar niet te laten vallen.   

Hier meer over de voorstelling alleen op de site van STAN met daarop – onder het kopje video – een trailer en onder het kopje pers veel meer achtergrondinformatie, hier mijn bespreking van Alles is rustig, hier die van The Marx sisters.